De Algemene Rekenkamer heeft harde kritiek op de Energiebesparingsplicht, en het toezicht/inzicht op de plicht door het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Circa 3300 glastuinbouwbedrijven vallen sinds juli 2023 ook onder de plicht, naast ook ETS-deelnemers.
Bedrijven en instellingen met een energiebesparingsplicht besparen naar alle waarschijnlijkheid minder energie dan het Rijk wil. Deze verplichting bestaat al 30 jaar en is diverse keren aangepast, maar na 30 jaar is nog altijd niet duidelijk hoeveel bedrijven (kunnen) besparen op energieverbruik. In een analyse kijkt de Algemene Rekenkamer naar de jaren 2008-2023.
Met de groei van het aantal bedrijven dat onder de plicht valt, maakt Den Haag het zichzelf vooral moeilijk, zo zou je uit het kritische rapport kunnen concluderen. Een conclusie die tijdens een presentatie aan tuinders over de plicht afgelopen zomer ook al getrokken kon worden. Het zou in ieder geval een 'flink administratief klusje' worden.
Opbrengst onbekend
De Algemene Rekenkamer constateert in het rapport onder meer dat met de uitbreiding van de bedrijven die onder de plicht vallen, sinds juli 2023, het toezicht nog moeilijker is geworden. "Wat de mogelijke opbrengst is van het onder de energiebesparingsplicht brengen van de glastuinbouw en het geheel van vergunningplichtige bedrijven, is onbekend", citeren we uit het rapport.
De minister weet van de nieuwe doelgroepen die per juli 2023 onder de energiebesparingsplicht vallen – de glastuinbouw en vergunningplichtige bedrijven – niet hoeveel energiebesparing er mogelijk is én hoeveel een sluitend toezichtregime kost. Dit
inzicht is er wel voor de doelgroep die al voor 1 juli 2023 onder de plicht viel en voor
de ETS-sector.
De Algemene Rekenkamer merkt op dat de minister van Klimaat en Groene Groei sterk leunt op rapportages van TNO en het PBL, zonder eigen analyses. "De minister deelt de door TNO en PBL geschatte opbrengsten voor 2020 en 2030 vaak zonder eigen analyse met het parlement. Of stelt dat naleving van de energiebesparingsplicht deze energiereductie kan opleveren. Hoewel de minister formeel geen doelstellingen heeft, wekt zij daarmee wel verwachtingen over de opbrengst van de besparingsplicht."
Reactie minister
Een reactie van het ministerie is ook in het rapport opgenomen.
De minister van Klimaat en Groene Groei heeft bestuurlijk gereageerd op de conclusies en aanbevelingen. Zij erkent dat het inzicht in de opbrengsten van de energiebesparingsplicht in de afgelopen jaren beperkt was. En ook dat onduidelijk is wat het toezicht heeft opgeleverd. Wel is door een informatieplicht in te stellen voor bedrijven verbetering zichtbaar. Zij wil de plicht in 2027 actualiseren.
De minister herkent de conclusie uit het rapport niet dat de energiebesparingsplicht een 'one-size-fits-all' beleid is. Zij wijst erop dat voor de glastuinbouw rekening wordt gehouden met een andere opbouw van de energieprijzen en dat zeer energie-intensieve bedrijven niet gebonden zijn aan de Erkende Maatregelenlijsten. Ook is een splitsing gemaakt tussen de verantwoordelijkheid van huurders en verhuurders voor het doorvoeren van energiebesparende maatregelen.