In Trumps eerste termijn werd de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie al geconfronteerd met hogere importtarieven op 160 producten. De gevolgen hiervan bleven destijds beperkt doordat Nederland veel van deze producten, zoals wijn en olijven, niet of nauwelijks produceert of exporteert. Bovendien ontkwamen voor Nederland belangrijke exportproducten zoals kaas aan de tariefsverhoging. Dit keer lijkt het anders te gaan: Trump zinspeelt op een importtarief van 25 procent voor alle goederen uit de Europese Unie.
Jaarlijks exporteert de Nederlandse dranken- en voedingsmiddelenindustrie ruim 2,3 miljard euro naar de VS. Omgerekend is dit slechts 3 procent van de totale export. Figuur 1 laat zien dat Nederland met name alcoholische dranken, vis, groente en fruit, kaas en chocolade naar de VS exporteert.Een heffing op Europese goederen zorgt ervoor dat Amerikaanse afnemers vaker Nederlandse voedingsmiddelen links laten liggen en vervangen door binnenlandse alternatieven. Op basis van tarief- en prijselasticiteiten raamt ABN AMRO dat de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie jaarlijks ruim de helft minder naar de VS zal exporteren als gevolg van een eenzijdig importtarief van 25 procent. Dit is gelijk aan 1,3 miljard euro per jaar. Op de totale export van de voedingsmiddelenindustrie betreft de daling echter slechts 1,5 procent. De impact lijkt daarmee beperkt.
Om de impact te verzachten kunnen producenten anticiperen door 1) andere afzetmarkten te zoeken en daarmee hun klantenbestand diversifiëren, 2) prijzen aan te passen, afhankelijk van de prijselasticiteit van het product en 3) productie verplaatsen naar de VS of landen waarvoor geen Amerikaans importtarief geldt om daarmee de importheffing te ontlopen.
Gedragsveranderingen en neveneffecten In onze berekening kijken we enkel naar de directe effecten van de importheffing op productniveau. Gedragsveranderingen en neveneffecten zijn te onzeker en daarom in de berekeningen niet meegenomen. Neveneffecten kunnen echter verzachtend werken. Ter illustratie, Amerikaanse bierbrouwers zullen minder competitie ervaren van Nederlandse bierbrouwers als gevolg van het importtarief. Tegelijkertijd krijgen ze te maken met hogere inkoopkosten doordat ze het importtarief ook (deels) betalen over hun tarwe en hop. Het relatieve voordeel van Amerikaanse bierbrouwers wordt daarmee deels teniet gedaan.
Daarnaast spelen importtarieven voor concurrerende landen een belangrijke rol. Mexico produceert eveneens veel bier voor de Amerikaanse markt. Als zowel de EU als Mexico importtarieven moeten betalen zal de daling in het exportvolume gedempt worden. Mocht het tarief voor Mexico worden opgeheven, dan zal de EU harder geraakt worden. Neveneffecten kunnen ook negatief uitpakken. Overtollig aanbod dat niet naar de VS wordt verscheept zal op bijvoorbeeld de Europese markt worden aangeboden. Dit drukt de prijzen, zodat het Amerikaanse importtarief uiteindelijk tegelijk de marges in Europa onder druk zet. Gegeven de omvang van de export naar de VS blijft dit effect naar verwachting beperkt.
Op dinsdag 4 maart werden de importheffingen van de VS voor Canada, Mexico en China ingevoerd. Het is het nog maar de vraag hoe geloofwaardig de dreiging van Trump richting de EU is. De importheffing voor Mexico en Canada werd in het verleden al voor invoering uitgesteld. Bovendien werkt de EU aan een tegenreactie die Trump mogelijk van gedachten kan doen veranderen. Vanuit economisch perspectief is een tegenreactie met importheffing voor Amerikaanse goederen overigens geen verstandig idee doordat het de Nederlandse inflatie verder zal aanjagen. Nederland importeert vanuit de VS met name fruit & noten (jaarlijks 286 miljoen euro), alcoholische dranken (190 miljoen euro), vlees (183 miljoen euro) en vis (116 miljoen euro).
Bron: ABN AMRO