Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Belgische inflatie blijft gelijk: 4,4 procent

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedroeg in januari 4,4%, net zoals in december. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedroeg 3,5% in januari tegenover 3,6% in december en 3,8% in november. Het verschil in inflatie tussen de HICP en de HICP-CT is grotendeels te wijten aan de wijziging van de accijnzen op tabak en aardgas. Met deze wijzigingen van de belastingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.

Inflatie

De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,5% in januari, tegenover 3,5% in december en 3,8% in november. De inflatie zonder energieproducten daalt in januari tot 2,5%, tegenover 3,4% in december.


Kerninflatie en inflatie zonder energie

De inflatie voor voeding en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 2,4%, tegenover 1,7% vorige maand. De inflatie van olie bedraagt deze maand 7,6% net zoals in december. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 2,4% ten opzichte van 0,7% vorige maand. Vis heeft deze maand een inflatie van 2,7% tegenover 1,7% in december. Brood en granen laten een inflatie van 2,0% optekenen, een stijging ten opzichte van de 1,7% in december. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 2,1% ten opzichte van 1,3% vorige maand.

Inflatie voeding en enkele subgroepen

De bijdrage van energie tot de inflatie was negatief van januari 2023 tot februari 2024. Deze inflatie bedraagt nu 2,2%, een stijging ten opzichte van vorige maand (1,4%). Zoals hieronder beschreven, stijgt de inflatie voor energie. Het gaat daarbij niet enkel om een stijging van de energiekosten, maar ook om een gevolg van het verdwijnen in de index van de impact op 12 maanden van de basispakketten. Voeding levert een bijdrage van 0,4%.


Bijdrage van energie tot de inflatie

Elektriciteit is nu 26,7% duurder dan een jaar geleden. Aardgas is 77,2% duurder dan vorig jaar in januari. De prijs van huisbrandolie is met 2,0% gedaald ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie energie

Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie
De opsplitsing in de 12 hoofdgroepen toont aan dat de hoogste inflatie in januari gemeten werd voor 'Alcoholische dranken en tabak' (18,9%). De laagste inflatie (-15,3%) wordt opgemeten voor de groep 'Kleding en schoeisel'. De groep 'Huisvesting, water en energie' is de hoofdgroep die in januari de grootste positieve impact had op de inflatie met 2,2 procentpunt. De groep 'Kleding en schoeisel' had de grootste negatieve impact met -1,3 procentpunt.

Inflatie en impact op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energieproducten is gestegen ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in januari 22,8% ten opzichte van 13,7% in december en 14,8% in november. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 4,7%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 14,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in januari 7,5% ten opzichte van 6,9% in december en november. Ten opzichte van de voorgaande maand zijn de prijzen met gemiddeld 2,5% gestegen. De gemiddelde inflatie bedroeg 5,7% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in januari 1,7% ten opzichte van 1,5% in december en 2,2% in november. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in januari -3,3% ten opzichte van 0,8% in december en 1,7% in november. Tegenover de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 7,2%, voornamelijk als gevolg van de solden. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 1,0% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten (inclusief huur) stijgt de inflatie en bedraagt ze 4,1% in januari tegenover 3,7% in december en 3,8% in november. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 4,3% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in januari 2,5%. Dat is een daling ten opzichte van de 3,5% die in december werd opgetekend. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 3,6%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met gemiddeld 1,5%.


Inflatie volgens specifieke aggregaten

Impact van de subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie werd gerealiseerd door aardgas met een impact van 1,31 procentpunt. Tabak heeft een impact van 0,78 procentpunt. Elektriciteit heeft een impact van 0,73 procentpunt. Tot slot hebben huishoudelijke diensten een impact van 0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor kleding, met een impact van -1,13 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een negatieve impact van -0,17 procentpunt. Telecommunicatie had een impact van
-0,15 procentpunt. Schoenen hadden een negatieve impact van -0,14 procentpunt. Meubelen hebben een negatieve impact van -0,13 procentpunt. En vlees tot slot had een negatieve impact van -0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Vergelijking tussen België en de buurlanden
Aangezien de definitieve HICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van januari. In België bedroeg deze inflatie 4,4% in januari, stabiel ten opzichte van december. Nederland tekende een inflatie van 2,9% op in januari; ze daalde daarmee ten opzichte van december toen ze 3,9% was. In Frankrijk bleef de inflatie in januari stabiel op 1,8%, net zoals in december. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van januari voor Duitsland bedroeg 2,8%, stabiel ten opzichte van december.

HICP

Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor januari nog niet publiceerde, is december de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in december 3,6%, ze daalde daarmee licht ten opzichte van de 3,8% in november. In Duitsland steeg deze inflatie tot 2,3% in december ten opzichte van 1,8% in november en oktober. In Frankrijk steeg deze inflatie in december licht tot 1,4%, ten opzichte van 1,3% in november. In Nederland steeg de inflatie tot 3,0% tegenover 2,8% in november.


HICP-CT

Bron: Statbel

Publicatiedatum: