Gewasbescherming draait allang niet meer alleen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen; het gaat om een bredere aanpak. Immers, het gezond houden van onze gewassen wordt steeds uitdagender. Het vermogen van de plant om zichzelf te verdedigen tegen ziekten en plagen is daarbij een van de belangrijke aspecten. Maar hoe maak je überhaupt inzichtelijk hoe 'weerbaar' een plant is gedurende de verschillende groeifasen?
Tot nu toe was dat bijna onmogelijk. Er zijn vooral veel vragen. Zoals: hebben planten na het verplanten een periode van verlaagde weerstand? Zo ja, hoelang duurt die periode dan? En hoe zit het met het effect van transport naar verschillende locaties? En welke middelen en teeltmaatregelen helpen mijn planten om weerbaarder te zijn? En tegen welke ziektes en/of plagen zijn zij dan weerbaarder?
Om op dit soort vragen antwoorden te vinden, is enkele maanden geleden het project Meten Plantweerbaarheid gestart. Dit project richt zich op de verdere ontwikkeling van een model dat de schommelingen in de weerbaarheid van planten, tijdens de verschillende groeifasen, inzichtelijk maakt; het zogenoemde 'Challenge model'. Ook moet deze methode beter inzichtelijk maken, hoe we met 'elicitors' de weerbaarheid kunnen sturen. Elicitors zijn producten die de afweerreacties van een plant activeren en daarmee bijdragen aan een betere bescherming tegen ziekten en plagen.
Financiering en coördinatie
Dit project is uitgevoerd door Stichting Control in Food & Flowers (SCFF) en de Universiteit van Amsterdam (UVA) en gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK). Mede mogelijk gemaakt door Plantum, Plantosys, Normec Groen Agro Control en de gewascoöperaties Tomaat en Gerbera. De proef wordt gevolgd en begeleid door telers.
Meer achtergrondinfo over het project vind je hier
Bron: Kennis in je Kas