Tholen - De aardbeiensector in Noord-Amerika werd deze zomer opgeschrikt door uitbraken van Neopestalotiopsis, een schimmelziekte die plantenkwekerijen in Nova Scotia trof. Daar werd zelfs de noodklok geluid omdat zij geen garantie meer konden afgeven voor schoon plantmateriaal. Petra van der Goes van Plant Quality Solutions, expert op het gebied van aardbeien en plantenziekten, kent de ziekte uit Europa. "Neopestalotiopsis is beheersbaar, mits we de juiste maatregelen nemen, zowel boven- als ondergronds."
Opkomst van Neopestalotiopsis in Europa
Neopestalotiopsis is geen nieuwkomer in de wereld van plantenziekten. In Europa is de schimmel al jaren een bekende vijand, vooral in de aardbeienteelt. "In Nederland begonnen we de ziekte op te merken toen rond 2010 enkele systemische middelen werden verboden," vertelt Petra. "Deze middelen speelden onbewust een grote rol in het voorkomen van Neopestalotiopsis. Toen die middelen wegvielen, vielen planten plotseling uit zonder dat men direct begreep wat de oorzaak was."
"In eerste instantie dachten we aan Phytophthora," vervolgt ze. "De symptomen van verwelking en bruine vlekken op de bladeren leken overeen te komen. Maar toen we het rhizoom, de wortelstokken van de plant, doorsneden, zagen we andere patronen, die veroorzaakt bleken door de schimmel Pestalotiopsis. Die is later omgedoopt tot Neopestalotiopsis."
Door middel van onderzoek werd de oorsprong en verspreiding van Neopestalotiopsis steeds beter begrepen. Sinds 2015 is het een bekende ziekte in de Nederlandse teelt, die vergelijkbare problemen als Fusarium of andere bodempathogenen veroorzaakt. "Vervelend, maar geen grote paniek."
Symptomen
Petra benadrukt dat de symptomen niet altijd direct zichtbaar zijn aan de bovenkant van de plant, wat Neopestalotiopsis verraderlijk maakt. Zeker omdat telers zich vaak richten op bovengrondse symptomen, terwijl de echte schade vaak ondergronds plaatsvindt. "Je ziet soms alleen kleine vlekjes op de bladeren of een plant die wat slapper oogt. Maar als je dieper kijkt, naar het rhizoom, zie je dat de schimmel al ver gevorderd kan zijn," vertelt ze.
De schimmel blokkeert de vaatbundels van de plant, waardoor de water- en voedingsstoffenstroom wordt verstoord. "Het is alsof je probeert water door een platgeperst rietje te laten stromen: de plant kan geen water meer opnemen, verwelkt en sterft uiteindelijk af." Ze raadt telers aan om planten door te snijden en grondig te onderzoeken, vooral als ze vermoeden dat er iets mis is. "Alleen door het rhizoom te controleren, kun je zeker weten of het Neopestalotiopsis is. Doorsnijden, en eventueel uitplaten."
De verspreiding van Neopestalotiopsis
Een van de uitdagingen van Neopestalotiopsis is de snelheid waarmee de schimmel zich kan verspreiden, aangezien wortelcontact een belangrijke verspreidingsroute is. "Als een plant in een veld geïnfecteerd is, kan de schimmel zich via de wortels razendsnel makkelijk van de ene plant naar de andere verspreiden, als een lopend vuurtje," legt ze uit. Dit maakt de schimmel gevaarlijk in velden met vollegrondsteelt, waar planten dicht op elkaar staan en wortelcontact onvermijdelijk is. "Bij een buitenteelt volvelds is het ook met regen van blad naar blad te verspreiden: de druppels spatten uiteen op de grond." Bovendien kan de schimmel er van buiten inwaaien. "Neopestalotiopsis is niet alleen een ziektenverwekker van aardbei. Het kan in tal van struiken taksterfte veroorzaken."
In kasteelten of andere gecontroleerde omgevingen is de verspreiding beperkter. In deze omstandigheden kan irrigatiewater een drager van de schimmelsporen zijn. Dit geldt vooral in regio's waar druppelirrigatie of regen een rol speelt. "In de kas kun je de teelt droger houden en de verspreiding beperken, maar buitenteelt is een heel ander verhaal," waarschuwt Petra.
Daar speelt regen immers een rol. Doordat de planten vaak op trayvelden wordt opgekweekt, kunnen infecties met trayplanten meekomen. De verdere verspreiding in de kas is hoofdzakelijk via wortelcontact. "Dat is in de bakken of zakken makkelijk. Tussen zakken is de verspreiding minder."
Waarom nu?
Een logische vraag is waarom Neopestalotiopsis nu ineens opduikt in Noord-Amerika. Volgens Petra is de ziekte waarschijnlijk al jarenlang aanwezig. De uitbraak kan te wijten zijn aan een combinatie van factoren, waaronder verandering in het gebruik van bestrijdingsmiddelen, en de weersomstandigheden. "Hoge temperaturen, veel regen, een hoge nachttemperatuur – allemaal factoren die stress op kunnen leveren," vat ze samen. "Dat verzwakt de planten en maakt ze vatbaarder voor infecties. De ene teler krijgt te maken met Colletotrichum, de andere met Neopestalotiopsis. Het is Russisch roulette welke je krijgt."
En wat te doen als je een bestelling hebt geplaatst bij een kwekerij die waarschuwt voor Neopoestalotiopsis? Na de vaststelling van de ziekte bij opkweekbedrijven op Prince Edward Island in Canada, meldden verschillende plantenkwekers hun klanten dit jaar dat orders kosteloos geannuleerd konden worden, of dat de planten op eigen risico moesten worden afgenomen. Maar voor de afnemers van de planten is het lastig is om een andere leverancier te vinden. "Ze hebben geen planten, of willen niet naar een kleine kwekerij verzenden", vertelt een teler uit Florida. "Misschien zijn aardbeien in 2025 niet voor ons weggelegd." Besmette planten wil ze niet afnemen. "Het risico is te groot," zegt ze. "We kunnen de planten bestellen, maar als we ze allemaal verliezen, is alles verloren."
Bestrijding en preventie
Telers wordt sowieso geadviseerd ervan uit te gaan dat er pathogenen in het plantmateriaal te vinden zijn, ongeacht de herkomst. Tegelijkertijd is schoon uitgangsmateriaal een belangrijk aspect van preventie, ziet Petra. "Als de moederplanten besmet zijn, is de kans groot dat de stekken ook besmet raken. Dit geldt vooral voor trayplanten die buiten worden geteeld, waar de schimmel via de lucht kan worden verspreid, en de bare root-planten in het volle veld." Een besmetting accepteren is dus ook afhankelijk van de gradatie en het besmettingspercentage. "Alleen maar ziek materiaal hoef je niet te accepteren, maar de besmetting kan ook via andere manieren bij de planten komen. Stress en invlieging kun je niet tegenhouden."
Waar Noord-Amerikanen geadviseerd worden rigoureus te spuiten, ziet de aardbeienexpert ziektenexpert veel meer potentie in biologische preventie, met bijvoorbeeld inoculatie met endofyten. "Vaak zijn dat schimmels die vanuit het wortelstelsel de plant van buiten en van binnen weet te beschermen. Dit middel werkt als een endofyt, wat betekent dat het in de plant leeft en helpt de schimmel te bestrijden," legt ze uit. Ze benadrukt dat, in geval van besmetting, het belangrijk is om preventief te handelen. "Als je eenmaal symptomen ziet, is het vaak al te laat om de plant te redden. Dan is het essentieel om de rest van de teelt te beschermen." Bovengronds sprayen– daar ziet ze niet zoveel in. "De contactmiddelen komen niet waar ze moeten zijn. Bovengronds zie je de symptomen, maar de oorzaak zit onder de grond. Focus op de verspreiding daar. Pak de biologische bestrijder, en zorg dat die er goed ingeregend wordt: spray and drench."
Een lichtpuntje is dat Neopestalotiopsis niet extreem agressief is. Zelfs met besmetting kun je dus een goed seizoen draaien. Petra adviseert telers echter wel om planten zorgvuldig te inspecteren voordat ze deze uitplanten. "Als je een plant ziet die er niet gezond uitziet, moet je die er onmiddellijk uithalen om de rest van je gewas te beschermen," zegt ze. "Je kunt slechts een paar zieke planten hebben, maar als je niet snel ingrijpt, kan de hele teelt besmet raken." Ze benadrukt daarbij nogmaals dat het belangrijk is om planten door te snijden en het rhizoom te inspecteren.
Effect op de markt
Met Neopestalotiopsis op zich valt te leven, maar de beschikbare middelen om ziektes te onderdrukken worden steeds beperkter. "In Europa zijn veel middelen al verboden. In Noord-Amerika heb ik daar moeilijk zicht op, maar ook daar zal het meer draaien om preventie in de teelt", ziet Petra. Dat, gecombineerd met druk op de markt, en extremere klimaatomstandigheden, stelt telers zeker voor uitdagingen. "Veel telers willen op de markt zijn rond kerst, maar niet alle rassen kunnen dit aan. Met temperaturen boven de 35 graden en nachttemperaturen boven de 20 graden is het voor planten moeilijk. Je moet rassen kiezen die daartegen kunnen, of de teelt aanpassen."
"We zien in landen zoals Italië en Spanje al dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van teeltsystemen buiten de grond, zoals kassen, goten en tunnels", vervolgt ze. "Dit helpt om ziekten zoals Neopestalotiopsis beter onder controle te houden en bescherming te bieden tegen het weer. In Noord-Amerika is die overgang de grond uit nog niet volledig gemaakt. Ze telen onder tunnels voor bescherming, maar zodra het doek eraf gaat voor de oogst, zijn de planten nog steeds blootgesteld aan de buitenomgeving." Petra verwacht dat de focus de komende jaren meer zal liggen op het verminderen van blootstelling aan omgevingsfactoren en het ontwikkelen van resistente rassen.
Voor meer informatie:
Plant Quality Solutions
Petra van der Goes
[email protected]
www.plantqualitysolutions.com