Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Afzonderlijke componenten bepalend voor microleven in samengestelde hernieuwbare groeimedia

Het microleven in samengestelde hernieuwde groeimedia – alternatieven voor veenhoudende groeimedia – wordt in grote mate bepaald door het microleven (ook wel microbioom genoemd) in de afzonderlijke componenten. Vooral de microbiomen uit kokos en compost blijken een groot effect op de samenstelling te hebben. Dat blijkt uit het WUR-onderzoek 'Naar een standaard voor het meten van de microbiologische kwaliteit van groeimedia op basis van hernieuwbare grondstoffen', deelt Glastuinbouw Nederland.

In de snelgroeiende markt voor groeimedia wordt steeds vaker gebruik gemaakt van andere materialen dan veen, zoals kokos, boomschors, houtvezel en compost. Zulke producten brengen vaak meer en ander microleven met zich mee. De verwachting is dat dit microleven een belangrijk effect heeft op de groei en weerbaarheid van planten, iets wat niet eerder systematisch is onderzocht.

Sinds twee jaar doet WUR onderzoek naar dit onderwerp in het project 'Naar een standaard voor het meten van de microbiologische kwaliteit van groeimedia op basis van hernieuwbare grondstoffen'. Op die manier wordt kennis opgedaan over het effect van het microleven (ook wel microbioom genoemd) van hernieuwbare componenten op de groei en weerbaarheid van planten. Daarnaast ontwikkelen de onderzoekers een referentiemethode waarmee je de microbiologische kwaliteit van nieuwe groeimedia, bestaande uit hernieuwbare componenten, kunt meten.

Afzonderlijke componenten hebben groot effect
In de eerste fase van het project zijn proeven uitgevoerd met vier gewassen: chrysant, pelargonium, lavendel en berk. Deze zijn op zes verschillende groeimedia geteeld om zo meer zicht te krijgen op het microbioom in hernieuwbare groeimedia. Uit deze proeven blijkt dat het microbioom in samengestelde groeimedia in grote mate bepaald wordt door het microbioom in de afzonderlijke componenten. Daarbij blijken vooral de microbiomen uit kokos en compost een groot effect op de samenstelling te hebben. Interessant genoeg maakt het weinig uit welke plant precies op een groeimedium geteeld wordt. Hoewel het microbioom tijdens de teelt wel wat verandert, blijven de globale verschillen in samenstelling tussen de groeimedia overeind. Dit is volgens de onderzoekers een veelbelovend resultaat. Het laat zien dat we het microbioom van hernieuwbare groeimedia daadwerkelijk kunnen sturen door de componenten die we eraan toevoegen.

Vervolgproeven
In vervolgproeven met chrysant is gekeken in hoeverre de microbiomen van afzonderlijke componenten een effect hebben op de groei van de plant. Hierbij zijn mengsels van kokos, boomschors, houtvezel en compost gebruikt. In deze mengsels werd steeds het microbioom van één of meer componenten afgedood met behulp van gammastraling. Vervolgens werden op de mengels chrysanten geteeld en werd het gewicht van de plant bepaald. Uit deze proef blijkt dat het microbioom een significant effect heeft op de groei. Het microbioom is dus—naast de fysisch-chemische eigenschappen van een groeimedium—belangrijk voor een succesvolle teelt. Momenteel worden de resultaten uit deze proef nog verder geanalyseerd om te bepalen welke bacteriën en schimmels precies verantwoordelijk zijn voor de gevonden verschillen in groei.

Proeven bij kwekers
Parallel aan de kasproeven zijn in 2024 ook proeven uitgevoerd bij kwekers van potchrysanten, lavendel en dwergconiferen (Chamaecyparis lawsoniana 'Ellwoodii'). Met de praktijkproeven wordt nagegaan of de resultaten in de praktijk overeenkomen met de kasproeven, voor wat betreft de samenstelling van het microbioom en de groei en kwaliteit van de planten.

Nuttig voor potgrondbedrijven en kweker
Uiteindelijk kunnen potgrondbedrijven de in dit project ontwikkelde kennis en referentieteeltmethode gebruiken om de geschiktheid van kandidaat-groeimedia te evalueren. De kennis kan ook gebruikt worden om te sturen op een goed microbioom in hernieuwbare groeimedia door de juiste componenten toe te voegen. Tot slot kunnen de ontwikkelde analysemethoden ingezet worden voor kwaliteitsdoeleinden.

Dit project is uitgevoerd door Wageningen UR Biointeracties en Plantgezondheid en Wageningen UR Glastuinbouw en gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK). Mede mogelijk gemaakt door ketenpartners; de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Glastuinbouw Nederland, LTO Vakgroep Bomen, Vaste Planten en Zomerbloemen, RHP, Legro, Tree Centre Opheusden, Lensli, Kekkilä-BVB en Jiffy. Uitgevoerd met medewerking van BVOR, GC Bromelia, GC eenjarige zomerbloeiers en Stichting Aardbei Onderzoek. De proef is begeleid door telers.

Bron: Glastuinbouw Nederland

Publicatiedatum: