Tholen – "Grenzen dicht voor import, sla met luis accepteren en broccoli als luxeproduct in plaats van kaviaar voor de happy few?" Zo schetste Richard Schouten van GroentenFruit Huis een toekomstbeeld tijdens de opening van het Symposium Productbeschikbaarheid. De sector heeft te maken met een complexe 'cocktail' van factoren: extreem weer, beperkingen op gewasbeschermingsmiddelen, geopolitieke spanningen, inflatie, energietransitie, verduurzaming en vergrijzing. Al deze ontwikkelingen vragen om aanpassingen en wendbaarheid binnen de AGF-keten. Telers, handelaren en afzet zullen gezamenlijk strategieën moeten ontwikkelen om de effecten van deze veranderingen op te vangen.
Richard Schouten, GroentenFruit Huis
Zeker is dat het hogere risico en aanpassing aan de nieuwe werkelijkheid leiden tot hogere kosten en prijzen, zei Cindy van Rijswick, strategisch analist bij Rabobank tijdens de aftrap van het symposium. Door een combinatie van factoren, klimaat, beleid, geopolitiek, schaarsere productiemiddelen, concurrentie om sommige overzeese import, lijkt een geringere productbeschikbaarheid 'normaal' te zijn geworden. De Europese groente- en fruitproductie stagneert al jaren, en met name de vollegrondsgroenteteelt staat onder druk. Ook de vanzelfsprekende aanvoer van overzeese import is niet meer gegarandeerd, omdat markten in Azië en Noord-Amerika producten opkopen tegen betere prijzen.
Dit creëert knelpunten in de keten, maar volgens Van Rijswick biedt dit ook kansen. "Dit is juist een mooi momentum om dingen in de keten ten goede te veranderen." Ze ziet kansen op het gebied van een betere margeverdeling en machtsbalans, meer samenwerking in de keten, focus op toegevoegde waarde en doorvoeren van verbeteringen in de keten.
Cindy van Rijswick, strategisch analyst Rabobank
Druk op prijzen en aanpassing van verdienmodellen
Stijgende kosten en schaarste zetten druk op de prijzen, wat telers en handelaren dwingt om hun verdienmodellen te herzien. Van Rijswick wijst erop dat de tijden van goedkope bloemkool en komkommer waarschijnlijk voorbij zijn: "Dit biedt echter kansen voor nieuwe verdienmodellen. In de frietsector bijvoorbeeld, zien we al dat telers meer kunnen verdienen door de spotmarkt te benutten in plaats van met vaste prijzen te werken. Dit model zou ook in de groente- en fruitsector goed kunnen werken."
Samenwerking en innovatie in de keten
De veranderende marktomstandigheden in combinatie met verduurzamingseisen vraagt ook om een intensievere samenwerking tussen alle schakels in de keten, waarbij waarde en transparantie belangrijker worden in plaats van volume. Uitbreiding in volume is ook niet nodig, want de vraag neemt ook af door vergrijzing van de bevolking.
"De focus verschuift van uitbreiding naar toegevoegde waarde," legt Van Rijswick uit. "Hierdoor ontstaat ruimte om duurzaamheid en kwaliteit beter te belonen en het maken van afspraken, bijvoorbeeld rondom keurmerken en gegevensuitwisseling, om processen te vereenvoudigen en tegelijkertijd de keten efficiënter te maken."
Nationale Voedselstrategie en rol Europa
Tijdens de daaropvolgende paneldiscussie kwam de nodige kritiek naar voren op het overheidsbeleid. Bestuurder en bloemkoolteler Ton Slagter waarschuwde dat, zonder aanpassing van het huidige beleid, de teelt onder zodanige druk komt te staan dat de groenteprijzen nog veel verder zullen stijgen. "Het wordt steeds moeilijker om alle supermarktprogramma's beleverd te houden; iedere keer is er wel iets aan de hand."
Paneldiscussie met van links naar rechts: Ralf van Beek (LVVN), Petra Berkhout (WUR), Ton Slagter (bestuurder LTO en bloemkoolteler), Corné van Klundert (Origin Fruit Direct)
Ralf van de Beek, verantwoordelijk voor internationale zaken bij het ministerie van Landbouw, Voedsel en Visserij (LVVN) kondigde aan dat het ministerie in 2025 komt met een nationale voedselstrategie die zorgvuldig moet worden vormgegeven om uitdagingen voor de voedselketen effectief aan te pakken.
Corné van Klundert van Origin Fruit Direct ziet dat Europese regelgeving in combinatie met klimaatverandering een steeds grotere uitdaging is bij het organiseren van continuïteit en betaalbaarheid van overzeese producten. "Het wordt steeds moeilijker om de productie op peil te houden door extremere klimaatomstandigheden," zei hij. Daarnaast brengt de EU-regelgeving nieuwe uitdagingen mee. "Telers buiten Europa moeten aan hoge duurzaamheidseisen voldoen, maar dat brengt kosten met zich mee," legt hij uit. Hierdoor wijken steeds meer telers uit naar markten als China en de VS, waar de eisen minder streng zijn. "Dit betekent dat Europese consumenten uiteindelijk hogere prijzen gaan betalen om aan deze standaarden te blijven voldoen."
Energie als randvoorwaarde
Petra Berkhout, agro-econoom bij Wageningen University & Research (WUR), maakt zich minder zorgen over de beschikbaarheid van voedsel, maar ziet wél risico's in de essentiële randvoorwaarden, zoals energie en kunstmest. "Voedselprijzen stijgen omdat energie steeds duurder wordt – elke schakel in de keten heeft energie nodig. Teelten die veel energie vereisen, komen hierdoor onder druk te staan en worden vaak vervangen door gewassen die minder energie vragen. Blijven de kosten stijgen, dan heeft dat gevolgen voor het hele systeem."
Relativeer prijzen
Of hogere voedselprijzen echt problematisch zijn, is volgens Berkhout een kwestie van perspectief. "Relativeren is belangrijk: nu besteden we slechts 10 à 12 procent van ons inkomen aan voedsel, terwijl dat vroeger rond de 50 procent lag. Het lijkt nu duur, maar eigenlijk is ons voedsel te goedkoop geworden. Als hogere prijzen bijdragen aan betere zorg voor biodiversiteit en duurzaamheid, is dat een goede ontwikkeling. Natuurlijk moeten we sociale problemen aanpakken die hiermee gepaard gaan, maar het is positief dat we ons bewuster worden van de werkelijke waarde van voedsel en bereid zijn er iets meer voor te betalen."
Dit is deel 1 van 2 over het Symposium Productbeschikbaarheid. Niet langer vanzelfsprekend