Het kabinet overweegt invoering van een bijmengverplichting voor groen gas. De glastuinbouw is er, vanwege mogelijke meerkosten, geen voorstander van. In een bericht benadrukken Glastuinbouw Nederland en LTO Nederland nog maar eens hun standpunt. Over groen gas verscheen recent een nieuw rapport, waaruit fors hogere kosten voor de glastuinbouw blijken bij invoering.
Het verplicht toevoegen van groen gas aan aardgas kan vanaf 2026 de energietransitie in de gebouwde omgeving fors versnellen. Ook voor veehouders is het opschalen van de groengasproductie via monovergisting cruciaal om hun CO2-emissies te verlagen. Deze bijmengverplichting helpt zowel landbouw als bedrijven om te investeren in verduurzaming. Behalve in de glastuinbouw, schrijft Alexander Formsma, beleidsspecialist Energie & Klimaat bij Glastuinbouw Nederland. "Samen met ETS2 leidt deze maatregel tot een lastenverzwaring die twee keer zo hoog is als nodig om de klimaatdoelen te halen."
Glastuinbouw Nederland en LTO Nederland roepen daarom op de bijmengverplichting vanaf 1 januari 2026 in te voeren, zónder de glastuinbouw. De glastuinbouw heeft extra prikkels, in de vorm van ETS2 en een bijmengverplichting voor groen gas, niet nodig, stelt de brancheorganisatie. Men wijst op het bestaande Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030.
De glastuinbouw is niet principieel tegen de bijmengverplichting noch ETS2. Wel maken telers zich zorgen over overbeprijzing, stelt Formsma. "Samen leiden deze maatregelen namelijk tot een heffing van €200 per ton CO2-equivalenten. Dat is twee keer zo hoog als nodig om de klimaatdoelen van de glastuinbouw te halen." Dat is ook al gebleken uit onderzoek in opdracht van de regering in de Miljoenennota. "Sterker nog, de studie toont aan dat de sectorale CO2-heffing en de nieuwe energiebelasting al ruim voldoende zijn om de klimaatambities te halen. Niet nodig zijnde voor de CO2-doelen van de sector vormen deze plannen vooral extra lasten die Nederlandse telers Europees uit de markt prijzen."
Voorstel
Tegelijkertijd erkent de sector het belang van de bijmengverplichting voor veehouders en bedrijven die willen verduurzamen. Om deze impasse te doorbreken, stellen Glastuinbouw Nederland en LTO Nederland voor de bijmengverplichting zo snel mogelijk in te voeren voor ETS2-sectoren. Het deel van de glastuinbouw wordt dan bevroren totdat definitief is besloten of de sector onder ETS2 valt, conform de motie-Flach/Grinwis. De tweede optie is het uitzonderen van Glastuinbouw en verspreiden van de taakstelling over andere sectoren
Beide opties vermijden vertraging van invoering van groen gas in bestaande ETS2-sectoren. Zo kunnen veehouders vanaf 2026 aan de slag met monovergisting en ontvangen zij een fors hogere prijs voor duurzaam gas. Op die manier worden exorbitante en onnodige lastenverzwaring voor telers voorkomen.
Debat
Momenteel loopt er een traject tussen Eneco en de NEa om te bekijken of uitsluiting van glastuinbouw van ETS2 − en in het verlengde daarvan mogelijk de bijmengverplichting, met onder andere een verbeterde tuindersverklaring − uitvoerbaar is. Richting het Kamerdebat van 16 januari hierover riepen Glastuinbouw Nederland en LTO Nederland de minister op dit voorstel van de tuindersverklaring met de sector nader uit te werken, waarbij ETS2 en de bijmengverplichting op een werkbare en betaalbare manier kunnen worden ingevoerd, zónder glastuinbouw.