Naast proeven met Charentais, doet het Proefstation voor de Groenteteelt al enkele jaren onderzoek naar watermeloen. In de week van 12 augustus is de eerste watermeloen geoogst uit een plastiek tunnel. Deze rijpe watermeloenen, die onderdeel zijn van een rassenproef, waren geplant op 11 juni. De meloenen die 27 juni geplant zijn in dezelfde kap zullen ook weldra oogstbare vruchten geven.
Verschillende rassen mini-watermeloen
In deze rassenproef worden vijf rassen vergeleken. Bij deze rassen worden geen zeer grote stuks geoogst, waar watermeloen om bekend staat, maar net kleinere vruchten die geschikter zijn om in één keer te consumeren met een gezin of zelfs alleen. Tussen de rassen varieert het vruchtgewicht van de geoogste stuks tussen één en drie kg. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de rassen die aanliggen in de proef.
| Ras | Zaadhuis |
| Corellana RZ | Rijk Zwaan |
| FWD 5550 | Sakata |
| Gatinho RZ | Rijk Zwaan |
| HVO 1582 | Uniseeds |
| Tigrimini | Uniseeds |
Er wordt één plant per m² geplant en de teelt vraagt weinig verzorging. Voorlopig kwamen er ook geen plagen of ziekten in, op enkele plekken met Verticillium na, al zijn spintmijten zeker een aandachtspunt. Ook valse meeldauw kan in vochtige omstandigheden voor problemen zorgen.
Watermeloenen vereisen veel warmte
Nog meer dan Charentais, heeft watermeloen nood aan veel warmte. Hoewel de plantingen met meer dan twee weken verschil geplant zijn, komt de oogst dicht op elkaar doordat de vroegste teelt in koudere omstandigheden maar weinig groeide. Om de teelt voldoende warmte te geven, laat het Proefstation de tunnelwanden zo lang mogelijk naar beneden, met zichtbare effecten. De bestuiving verloopt natuurlijk via wilde hommels en bijen, wanneer de planten bloeien worden de tunnelwanden wat opengezet zodat de bestuivers aan de bloemen kunnen.
Ondanks de vele warmte die nodig is, is het toch mogelijk om in Vlaanderen smakelijke meloenen te telen. De rassen Tigrimini en Gatinho lagen vorig jaar ook in proef en haalden toen een productie van 3,5 tot 4 stuks per m², waarbij de smaak steeds erg goed zat.
Oogsten wanneer rijp
Charentais meloenen laten makkelijk zien wanneer ze rijp zijn, dat doen watermeloenen niet. Daarom is het moeilijker om de rijpheid in te schatten en watermeloen te oogsten. De beste techniek is om te kijken naar het hechtrankje op dezelfde knoop als de vrucht, wanneer dit bruin verkleurt, is de watermeloen oogstbaar. Bij veel van deze rassen is dat ongeveer vijf weken na vruchtzet. Watermeloen rijpen niet verder na oogst en zijn daarom beter bewaarbaar dan Charentais, zolang je ze maar niet bij elkaar bewaart.
Deze resultaten kwamen tot stand met financiering van BelOrta.