In Nederland worden aubergines vooralsnog onbelicht geteeld. In onderzoek bij Delphy is, op basis van eerdere proeven en resultaten, een nieuwe teeltstrategie onder LED-belichting toegepast om de productie in de winter te verhogen. Hiervoor zijn verschillende snoeistrategieën aangehouden en werd een verhoogde belichtingsintensiteit van 240 µmol/m²/s getest.
Door met scheutvruchten (vruchten op getopte zijscheuten) de plantbelasting te verhogen kan er een generatiever gewas worden geteeld. Dit leidde bij het ras 10-127 RZ ook tot een hogere winterproductie van 14,3 kg/m², vergeleken met 13,5 kg/m² in het vorige seizoen. De lichtbenuttingsefficiëntie wees echter uit dat het gewas niet efficiënter gebruik heeft gemaakt van het licht.
Bij Tracey RZ was de productie juist lager (11,4 kg/m² tegenover 12,8 kg/m² vorig seizoen), mogelijk door schade aan het fotosysteem door de hogere LED-intensiteit en een donker najaar. Bij het verhogen van de plantbelasting blijft vruchtstapeling een risico, waarbij vruchten niet goed uitgroeien en bovendien de zetting van nieuwe vruchten belemmert. Hierbij verdient met name het verticaal temperatuurprofiel extra aandacht. Deze temperatuurverschillen boven- en onderin het gewas kunnen worden verkleind met verticale ventilatoren of luchtcirculatie middels slurven. De potentie van belichte aubergine is nog niet bereikt.
Er is bewezen dat aubergine in de wintermaanden in Nederlandse kassen onder Full LED geteeld kunnen worden. Echter, de lichtbenuttingsefficiëntie, en daaruit volgend de productie, is nog niet op het niveau dat, gezien de belichtingsintensiteit, theoretisch mogelijk moet zijn én vanuit energetisch en economisch perspectief wenselijk is. Dit is deels te ondervangen door de rassenkeuze en teeltstrategie, en mogelijk ook door een (energiezuinige) klimaatstrategie die tot hogere vruchttemperaturen leidt. Verdere onderzoeken dienen te richten op de klimaatoptimalisatie en het aanpassen van de stengeldichtheid in de winter en het onbelichte seizoen daarna.
Klik hier voor het volledige eindrapport.
Bron: Glastuinbouw Nederland