In Primeur nummer 2 van jaargang 1 van 20 juni 1986 een artikel over detaillist Paul De Kegel en zijn vrouw Maria Van Guyse in Sint-Niklaas. Lees hieronder het hele artikel.
Winkelier Paul De Kegel: "Keihard werken voor redelijk bestaan"
Toen Paul De Kegel en Maria Van Guyse elkaar in 1909 op het stadhuis van het Belgische Sint-Malaas het ja-woord gaven, zeiden ze ook ja tegen een gemeenschappelijke toekomst in de voedingssector. Hij zette een punt achter een ambtelijke loopbaan bij het ministerie van Economische Zaken in Brussel en Maria zegde haar betrekking in een Antwerpse bakkerswinkel vaarwel. Aan de Vijfstraten in Sint-Niklaas begonnen zij een zaak in algemene voedingsmiddelen, groenten en fruit. Nu, 17 jaar later, zegt de 40-jarige Paul De Kegel dat hij en zijn vrouw geen moment spijt hebben gehad over die stap naar de status van kleine zelfstandige.
Paul De Kegel bij zijn groenten- en fruitassortiment
"We hebben heel hard moeten werken en dat moeten we dagelijks nog om onze zaak op een behoorlijk niveau te kunnen tillen. Een achturige werkdag zit er voor ons beslist niet in. Na het sluitingsuur ben je immers nog tot 's avonds laat met noodzakelijke bezigheden in de weer."
Dat de inzet en het doorzettingsvermogen van het echtpaar De Kegel niet zonder vrucht is gebleven, is hun winkel duidelijk aan te zien. Zowel het exterieur als het interieur ademt een sfeer van netheid en zakelijke doelmatigheid, die weldadig aandoet. De De Kegels hechten een groot belang aan de presentatie en kwaliteit van de producten, dat ziet de klant in één oogopslag. Toch is Paul De Kegel nog niet helemaal tevreden over de opstelling van de gondels, die volgens hem hard aan uitbreiding toe zijn en de aantrekkelijkheid moeten verhogen.
Zijn assortiment groenten en fruit betrekt De Kagel van de grossier. De omzet van deze produkten bedraagt ongeveer 30 procent. In de winkel staat een volledige koelvitrine, een voor dit soort zaken onmisbaar attribuut.
De winkel van Paul De Kegel en Maria Van Guyse
Bezuinigingen
Of zijn clienteel prijsbewust koopt, vragen we De Kegel. Het antwoord is ontkennend: "Belgen zijn niet prijsbewust, ze kunnen niet rekenen. Vorig jaar had ik voor de weekeinden speciale witlootaanbiedingen tegen uitzonderlijk lage prijzen. Toch bleef de verkoop onder de verwachtingen. Dat is voor mij onverklaarbaar. Het gezegde van vroeger 'Het beste is schoon genoeg' gaat kennelijk tegenwoordig niet meer op. Nu hoor je maar al te vaak zeggen 'Geef me maar de goedkoopste'. Ik geloof niet dat de verminderde koopkracht daarvan de oorzaak is. Ik denk meer dat de mensen meer knibbelen op het eten om zich luxere uitgaven te kunnen permitteren. Om de bezuinigingen op het eten goed te praten zegt men in veel Belgische huishoudens dan 'De tafel staat toch niet op straat'.
Paul De Kegel zegt dat er in zijn branche veel concurrentie is. Hij moet het vooral hebben van zijn vaste klanten van wie er tamelijk veel over de hele stad zijn verspreid. Het echtpaar runt de zaak zonder bedienden. "Voor hobby's en andere vormen van vrijetijdsbesteding hebben we eenvoudig geen tijd. De zondag is onze enige vrije dag. Wel gaan we ieder jaar begin juli, als er kermis in Sint-Niklaas is, met vakantie. Meestal gaan we naar Oostenrijk."
De heer en mevrouw De Kegel hebben een zoon van 16 die nog op de middelbare school is. Ze zien in hem (nog) geen geschikte opvolger, omdat diens ambities meer in de richting van de infomatica gaan.
Samenvattend stelt Paul De Kegel: "Om in deze branche redelijk kans van slagen te hebben moet je er vooral de goesting voor hebben en een makkelijk leventje uit je hoofd laten. Alleen met keihard werken van 's morgens vroeg tot 's avonds laat kan je je in dit beroep staande houden. Van de buitenkant en van binnen mag een zaak als de onze er mooi uitzien, maar de meeste mensen hebben er geen flauw benul van hoeveel werk en uren er in steken."
Bron: Primeur | 1e jaargang | nummer 2 | 20 juni 1986