Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Dirk Verheij (91):

“Groenteboer is het mooiste beroep dat er is, ook al heb ik er geen donder mee verdiend”

Tholen - Twee keer per week rijdt de 91-jarige Dirk Verheij nog naar Spaanse Polder om zijn handel uit te zoeken. Een tocht die hij talloze keren maakte en hoopt te blijven maken. "Ik hoor er nog bij", zegt hij trots. "Groenteboer is het mooiste beroep dat er is, ook al heb ik er geen donder mee verdiend."


Oud-burgemeester Aboutaleb van Rotterdam bracht in 2022 een verrassingsbezoek. Dirks' winkel vervult ook een belangrijke sociale rol in Oud-Charlois

Dirk vierde onlangs zijn 77ste jubileum als groenteboer en kreeg ter ere daarvan de landelijke pers op bezoek in zijn winkeltje in de Pompstraat in Rotterdam. Bij het 75ste jubileum stond de toenmalige Rotterdamse burgemeester Aboutaleb bij hem op de stoep met een bos bloemen. "Sommige mensen krijgen een oorkonde voor hun jarenlange verdienste. Ik vind dat onzin, het is toch gewoon je werk?" zegt Dirk en voegt nuchter toe: "Tegenwoordig hebben ze het over zware beroepen, maar die bestaan in mijn ogen tegenwoordig niet."

Zwaar beroep
Want als iemand uit ervaring weet wat een zwaar beroep is, dan is het Dirk, de oudste groenteboer van Nederland. Geboren op 10 juni 1933 in de Rotterdamse wijk Charlois, groeide hij op in de AGF-handel. Zes dagen per week ging dat door, behalve in de oorlogsjaren, toen de zaak op last van de bezetter ook op woensdagmiddag dicht moest. Aan de achterkant werd ook dan doorgewerkt. Hoewel dat ook verboden was, ging Dirk met zijn vader op de handkar mee op de lange wandeltocht naar Rhoon om aardappelen te halen. De taak van Dirk was om bovenop de kisten te liggen, de randjes werden dan afgevuld met spruiten. In spruiten mocht wel gehandeld worden, maar niet in aardappelen, die waren bestemd voor de Wehrmacht. "Mijn vader heeft zich kapotgewerkt. Hij deelde aardappelen uit aan onderduikers, maar na de oorlog kenden ze hem niet meer," schampert Dirk. De weegschaal uit die tijd, 1945 om precies te zijn, gebruikt Dirk nog altijd in zijn winkel in de Pompstraat.

Na de oorlog hield zijn vader het zware werk niet lang meer vol wegens ischias. Dirk als oudste zoon, nam al op zijn 14e de groentewinkel over. "Er moest brood op de plank komen," zegt hij nuchter. Dat betekende ook dat hij zelfstandig moest gaan handelen op de veiling Zuid-Hollandse Eilanden. "Daar ben ik voor de leeuwen gegooid. Gelukkig was de afslager mij goed gezind. Hij bleef de partij andijvie doorveilen toen ik per abuis voor 80 kisten drukte. Dat was veel te veel, de andijvie die ik nodig had, had hij voor mij apart gezet."

Schade en schande
Door schade en schande werd Dirk wijs. Til- en sjouwwerk heeft 'heel wat druppeltjes zweet gekost.' Een kist ging wel drie tot vier keer door de handen voordat de handel verkocht was: van de grossier naar de handkar, van de handkar naar de opslagkelder, van de opslagkelder naar de winkel en dan kwamen er nog de nodige zweetdruppels bij. "We haalden handel op het Noordplein bij de grossiers en dan moest dat op de handkar de brug over naar Zuid, dat was heel zwaar. Vooral als het asfalt warm was, dan zakten de wielen erin weg." Dan bezorgden ze de wintervoorraad aardappelen, wortels en uien bij klanten. "We sjouwden zware aardappelzakken van 70 kg op de nek de trap op naar drie hoog achter. Daar strooiden we er zand over tegen het vocht en kon het bewaard worden. Goudrenetten werden los verspreid, die bleven dan bijna een jaar goed." Ook bewerkten ze producten voor de lange bewaring. "We maakten zelf zuurkool en zoute bonen in, in vaten van 200 liter. Dat betekende dat je hele dagen aan het snijden was in de kelder, daar was het koud."
Mooi werk vond Dirk het ophangen van de Westlandse druiven in de winkel. "We spanden een gaas, staken er eikenbladeren tussen, aan haakjes hingen we er de druiventrossen aan, Frankenthalers en Alicante, een machtig mooi gezicht."



Dirks vader Klaas kocht in 1936 een groentewinkel aan de Wolphaertsbocht 43 voor 150 gulden (75 euro). Dirk zette onder zware concurrentie met andere groentemannen, 40 jaar lang de groentewinkel voort. In 1976 brandde de winkel af en ging alles verloren. Het herbouwde pand kon hij huren, maar dat was te duur. Daarom huurde Dirk een opslagruimte aan de Westduelstraat om vanuit daar met de ambulante AGF-handel door te gaan.
Noch de brand, noch de AOW, noch de teruggaande gezondheid weten hem te stoppen met zijn vak, soms tot wanhoop van zijn familie, die al twee keer een afscheidsfeest organiseerde. "We hebben wel eens op hem gescholden, maar hij kan er niet van buiten," vertelt zijn dochter Diana. "Vroeger, als we op vakantie waren, verkocht hij groenten en fruit op de camping."

Mobiel
Sinds een aantal jaar heeft hij een winkel in een garageruimte in de Pompstraat die hij twee keer per week vult met handel die hij in Spaanse Polder haalt. Heel mobiel is Dirk niet meer, hij heeft een scootmobiel en rollator nodig om zich te verplaatsen en is blij met de hulp van de handelaren op Spaanse Polder die de handel voor hem in de bus zetten. Wel blijft hij scherp op de handel. "Ik zie kopers die van alles pakken en dan gaan afrekenen. Ik vraag altijd eerst wat het mij gaat kosten, want ik wil weten wat ik koop." Gelukkig hoeft hij geen administratie bij te houden. Dirk: "Zo heel veel handel doe ik niet meer, ik ben vrijgesteld van btw."


Dirks vader nam in 1936 een groentewinkel over voor 150 gulden (75 euro)

Lage prijzen
Dirk probeert zijn prijzen zo laag mogelijk te houden. De groentewinkel van Dirk hoort bij de identiteit van de wijk Charlois waar veel mensen van weinig rond moeten zien te komen. Gezonde voeding schiet er al snel bij in. Dirk: "Ik weet van mezelf dat ik een klein hart heb, altijd gehad. Dan vraag ik aan mensen: 'Heb je fruit voor de kinderen? Nee? Mooi,' zeg ik dan. Dan pak ik wat appelen en peren erbij, die doe ik in een zakje en geef ik mee. 'Ik zie je nog wel eens een keer terug, hopelijk in betere omstandigheden.' Dan hoeven die mensen dat niet te betalen."

Slaaf
Dirk kan geen dag zonder AGF-handel, maar vindt het niet erg dat er geen opvolger is in de familie. "Ik heb nooit gewild dat ze dit werk gingen doen, je bent een slaaf!" zegt hij stellig. Bij de winkeluitstalling helpt de familie wel mee, en goede kennissen uit de buurt die hem ook koffie of een patatje brengen. "Zo helpen we elkaar door het leven, gelukkig is het is hier nog een heel sociaal gebeuren," lacht Dirk. "Van nietsdoen gaat een mens achteruit. Ik heb het van collega's meegemaakt, die zijn dementerend. Ik mag van geluk spreken. De groentewinkel is mijn hobby."

Dit artikel verscheen eerder in editie 7, 38e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.

Voor meer informatie:
Thuis in Charlois
https://thuisincharlois.nl
[email protected]