Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Telers willen met vergunning langer door met biomassacentrale

De Raad van State heeft een eerdere uitspraak van de rechter in hoger beroep bevestigd. De gemeente weigert een tijdelijke vergunning om te zetten in een vergunning voor onbepaalde tijd voor een biomassacentrale. Twee champignonkwekerijen en een aardbeienteler werken met de centrale, al sinds 2014.

Het idee was dat dit als overbrugging zou dienen tot ingebruikname van een verbrandingsinstallatie van champost. Naar nu blijkt, is nog meer onderzoek nodig naar verbranding van champost. De overstap van verbranding biomassa naar een dergelijke installatie waarin champost wordt verbrandt, kan nog zeker tien jaar duren.

De teeltbedrijven wijzen erop dat het tot die tijd wegens de levensduur van de biomassaverbrandingsinstallatie en de terugverdientijd ervan noodzakelijk dat deze installatie in ieder geval tot 2031 in gebruik mag zijn. De huidige tijdelijke vergunning loopt tot 21 november 2024.

Onvoldoende naar telers geluisterd
Het college van de gemeente vindt dat de bedrijven alleen eigen biomassa moeten verbranden, en het niet van elders mogen aanvoeren. Dat brengt ook extra verkeersbewegingen met zich mee. Bovendien voldoet de centrale volgens het college niet aan milieueisen. Er is bepaald dat levering van de geproduceerde energie aan derden is toegestaan, mits geen sprake is van een milieucategorie 3 of hoger. Volgens het college is aan deze voorwaarden niet voldaan.

De partijen achter de biomassacentrale hebben, zo stelt de Raad van State, onderbouwd waarom de installatie wel tot milieucategorie 2 behoort. Daar is niet op gereageerd en ook in hoger beroep geen weerwoord vanuit de gemeente op gekomen.

De Raad van State sluit in de uitspraak van 11 september 2024 verder aan bij de eerdere uitspraak uit 2022 door erop te wijzen dat de ruimtelijke bezwaren van de gemeente blijkbaar de afgelopen tien jaar geen reden waren om geen tijdelijke vergunning te verlenen. De belangen van de biomassapartijen en ook van omwonenden zijn volgens de Raad van State onvoldoende meegewogen.

Het college moet, ook van de Raad van State, een nieuw besluit nemen over de in 2019 door de telers aangevraagde omgevingsvergunning.