Er is in Den Haag vorig jaar een nieuwe wet opgesteld voor collectieve warmtelevering. Het wetsvoorstel 'Wet collectieve warmte' moet de huidige 'Warmtewet' vervangen. Met het wetsvoorstel wordt beoogd de warmtetransitie in de gebouwde omgeving te bevorderen. De nieuwe Warmtewet moet voor transparante en betaalbare tarieven voor stadsverwarming zorgen. Daarover was dit jaar het nodige te doen.
De Raad van State is gevraagd kritisch naar het wetsvoorstel te kijken en is met adviezen voor aanpassingen gekomen.
Een aantal partijen vroeg aan de Raad van State om te verduidelijken dat de verbodsbepaling om zonder aanwijzing warmte te transporteren en leveren aan verbruikers in artikel 1.2 niet van toepassing is voor levering aan industriƫle afnemers en de glastuinbouw. In artikel 1.2, eerste lid, is een aantal uitzonderingen op dit verbod opgenomen, waaronder het transport of de levering van warmte voor industriƫle processen of productieprocessen. In paragraaf 3.3 is toegelicht dat het hier gaat om warmtenetten waarmee warmte getransporteerd en geleverd wordt aan bijvoorbeeld de industrie of de glastuinbouw.
In de Staatscourant is het advies van de Raad van State gepubliceerd. De bedoeling is dat de wet op 1 januari 2025 in werking treedt.