Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Neonicotinoïden schadelijk voor vogels

Niet alleen bijen en hommels, maar ook vogels ondervinden grote gevolgen van neonicotinoïden: een groep gewasbeschermingsmiddelen die wordt gebruikt in de landbouw. Nieuw onderzoek van Wageningen Universiteit (WUR), gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Ecology Letters, toont aan hoe ver de invloed van deze stoffen reikt. Vogels, zoals onder andere huismus, patrijs en wilde eend, hebben niet alleen een lagere overlevingskans, maar krijgen ook te maken met verslechterde gezondheid en negatieve effecten op hun gedrag en voortplanting.

Neonicotinoïden zijn veelgebruikte insecticiden in de land- en tuinbouw en liggen al meer dan tien jaar onder vuur, vanwege hun onbedoelde schadelijke effecten op verschillende organismen. Onderzoeker Elke Molenaar van de WUR stelt: "Al langere tijd bestaat er bezorgdheid over de sterke impact van neonicotinoïden op insectenpopulaties, maar neonicotinoïden werden lang als weinig giftig voor vogels beschouwd. Men dacht dat de directe effecten door opname via het voedsel minimaal zouden zijn. Onze nieuwe studie door de WUR in samenwerking met Vogelbescherming toont aan dat er wél directe schadelijke effecten plaatsvinden als vogels voedsel eten dat neonicotinoïden bevat. Deze effecten zouden absoluut niet onderschat mogen worden."

Wereldwijde analyse
Uit een analyse van wereldwijde gegevens uit bijna vijftig studies, aan twaalf verschillende vogelsoorten, blijkt dat neonicotinoïden een negatieve invloed hebben op vrijwel elk aspect van het vogelleven. In deze studies werden vogels door middel van hun voedsel of directe toediening blootgesteld aan neonicotinoïden, en werden meer dan duizend effecten onderzocht. Een voorbeeld van zulke effecten is een verminderde oriëntatie, waardoor migrerende vogels de weg kwijtraken.

Andere effecten zijn jongen die geboren worden met complicaties, vogels met afwijkende bloedwaarden en vogels die korter leefden na blootstelling aan deze stoffen.

Schadelijke effecten alle neonicotinoïden
De studie onderzoekt de effecten van vijf verschillende soorten neonicotinoïden. Twee daarvan, imidacloprid en thiamethoxam, zijn al uitgebreid wetenschappelijk onderzocht, terwijl de andere drie - acetamiprid, clothianidin en thiacloprid - nauwelijks zijn bestudeerd.

Toch laten de resultaten volgens Molenaar zien dat de effecten van de stoffen onderling nauwelijks verschillen: "Voor alle stoffen zien we negatieve effecten."

Nieuwe neonicotinoïden: "dringend onderzoek vereist"
Hoewel neonicotinoïden binnen de EU veelal verboden zijn voor gebruik in de open land- en tuinbouw, worden ze wereldwijd nog steeds in verschillende landen toegepast. Binnen de EU zijn er bovendien uitzonderingen mogelijk, waarbij de akkerbouw via 'noodvergunningen' toch toestemming kan krijgen voor het gebruik ervan. Intussen worden in hoog tempo nieuwe, vergelijkbare gewasbeschermingsmiddelen ontwikkeld en op de markt gebracht.

Vogelbescherming noemt het zeer verontrustend dat deze schadelijke middelen nog steeds door de strenge toelatingsprocedures komen en onterecht worden bestempeld als 'veilig voor mens, dier en milieu'. Zo kan een middel al jarenlang grootschalig toegepast worden, terwijl achteraf uit onderzoek blijkt dat het helemaal niet veilig is voor vogels en wellicht andere organismen die deze stof binnenkrijgen. Gedegen en onafhankelijk onderzoek is daarom dringend nodig al voordat middelen toegelaten zouden mogen worden. Zowel naar de nog nauwelijks onderzochte stoffen, als naar de recent ontwikkelde middelen.

Frans van Alebeek, beleidsmedewerker bij Vogelbescherming: "Pesticiden moeten vooraf veel uitgebreider en strenger getoetst worden op hun mogelijke neveneffecten voor mens, dier en milieu. Bij twijfel daarover zouden middelen niet mogen worden toegelaten. Het is in het verleden al veel te vaak misgegaan.''

Bron: Vogelbescherming

Publicatiedatum: