Bij de teelt van junidragende aardbeirassen is het cruciaal om de ontwikkeling van de bloemtrossen goed te monitoren. Deze planten investeren in de herfst in hun bloembeginsels, die een overgang maken van vegetatieve groei naar bloei. Het moment van deze transitie en de juiste verzorging tijdens de groei, zoals bemesting, bepalen de toekomstige oogst.
In dit artikel bespreekt Inagro de belangrijkste factoren die de bloemtrosontwikkeling beïnvloeden en hoe bloemknoponderzoek telers helpt om de groeifase en productieverwachting van hun planten te evalueren.
Bloemtrossen in ontwikkeling
Junidragende rassen investeren in het najaar in hun bloemtrossen. De bloembeginsels die lang vegetatief waren, ondergingen afgelopen periode, dankzij de steeds korter wordende daglengtes, een transitie naar een generatief stadium. Begin september zag Inagro de omslag al bij het ras Sonsation en een weekje later ging ook Elsanta overstag. Sinds die omslag evolueren de jonge bloembeginsels zich verder; hoe mooier weer, hoe sneller de vooruitgang. Tegelijk doseert de teler ook meststoffen op het trayveld, met als doel een sterke plant te bekomen. Ook die bemesting beïnvloedt de bloemontwikkeling. Door net iets langer door te gaan of iets vroeger te stoppen, kan je een zwaardere of lichtere plant bekomen. Afhankelijk van het teeltsysteem waarvoor je opkweekt, is het dus belangrijk te weten in welk stadium de plant zich bevindt en of de bemesting al dan niet al afgebouwd dient te worden.
Wat houdt het bloemknoponderzoek in?
Via bloemknoponderzoek gaat Inagro na hoe de opbouw van je aardbeienplant is.
- Via een topbloemonderzoek krijg je zicht op de ontwikkelingsfase van de primaire bloem, wat een goede indicatie oplevert van de algemene ontwikkelingsgraad van de plant; met andere woorden hoe snel de plant in productie kan komen na de bewaring.
- Bij een volledig bloemknoponderzoek wordt de volledige plantstengel ontleed en alle bloemtrossen in ontwikkeling bekeken. Deze analyse geeft je een zicht op de zwaarte van de plant; met andere woorden hoeveel trossen je mag verwachten en hoe je de spreiding op het uitwerpen ervan kan inschatten.
Voor meer informatie:
Inagro
Tel: 051 27 32 00
[email protected]
www.inagro.be