Halverwege 2026 wordt in Nederland de vrachtwagenheffing ingevoerd. Deze nieuwe kilometerheffing geldt voor alle snelwegen, een aantal N-wegen en enkele lokale wegen bij grotere steden. De heffing is verplicht voor vrachtwagens met een toegestane massa van meer dan 3,5 ton, ongeacht of ze een Nederlands of buitenlands kenteken hebben. Deze kilometerheffing brengt een aantal belangrijke veranderingen met zich mee en zal aanzienlijke gevolgen voor de transportsector hebben, bericht TLN.
Belangrijkste veranderingen
De exacte invoeringsdatum van de vrachtwagenheffing is nog niet bekend, maar het ministerie van I&W mikt nu op 'medio 2026'. Met de invoering van de vrachtwagenheffing worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- Afschaffing van het Eurovignet in Nederland – Transportbedrijven hoeven dit vignet niet langer aan te schaffen.
- Wijzigingen in de motorrijtuigenbelasting:
- Voor vrachtwagens tot 12 ton wordt de belasting volledig afgeschaft.
- Voor vrachtwagens boven 12 ton wordt de belasting verlaagd tot het Europese minimumniveau. Dit betekent een verlaging ten opzichte van de huidige situatie.
Bestemming van de opbrengsten
De netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing worden beheerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Het geld wordt geïnvesteerd in innovatie en verduurzaming binnen de transportsector, met een focus op elektrische vrachtwagens en waterstofvoertuigen.
Dit is een belangrijke mijlpaal, aangezien de inkomsten uit de heffing direct worden gekoppeld aan investeringen in de sector, een resultaat van succesvolle lobby-inspanningen van onder meer TLN. TLN praat ook mee met de minister over de precieze besteding van de terugsluisgelden.
Tarieven en inning van de vrachtwagenheffing
De hoogte van de vrachtwagenheffing is afhankelijk van twee factoren:
- Het gewicht van het voertuig
- De CO₂-uitstootklasse
Deze gegevens worden ontleend aan het kentekenregister van de RDW, dat momenteel wordt geüpdatet. In deze presentatie worden enkele concrete rekenvoorbeelden getoond.
De inning van de vrachtwagenheffing verloopt op dezelfde manier als in omliggende landen. Transporteurs moeten een GPS-onboard unit (OBU) in hun voertuig hebben, die registreert waar en hoeveel kilometer er is gereden op het tolnetwerk. Via tolportalen wordt deze data uitgelezen en wordt er een factuur opgesteld.
Toldienstaanbieders en contractopties
Om de heffing te voldoen, moeten transporteurs een contract afsluiten met een toldienstaanbieder. Er zijn twee keuzes:
- Hoofdaanbieder – Dit is een door de Staat aangewezen partij die verplicht is om alle klanten te accepteren. Let op: deze optie is alleen bruikbaar binnen Nederland.
- Commerciële aanbieders, ook wel EETS-aanbieders genoemd – Dit zijn bedrijven die eigen OBU's aanbieden en die ook in andere landen gebruikt kunnen worden. Zij moeten daarvoor eerst worden toegelaten tot de Nederlandse vrachtwagenheffing. Ze mogen dan zelf bepalen welke klanten ze accepteren.
Update: Momenteel treffen vier commerciële aanbieders voorbereidingen om accreditatie te verkrijgen. Twee aanbieders - Toll4Europe en Telepass - hebben inmiddels de volgende stap genomen om tot de Nederlandse vrachtwagenheffing te mogen worden toegelaten.
Vrijstellingen en handhaving
Er zijn enkele vrijstellingen van de heffing, zoals te zien is in deze presentatie. Daarnaast worden Europese richtlijnen gevolgd voor niet-betalers. Lidstaten zijn verplicht gegevens van kentekenhouders met elkaar te delen. Hierdoor kan een boete worden opgelegd aan transporteurs die de heffing niet betalen. Blijft de betaling uit, dan kunnen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) of de politie de vrachtwagen in bewaring nemen.
Bron: TLN