De glastuinbouw wil meststoffen zoveel mogelijk recirculeren. Ook wil de sector meer herwonnen nutriënten gebruiken uit (lokaal) beschikbare reststromen, om zo min mogelijk impact op milieu en klimaat te hebben. Voor de substraatteelt is inmiddels een nieuw bemestingssysteem ontwikkeld dat maximaal gebruik maakt van circulaire meststoffen. Omdat het een duur systeem is, willen onderzoekers van de WUR graag weten wat telers ervan vinden. Zij worden gevraagd een enquête in te vullen.
Sectorbreed lopen er verschillende onderzoeken naar nieuwe bemestingssystemen. Zo onderzoekt Wageningen University & Research, business unit Glastuinbouw, een nieuw bemestingssysteem voor substraatteelten. Dat gebeurt in samenwerking met partners Covestro, Van der Knaap, Evergreen en BioEnergy.
Langzaam vrijkomende meststoffen
Het systeem bestaat uit langzaam vrijkomende circulaire meststoffen. Deze zijn gecoat met biologisch afbreekbare polymeren die in het substraat worden gemengd. De polymeren geven geleidelijk voedingsstoffen vrij. Ze kunnen daarbij ondersteuning krijgen als circulaire vloeibare meststoffen via fertigatie worden toegediend. De teler kan dat doen om de bemesting aan te passen aan de gewasontwikkeling.
De langzaam vrijkomende meststoffen zijn gemaakt van grondstoffen die moeilijk in water oplossen. De vloeibare meststoffen bestaan uit een mengsel van oplosbare grondstoffen en het resulterende afvoerwater van de teelt. De meststoffen zijn circulair omdat ze gemaakt zijn van gerecyclede afvalstromen uit de industrie of uit de landbouw.
Forse investering
Het systeem is nu nog niet op de markt. Wel is al duidelijk dat het een forse investering van de teler zal vragen. Ook zal het 'inregelen' van de planten op het nieuwe bemestingssysteem nog wat tijd kosten, zo verwachten de onderzoekers. Het systeem draagt volgens hen echter bij aan een meer duurzame en meer circulaire glastuinbouw.
Bron: Glastuinbouw Nederland