In het project PPS Kringloopsluiting Nutriënten uit Afvalwater en Proceswater (KNAP) werken bedrijven en kennisinstellingen aan het terugbrengen van waardevolle nutriënten uit afvalwaterstromen in plantaardige productiesectoren. Onderzoeker Max van Velden, van de Van der Knaap Groep, testte een stikstof- en een fosfaatmeststof in komkommerteelten en zag dat de planten prima presteerden, deelt Glastuinbouw Waterproof.
In de PPS KNAP verkent een consortium van kennisinstellingen en bedrijven bronnen die voor de kringloopsluiting aangewend kunnen worden en de randvoorwaarden om dat op verantwoorde wijze te doen. Voor de glastuinbouw concentreert het onderzoek zich op nitraat- en fosfaatmeststoffen die afkomstig zijn uit rioolzuiveringsslib.
Ammoniakwater en struviet
Twee specifieke meststoffen zijn getest in teeltproeven met komkommer. Dit gebeurde in de R&D-kas van de Van der Knaap Groep in Honselersdijk. Slibverwerking Noord-Brabant leverde ammoniakwater aan voor de stikstofcomponent in het bemestingsschema. Waternet bracht struviet in als bron van fosfaat. "Het ammoniakwater gaat eerst door een bioreactor met bacteriën, die het niet-opneembare ammoniumbicarbonaat omzetten in nitraatstikstof. Het nitraat wordt vervolgens gebonden aan calcium-ionen", vertelt Van Velden.
"Struviet is een minerale meststof uit zuiveringsslib. In zuivere vorm bestaat het uit magnesium-ammoniumfosfaat. Voor de proef zijn de struvietkristallen opgelost met behulp van salpeterzuur. Ook het struviet gaat eerst door de bioreactor om resterende organische bestanddelen af te breken en ammonium om te zetten in nitraat. Er komen dus twee nutriëntenstromen uit de bioreactor. Daarmee kunnen we in de vraag naar stikstof, fosfaat, calcium en magnesium voorzien."
Goede groei en gezondheid
Van Velden heeft de nitraatmeststof in twee opeenvolgende komkommerteelten getest. In de tweede proef deed het struviet zijn intrede. De planten (op kokosmatten) die circulaire stikstof en fosfaat ontvingen, zijn vergeleken met referentieplanten die kunstmest kregen toegediend. De geteelde rassen en de voedingsschema's waren telkens identiek. "Er is dagelijks geoogst", zo vertelt de onderzoeker.
"Daarbij zijn de aantallen vruchten en de geoogste kilo's geregistreerd. Op weekbasis hebben we ook metingen uitgevoerd aan het gewas om de lengtegroei, de plantbelasting en het aantal afgesplitste bladeren in kaart te brengen. We zagen geen duidelijk significante verschillen tussen de resultaten van beide voedingsregimes. Het grootste verschil zat in het gemiddelde vruchtgewicht, dat 10 gram hoger uitkwam bij de planten die circulaire meststoffen kregen. De planten groeiden voorbeeldig en bleven vitaal en gezond."
Opschalen met hergebruik drainwater
Van Velden merkt op dat het drainwater tijdens de proeven niet is hergebruikt. "Dat zou tot een andere dynamiek kunnen leiden en we wilden eerst vaststellen hoe de planten reageren op schoon voedingswater met circulaire componenten. Nu dat positief lijkt, zijn we uiteraard ook benieuwd hoe de circulaire meststoffen in een gesloten systeem uit de bus komen. De hamvraag is of toepassing van dergelijke meststoffen sneller of in hogere mate tot opbouw van contaminanten leidt, zoals natrium en zware metalen. In februari zetten we voor dat doel een nieuwe, iets grotere proef op met volledig hergebruik van drainwater, wederom met komkommer. Voor de uitvoering is een HBO-student aangetrokken, die hiervan zijn afstudeerproject maakt."
Bron: Glastuinbouw Waterproof