Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Bert Graafsma, PwC:

"Consolidatie is van alle tijden”

Tholen - Hoewel ketenintegratie en consolidatie in de AGF-sector momenteel belangrijke onderwerpen zijn en opschaling aan de orde van de dag, is er niets nieuws onder de zon, zegt Bert Graafsma, voorzitter van de agrifood sector groep van internationaal accountancy en (belasting)adviesbureau PwC. "Ketenintegratie en consolidatie is van alle tijden."

En PwC voorziet zeker niet dat dit in de toekomst zal veranderen. "Ik denk dat de consolidatie en de samenwerking alleen maar toe zal nemen. Het tekort aan medewerkers zorgt er bijvoorbeeld in de glastuinbouw voor dat er investeringen in robotisering nodig zijn. Als je meer volume kunt vermarkten, kun je ook makkelijker investeren in robots. Als je de investeringen ziet die vanuit medewerkerstekort, duurzaamheid en technologie nodig zijn, verwacht ik dat die samenwerking steeds intensiever zal worden."

AGF-vakblad Primeur was in gesprek met Bert Graafsma over onder meer de struikelblokken van samenwerking, de rol van de tussenhandel, toenemende toenadering van telers en supermarkten en kansen voor de AGF-sector.


Bert Graafsma

Zijn ketenintegratie en consolidatie in de AGF-sector anders dan in andere sectoren?
"Over de hele voedselsector zie je consolidatie en ketenintegratie. Dat is eigenlijk ook van alle tijden. Je ziet samenwerking door heel de keten plaatsvinden: bijvoorbeeld op telersniveau, maar ook op handelsniveau: The Greenery die een verkenning is gestart met BelOrta. De marktdynamiek past zich ook elke keer weer aan, het is een continue beweging. Enerzijds is er elke keer de schaalvergroting en anderzijds ontstaan er aan de onderkant van de keten telkens nieuwe initiatieven en producten, waar dan een aantal jaren verder een nieuwe consolidatieslag zal plaatsvinden." Dat gezegd hebbende ziet Bert wel dat waar het in de jaren zestig mogelijk was om met bijvoorbeeld een kleine kwekerij een inkomen te verdienen, de stijgende kosten nu wel nopen tot opschaling naar grotere bedrijven. "Ik denk dat die schaalvergroting in sommige gevallen echt wel noodzakelijk is."

"Dat kan op telerniveau zijn om investeringen in nieuwe inpakmachines of landbouwmachines te kunnen doen. Maar dat kan ook op het niveau van een veiling zijn om investeringen in digitalisering te kunnen doen. Dat zijn hele investeringen in websites, portals, databases of AI. Hoewel de landbouwmachine tastbaarder is dan de digitalisering die je alleen op een scherm ziet, zijn beide significant. Om die investeringen te kunnen blijven doen is dus ook schaalvergroting nodig."

Onlangs kondigden The Greenery en BelOrta aan een verkenning voor samenwerking te starten, terwijl Fruitmasters en Veiling Hoogstraten juist tot de conclusie kwamen dat het voor hen niet gaat werken. Dit soort verkenningen voor samenwerking zijn vaak complexe trajecten; waar kan het op stuklopen?
"Het is heel belangrijk om een goede aanleiding te vinden om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Een coöperatie bestaat uit een heleboel telers met allemaal hun eigen niche en specialisatie. Daar zijn ze ontzettend goed in, maar ze hebben elkaar ook nodig om voor elkaar het succes te maken. Om daar een gemeenschappelijk doel te vinden en dat voor te houden is heel belangrijk. Als je dat gemeenschappelijke doel vindt, is de waarde van de nieuwe organisatie vele malen groter dan van de afzonderlijke bedrijven." Bert ziet dat bijvoorbeeld benodigde investeringen in digitalisering zo'n gemeenschappelijk doel kan zijn. "Voor de veilingen trek ik de parallel naar de bloemensector: daar is al een digitaliseringstraject gaande, waarbij je nu ziet dat er digitaal en op afstand geveild wordt. Afgelopen jaar is de rozenklok gecentraliseerd; waar je vroeger op verschillende locaties een rozenklok had, vindt dat nu op één locatie plaats. Voor een veiling is het heel belangrijk dat het prijspunt op een plek in een veilingomgeving plaatsvindt. Royal FloraHolland is inmiddels al zo ingeburgerd dat we al niet eens meer praten over de bloemenveilingen Aalsmeer en Naaldwijk. Daar zie je dat zo'n 15 jaar na een fusie de voordelen voor de leden gegenereerd kunnen worden. Maar dat is een toekomstig doel wat je met zijn allen moet nastreven en omdat telers hun eigen niche hebben en coöperaties een eigen cultuur, is dat best complex. In het voorbeeld van The Greenery en Bel'Orta speelt ook nog dat er landsgrenzen zijn. Je hebt dus te maken met verschillende wet- en regelgeving, verschillende fiscaliteit en waarschijnlijk ook verschillende governance. Maar het gaat om het gemeenschappelijke doel. Als je dat voor ogen houdt, kun je waarde creëren voor elkaar."

Zou digitalisering een nieuwe rol voor de klok kunnen betekenen?
"Het zou de klok meer waarde kunnen geven en het zou ook het productaanbod op de klok kunnen verbreden, omdat het aanbod van twee coöperaties samenkomt, waardoor het ook aantrekkelijker is voor kopers om zich daar te melden. Maar er zijn ook voordelen te halen op logistiek vlak: door centralisatie van de logistieke afhandeling kunnen meer diensten worden verleend. Dus waar vroeger een aanbod was van 100, is dat nu 200 waardoor je dat logistiek ook beter kunt kanaliseren naar de kopers toe. De telers kunnen daardoor een veel groter publiek aanspreken."

Ook in de teelt worden de bedrijven steeds groter en wordt vaker de eigen vermarkting – regelmatig in direct contact met de supermarkten – gedaan. Hoe kijken jullie aan tegen die ontwikkeling?
"Directe samenwerking met supermarkten zag je al veel eerder rond andere productcategorieën. Bij het broodschap of het vleesassortiment kropen de supermarkten al veel eerder dichter tegen een paar partijen aan. Dat zie je de laatste jaren ook rondom bijvoorbeeld paprika's en tomaten. Albert Heijn werkt met een geselecteerd aantal telers, die daardoor een ander businessmodel hebben. Ze zijn nog steeds ondernemer, maar op een andere manier. In de goede jaren delen ze de winst en in de slechte jaren delen ze de pijn met de supermarkt. Telers die direct met een supermarkt samenwerken innoveren en investeren op een andere manier, maar kunnen nog steeds een heel mooi product leveren." Bert ziet dat het aspect duurzaamheid daarbij ook een rol speelt. "Voor de supermarkten ligt er een heel grote uitdaging rond de implementatie van de CSRD-richtlijnen (Corporate Sustainability Reporting Directive, Europese wetgeving over duurzaamheid voor bedrijven die voldoen aan twee van deze drie criteria: meer dan 250 medewerkers, meer dan 50 miljoen euro omzet en een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro.) Dat gaat dan vooral over duurzaamheid, maar ook over hoe producten worden geteeld. Op het moment dat supermarkten in een een-op-eenrelatie staan met een teler is dat voor de supermarkt een snellere en transparantere data-input dan wanneer daar nog verschillende kanalen tussen zitten. Op basis van de vereiste datatransparantie kun je ook verwachten dat de retailers dichter aankruipen tegen de telers."

Wat houdt dat in voor de handel?
"Een onderdeel van de CSRD-regelgeving is de ESG-rapportage (Environmental, Social, Goverance). Dat vraagt aan de beursfondsen en straks ook aan de grotere bedrijven: hoe kom je aan je producten en hoe duurzaam en hoe maatschappelijk verantwoord zijn die? Om daarover goed te kunnen rapporteren is veel data nodig en voor veel ondernemingen is dat een test. Natuurlijk wisten bedrijven altijd wat ze inkochten en wat daarvoor werd betaald. Maar hoeveel gewasbeschermingsmiddelen er gebruikt worden, hoe met de medewerkers wordt omgegaan of wat de CO2-footprint van het product is, is informatie die nog niet standaard beschikbaar is. Je ziet dat daar een grote vraag wordt neergelegd. Waar de retailers daarvoor soms direct naar te teler gaan, ligt deze vraag ook bij de tussenhandel. Daarbij heeft de tussenhandel het voordeel productspecialist te zijn. De tussenhandel weet ontzettend veel van de producten die ze verkopen en zij kunnen daar dus heel veel toevoegen door die kennis over te dragen en de data te verrijken voor de supermarkt. Daarmee kan dan aangetoond worden dat het product voldoet aan bepaalde standaarden. Maar dat is ook een uitdaging voor de tussenhandelaren, want zij hebben soms een traditioneler businessmodel, waarbij die data nog niet verzameld wordt. Dus voor hen ligt er een mooie rol van maatschappelijk belang die tegelijkertijd een grote uitdaging is in de uitvoering. Als tussenhandel ben je ook niet georganiseerd als data house. Eigenlijk zie je dat heel veel bedrijven er in hun hoofd klaar voor zijn en weten wat ze moeten doen en er goede initiatieven zijn gestart in de branche, bijvoorbeeld door GroentenFruit Huis. Maar om dat in het systeem en de processen te verankeren en de informatie vanaf het veld de hele keten door te geleiden, is nog een hele ontwikkelingsslag nodig."

"Bijvoorbeeld Friesland Campina - dat waren ooit twee bedrijven, daar denken we nu al niet meer bij na – heeft een systeem ontwikkeld waarbij wordt teruggegaan naar het niveau van de boerderij. Daarbij wordt op de boerderij al data opgevraagd. Voor de boer is het veel werk om al die data in te voeren en registreren, maar het geeft ook een bepaald concurrentievoordeel. Want daarmee kun je echt laten zien aan de eindafnemer dat je bijvoorbeeld zeker weet wat voor middelen er zijn gebruikt. Je ziet de ontwikkeling dat – en in het supermarktlandschap is dat al een beetje aan het gebeuren – de consumenten veel meer transparantie vragen. Je ziet ook dat de overheid dat vraagt van de retail. Ook over gezonde voeding ligt er druk bij de retail. En dat vraagt dus ook vanuit de keten een bijdrage. Elke keer als ik met een handelshuis spreek, ben ik geïmponeerd over de hoeveelheid kennis van de producten zij hebben als het bijvoorbeeld gaat om herkomst, oogst of kwaliteit. En als je die kennis kan blijven inzetten met aanvullende data over duurzaamheid, gezondheid of een kwalificatie op het gebied van maatschappelijk verantwoord produceren, dan denk ik dat de tussenhandel nog steeds een heel relevante rol kan blijven spelen. Ik zou zelfs zeggen dat de handel misschien nog wel relevanter kan zijn doordat het een van de partijen is die de benodigde kennis heeft."


Klokverkoop

Kan de hechtere relatie tussen teler en supermarkt, door verschil in marktkracht, leiden tot afhankelijkheid en een zwakkere marktpositie van de teler?
"Die afhankelijkheid is tweezijdig. Want ook de supermarkt gaat een langdurige relatie aan met de teler, handelaar of dienstverlener in wat voor vorm dan ook. Wat je meestal ziet is dat het langdurige afspraken zijn over onder meer hoe het productaanbod eruitziet, op welke innovatie wordt ingezet, levertijden. Het gaat echt twee kanten op; door de volumes die de teler levert en de eisen die de supermarkt stelt, is er een wederzijdse afhankelijkheid."

Maar wat als je bijvoorbeeld als paprikateler X alleen voor supermarkt Y teelt?
"Sommige telers kiezen daarvoor, omdat ze daardoor ook weten wat ze aan het eind van het jaar overhouden. Zo'n teler heeft een langdurige relatie met de supermarkt met als doel om de relatie te bewaken en te zorgen dat het voor beide partijen werkt. Daarmee kan de teler zijn bedrijf op een duurzame manier voortzetten en de supermarkt krijgt de producten die ze zoekt. En dat is ook ondernemen. Als de supermarkt vanuit de consument bijvoorbeeld vragen krijgt over gewasbeschermingsvrije AGF, dan vraagt dat om investeringen bij de teler en daardoor zijn teler en supermarkt aan elkaar verbonden. Dat geldt ook voor investeringen op het gebied van robotisering als antwoord op het arbeidsvraagstuk."

Speelt het aspect duurzaamheid een rol bij het integreren van de keten?
"Duurzaamheid kan ook een reden zijn om op te schalen, zodat meer investeringen op dat vlak gedaan kunnen worden. Door de ESG-wetgeving zie je dat voor de supermarkt en de horeca veel transparanter wordt wat zij inkopen. Discussies rond cacao of koffie zijn er eigenlijk nooit geweest, maar nu de omstandigheden transparanter worden, zie je dit wel gebeuren. Rond vlees helemaal, want de CO2-footprint van vlees is een meervoud van wat er in de AGF-sector wordt gemaakt. Het is mijn verwachting dat er een concurrentievoordeel ontstaat voor de AGF-sector op het gebied van duurzaamheid, omdat de footprint ten opzichte van de andere categorieën vele malen lager is. Daar doet zich echt een opportunity voor. Anderzijds zullen er uit de ESG-data van groenten en fruit wellicht ook opmerkelijke bevindingen komen. Misschien wel rond de veiligheid of tevredenheid van medewerkers of op het gebied van eerlijke beloning. Als sector wil je ook daar zorgen dat de keten geen risico loopt. Dan kun je zeggen: dat risico ligt bij de teler, maar dat is natuurlijk niet zo. Want als een product op telersniveau een bepaald randje of een bijnaam krijgt, loopt dat door de hele keten heen tot in het schap. Dus is het ook een verantwoordelijkheid van de hele keten om te zorgen dat op die ESG-criteria een goed resultaat wordt neergezet, wat iedereen begrijpt. Het kan best zijn dat de keten – dat is met een heleboel subsectoren in de agrifood-sector zo – op basis van de ESG-rapportage nu weet dat ze nog niet is waar ze wil zijn, maar naar aanleiding van de rapportage wel een doel kan formuleren. Het nastreven van dat gezamenlijke doel, geeft ook weer de kans om de neuzen dezelfde kant op te krijgen."

Strekt de invulling van die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor een goed ESG-resultaat zich ook uit tot de prijsvorming om de daarvoor vereiste investeringen te kunnen dekken?
"Dat is een uitdaging voor de keten. Het is natuurlijk heel makkelijk om de specificaties aan te passen en dezelfde prijs te betalen. Maar ook die investering zal door heel de keten gedragen moeten worden, en dat is ook de enige manier waarop het kan. Want dat door de investering in een specifiek onderdeel van de keten, over heel de lijn de kostprijs zal veranderen, is wel duidelijk. Datzelfde hebben we ook gezien met de looncomponent. Loonkosten zijn enorm gestegen, dat gaat door de hele keten en zorgt in alle schakels voor stijgende prijzen. Dat zie je ook hier: als je naar een andere manier van gewasteelt gaat, dan heeft die duurzamere manier een ander prijskaartje. Dat is een kosten-batenanalyse. En ook de consument – die wel meer en meer bewust is – moet daar klaar voor zijn."

Waar ziet PwC kansen voor de AGF-sector?
"Er is een gezamenlijk initiatief van samenwerkende gezondheidsfondsen – onder meer de KWF Kankerbestrijdingen het Diabetes Fonds – om in te zetten voor 'De Gezonde Generatie'. Ik denk dat daar een hele mooie rol is weggelegd voor AGF, want feitelijk alles wat uit AGF komt draagt bij aan gezonde voeding en een gezond levenspatroon. Een aantal jaren geleden hebben we het onderzoek The Prize of Healthy Food uitgebracht en daarin zagen we dat gezond eten een netto voordeel oplevert. Het kost aan de voorkant misschien wat meer, maar aan de achterkant bespaar je heel veel op gezondheidskosten. Hoe kom je daar? Het bedrijfsleven – de AGF-sector en de retail – moet daar natuurlijk een stap maken, maar ook de overheid – denk aan bijvoorbeeld de discussie over btw – en ook de consument en het onderwijssysteem, die meer aandacht geven aan wat gezonde voeding is, hebben daarbij een rol te spelen. Ik zou hopen dat de AGF-sector meer platform krijgt om de mooie rol die ze heeft, goed in te vullen. Onder meer op het terrein van gezonde snacks of voedingsrijk avondeten. Maar denk ook aan vleesvervangers, waarbij gebruik wordt gemaakt van proteïne uit plantaardige producten. Dat biedt superveel kansen voor de sector."

Dit artikel verscheen eerder in editie 9, 38e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
PWC
Wognumsebuurt 3
1817 BH Alkmaar
Tel: +31 8879 20072
[email protected]
www.pwc.nl