Glastuinbouwers verwachten negatieve gevolgen van extreem weer. Ze hebben daar vaak al op geacteerd en denken dat te blijven doen. Ze ervaren vooral indirecte gevolgen van extreem weer. Deze liggen in de sfeer van watertoevoer, een mindere kwaliteit en opbrengst van gewassen door droogte en schade door plagen. Ze zijn vaak van mening al te weten wat ze moeten doen. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Klimaatadaptatie in de land- en tuinbouw van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Glastuinbouwers hebben een negatieve houding ten aanzien van de toekomst. Zeven op de tien ondernemers in de glastuinbouw ervaren toenemend extreem weer in Nederland. Ruim een derde ondernemers in de glastuinbouw ervaart ook negatieve gevolgen (financieel en voor de werkwijze) van extreem weer. Meer dan de helft (57%) verwacht in de toekomst (meer) negatieve gevolgen voor hun bedrijf.
Glastuinbouwers zijn vooruitstrevend met klimaatadaptieve maatregelen
Twee op de vijf (44%) glastuinbouwers zien meer nadelen dan voordelen van het toenemende extreem weer en/of verzilting. Het merendeel van de glastuinbouwers (ca. 70%) heeft dan ook al eens klimaatadaptieve maatregelen genomen; 52% van hen deed dat in de afgelopen vijf jaar, de overigen deden dat al langer geleden. Glastuinbouwers blijven niet stilzitten. Nog eens de helft (49%) van hen is van plan om in de komende vijf jaar (meer) maatregelen te nemen.
Glastuinbouwers ervaren indirecte gevolgen van extreem weer
Uit de gesprekken met glastuinbouwers blijkt dat zij extreem weer anders ervaren dan de andere groepen agrariërs. Hun gewassen lijden namelijk niet rechtstreeks onder de gevolgen van extreem weer. Deze worden niet direct blootgesteld aan droogte of juist drassig land. Wel zijn er indirecte gevolgen.
Wanneer aan glastuinbouwers die vooral nadelen zien gevraagd wordt welke nadelen zij zien, komen vooral een mindere kwaliteit van hun oogstbare product (36%) en minder gewasopbrengst door droogte (28%) en schade door plagen (30%) naar voren. Uit de gesprekken blijken zij ook watertoevoer in toenemende mate als een uitdaging te ervaren, als gevolg van bodemverdroging en regelgeving ten aanzien van drainage en beregening. Daarnaast brengt de hitte ook meerdere nadelen met zich mee: extra kosten omdat het veel energie kost om kassen op de juiste temperatuur te houden, maar ook hittestress bij de gewassen die daardoor beschadigd raken.
Glastuinbouwers nemen andere maatregelen
Te zien is dat met name strategieën gericht op water (onderen bovengronds opslaan van water – 41%; verbruik van water verminderen - 29%) en het beschermen van gewassen (gevoeligheid voor plagen verminderen – 38%; kwetsbare gewassen beschermen – 21%) nuttig zijn voor glastuinbouwers. Hoewel dit ook strategieën zijn die nuttig zijn voor ondernemers in de open teelten, blijken glastuinbouwers hele andere maatregelen te (moeten) nemen.
Van de voorgelegde maatregelen bleek het overgrote deel niet van toepassing te zijn voor ondernemers in de glastuinbouw. Bij de maatregelen die zij wel kunnen toepassen (zoals geïntegreerde gewasbescherming en gebruik van waterbassins) vormen met name de kosten een drempel; men vindt het te duur (37%) of vindt dat het meer kost dan het oplevert (24%).
Glastuinbouwers vertrouwen vooral op eigen kunnen en op die van collega's
De helft van de glastuinbouwers vertrouwt op hun eigen kunnen om om te kunnen gaan met de gevolgen van extreme weersomstandigheden en/of verzilting. Ze geven aan genoeg te weten en te weten wat zij moeten doen. Naast zichzelf blijken glastuinbouwers vooral vertrouwen te hebben in collega's. Ze gebruiken met name hun eigen netwerk of vallen terug op vakbladen om informatie in te winnen. De overheid speelt hierin een beperkte rol; te zien is dat glastuinbouwers vrijwel geen (2%) gebruik maken van informatiebijeenkomsten, trainingen of webinars vanuit de Rijksoverheid. Op basis van dit onderzoek kan niet geconcludeerd worden of dit komt doordat er niet voldoende aanbod is, of dat het bestaand aanbod onvoldoende aansluit op de behoeftes van glastuinbouwers.
In het kwalitatief onderzoek zijn twee koplopers in de glastuinbouw gesproken.
Bron: Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur