Tholen - "Uiteindelijk is betrouwbaarheid de belangrijkste drijfveer voor ons. Dit is cruciaal voor onze klanten, aangezien zij plannen dat hun producten op tijd in de schappen liggen. Tot dat moment kan elke verstoring problemen veroorzaken," zegt Jana van Niekerk, Sales Director FMCG, Reefer en Pharma bij Maersk. "Er zullen altijd disrupties zijn die buiten onze controle liggen, maar wij kunnen oplossingen bieden om deze verstoringen beheersbaar te maken en de onzekerheid voor verladers te verminderen. Ons uiteindelijke doel is een end-to-endoplossing die klanten meer controle, veerkracht en flexibiliteit in hun supply chain teruggeeft."
Een complexe uitdaging, gezien de huidige geopolitieke spanningen en andere verstoringen die de logistieke sector onder druk zetten. "De afgelopen jaren hebben we een sterke afname in de dienstregelingbetrouwbaarheid gezien, met een absoluut dieptepunt tijdens de Covid-19-crisis. Hoewel klanten blijven vragen om betrouwbaarheid, heeft onze sector tot op heden moeite om deze betrouwbaarheid structureel te verbeteren."
Netwerken
Om de wendbaarheid te vergroten, richt Maersk zich steeds meer op netwerken en de integratie van diensten. "Netwerken worden steeds belangrijker. Het Gemini-netwerk – een samenwerking tussen Maersk en Hapag-Lloyd voor het grootste deel van de Oost-West handelsroutes – is inmiddels operationeel. Ons doel is om een dienstregelingbetrouwbaarheid van minimaal 90 procent te realiseren, gecombineerd met een best-in-class service door onze maritieme netwerken."
Aangezien de meeste disrupties optreden in havens of bij transshipment, richt de Gemini-samenwerking zich op het minimaliseren van deze knelpunten, legt Jana uit. "Je kunt onze eerdere dienstverlening vergelijken met een bussysteem: er zijn veel haltes, en als er ergens vertraging optreedt, werkt dit door in de gehele transittijd. Dit lossen we op met het nieuwe 'hub-and-spoke'-model van ons netwerk. We doen alleen een beperkt aantal hoofdterminals aan – de hubs – om de impact van verstoringen te verkleinen. De 'spokes' – in ons geval eigen shuttlediensten die we wereldwijd opereren – verbinden deze hubs verder binnen het netwerk."
Shuttles
Deze shuttles, die groot genoeg zijn om enkele duizenden TEU's te vervoeren, verbinden slechts één of maximaal twee havens, legt Jana uit. "In plaats van transshipment noemen we dit 'transloading': goederen worden van het ene schip naar het andere overgeladen, terwijl ze op de terminal blijven. De shuttles varen bijvoorbeeld tussen Rotterdam en London Gateway of tussen Bremerhaven en Gdansk en terug. Dankzij de kortere transittijd en grotere wendbaarheid van de shuttles neemt de algehele betrouwbaarheid toe."
Een van de hubs waar lading wordt overgeladen van deepsea-schepen naar de shuttlediensten is Rotterdam. "Voor het verwerken van al deze 'transloaded units' is een grote overslagcapaciteit nodig. Rotterdam is een van de belangrijkste importhavens, zowel als eindbestemming als voor verdere distributie binnen Europa. Daarom hebben we een nieuw koelhuis in Rotterdam gebouwd, zodat de verschepingen, de hubfunctie en de koelopslag op één locatie samenkomen en in directe nabijheid van elkaar. Dit stelt ons in staat om de lading uiterst efficiënt te verwerken, over te laden of aanvullende logistieke diensten aan te bieden voordat de goederen verder worden gedistribueerd."
Speed-to-market
Jana verwacht dat het nieuwe koelhuis – dat BREEAM- en SKAL-gecertificeerd is en in Q3 ook streeft naar een GDP-certificering voor farmaceutische producten – zal bijdragen aan meer 'speed to market'. "Het koelhuis ligt direct naast de terminal en is via een interne weg rechtstreeks verbonden. Dit zorgt voor een snelle en efficiënte lossing van schepen naar het koelhuis, waardoor importeurs van verse producten optimaal kunnen profiteren van een kortere doorlooptijd."
Geïntegreerde diensten spelen een steeds grotere rol voor klanten, merkt Jana op. "De integratie van diensten is een bewuste uitbreiding van de toegevoegde waarde die we binnen de supply chain kunnen bieden, waardoor we onze klanten een 'farm-to-fork'-oplossing kunnen aanbieden. Vooral bij onze klanten in de AGF-sector zien we een groeiende vraag naar meer geïntegreerde logistieke oplossingen." Volgens Jana wordt deze ontwikkeling gedreven door de voordelen van minder schakels in de supply of cold chain en een verminderd aantal overdrachtsmomenten in het logistieke proces. "Wanneer alles in één hand wordt gehouden, ontstaat er meer flexibiliteit om verschillende opties binnen de keten te benutten. Samenwerken met meerdere dienstverleners verhoogt daarentegen de complexiteit."
Effectief supply chain management
Deze integratie reikt verder dan alleen verschepingen en koelopslag, benadrukt Jana. "Naast onze 700 schepen, beschikken we ook over luchtvrachtcapaciteiten. Met de Boeing-vrachtschepen die Maersk wereldwijd inzet, behoren we tot de top 15 luchtvrachtexpediteurs. Dankzij ons netwerk van logistieke assets – zoals koelhuizen – kunnen we verbindingen leggen binnen heel de keten. Bijvoorbeeld door de doorlooptijd te verkorten via een modal shift van zeevracht naar luchtvracht, of door lading tijdelijk in koelopslag te houden. Het draait allemaal om effectief supply chain management."
Die efficiëntie heeft uiteraard invloed op de kosten. Dit is des te relevanter nu wereldwijd nieuwe importheffingen en kostprijsverhogende regelgeving dreigen te worden ingevoerd, aldus Jana. "Dat brengt veel onzekerheid en onvoorspelbaarheid met zich mee. Bedrijven zullen daarop moeten inspelen door bijvoorbeeld diversificatie, het aanpassen van voorraadniveaus of het aanpassen van de supply chain. Onze geïntegreerde oplossingen geven klanten de flexibiliteit om hun supply chain veerkrachtiger te maken en zo beter in te spelen op deze onzekerheden," besluit Jana.
Dit artikel verscheen eerder in editie 3, 39e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Maersk
www.maersk.com
jana.vanniekerk@maersk.com