Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Voerstrategie zorgt voor hogere aantallen Macrolophus in auberginekas

Omdat de opbouw van de roofwants Macrolophus pygmaeus niet goed verloopt, terwijl het een heel belangrijke biologische bestrijder is in de teelt van aubergine, is een praktijkpilot uitgevoerd. De rapportage van het pilotproject Kas als Ecosysteem aubergine is nu beschikbaar.

Doel van de pilot is aan te tonen dat met het aanbieden van alternatief voedsel - Ephestia eieren en Artemisia cysten - een positief effect ontstaat op de ontwikkeling van deze roofwants in de startfase van de teelt. Daarnaast of het mogelijk is deze ook later in de teeltfase, in rapportage fase twee, op een voldoende hoog niveau te houden.

Belang van hoog niveau aan Macrolophus
Macrolophus is een generalistische predator, die veel verschillende plaagorganismen op zijn menu heeft staan; witte vlieg, spint, rupsen, mineervlieg en bladluis. Juist deze plagen willen auberginetelers zo goed mogelijk beheersen, tijdens de gehele teelt. In de praktijkpilot, uitgevoerd op een teeltlocatie van 2 ha, is bij Van Duijn De Jong Aubergines, in Oosterland de pilot uitgevoerd met een intensieve bijvoerstrategie. Waarbij een tweede locatie, met vergelijkbaar ras, plantdatum, teeltregime zonder bijvoerstrategie als referentie heeft gediend.

Belangrijkste conclusies
Er is een duidelijk verschil tussen beide afdelingen. Waar is bijgevoerd, is over de gehele periode een hogere populatie Macrolophus; met name in de periode dat er wordt bijgevoerd. Ook kan gesteld worden dat ook de roofmijt swirskii op voldoende niveau is gebleven.

Het effect van het bijvoeren kan in de beginfase van de teelt wel duidelijk worden aangetoond. Echter het bijvoeren in de tweede fase van de teelt heeft niet duidelijk tot een hoger niveau Macrolophus geleid.

Auberginetelers zelf intensief betrokken bij deze pilot
Hoe mooi is het om een grote pilot echt in de praktijk uit te voeren. Uiteraard is er breed draagvlak vanuit de gewasgroep aubergine voor dit bijvoerconcept, aangereikt door Koppert. Hoewel het teeltbedrijf, waar de pilot wordt uitgevoerd zelf het meeste leert, zijn de resultaten uiteindelijk voor alle telers beschikbaar.

Financiering van deze pilot
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het programma Kas als Ecosysteem en wordt gefinancierd uit het praktijkprogramma Plantgezondheid en Kennis in je Kas (KijK).

Bron: Glastuinbouw Nederland

Publicatiedatum: