Vanaf 2024 gaan er in de SDE++ een aantal dingen veranderen. Vooral in de aanvraagcategorieën 'Zon-PV' (zonnepanelen op daken, water of in zonneparken) en 'Wind' (windmolens op land) zijn er een paar grote wijzigingen. Hieronder heeft de RVO op een rijtje gezet wat de belangrijkste wijzigingen zijn en wat deze voor ondernemers betekenen.
Meer mogelijkheden voor opwek zonne-energie
In de aanvraagcategorie 'Zon-PV' (zonnepanelen op daken, op water of in zonneparken) zijn er een paar extra mogelijkheden bijgekomen om subsidie aan te vragen. U kunt nu bijvoorbeeld ook subsidie aanvragen voor:
- zonnepanelen op bestaande zwakke daken. Hiervoor moet u dan wel de dakconstructie aanpassen, zodat het dak stevig genoeg is om de installatie te dragen. Of u gebruikt een installatie met lichtgewicht panelen van maximaal 10 kilogram per m²;
- zonneweides die rekening houden met de natuur (natuurinclusief).
Windmolens in meer gebieden met een hoogtebeperking
In de aanvraagcategorie 'Wind' (windmolens op land) kunt u in meer gebieden subsidie aanvragen voor windmolens waar hoogtebeperkingen gelden door luchtverkeer en militaire radars.
Te hoge winst verrekenen
Voortaan gaat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij zonne- en windenergie bij hoge elektriciteitsprijzen 'overwinst' verrekenen met de subsidie die u ontvangt voor de elektriciteit die u aan het elektriciteitsnet levert. Dit is het RVO verplicht vanwege Europese regelgeving. Daarnaast is het bedoeld om het eigen verbruik te bevorderen en de belasting van het elektriciteitsnet te verminderen. Door zelf uw opgewekte energie te gebruiken, verkleint u namelijk uw overwinst en levert u minder elektriciteit terug.
Wat overwinst is en hoe de RVO deze verrekent, is in onderstaand animatiefilmpje te zien.
Geen subsidie voor uw eigen verbruik
U krijgt bij zonne- en windenergie alleen subsidie voor de opgewekte elektriciteit die u teruglevert aan het net. Voor de opgewekte stroom die u zelf verbruikt, krijgt u geen subsidie meer. Hiermee voorkomt RVO dat u dubbel voordeel haalt. Voor uw zelf opgewekte elektriciteit hoeft u namelijk al niets te betalen. Volgens Europese wetgeving mag RVO hier dan niet ook nog eens subsidie voor geven.
Geen 'backward banking' meer
Backward banking is bij zonne- en windenergie niet meer toegestaan. Dat betekent dat u jaren met tegenvallende elektriciteitsopwek niet kunt compenseren met opwek uit eerdere jaren om meer subsidie te ontvangen. Dit is om te voorkomen dat een overschot aan opwek meetelt in de berekening van uw overwinst. Lees meer over banking.
Bekijk onderstaand filmpje voor de belangrijkste wijzigingen in de aanvraagcategorieën 'Zon-PV' en 'Wind'.
Twee typen warmtepompen erbij
In de aanvraagcategorie 'CO2-arme warmte' kunt u nu ook subsidie aanvragen voor deze twee typen warmtepompen:
- lucht-waterwarmtepompen voor een lagere temperatuur. Deze kunnen op de koudste dagen warm water van 40 graden Celsius maken. Deze warmtepompen mag u ook gebruiken om bestaande tuinbouwkassen te verwarmen;
- een procesgeïntegreerde warmtepomp voor bestaande industriële processen.
Voor beide varianten geldt dat zij natuurlijke koudemiddelen moeten gebruiken, omdat deze veel minder bijdragen aan het broeikaseffect.
Bekijk onderstaand filmpje voor meer uitleg over de lucht-waterwarmtepompen.
Mogelijkheden voor elektrische boilers uitgebreid
Voor raffinaderijen en biodieselfabrieken kan het vanaf nu interessant zijn om subsidie aan te vragen voor een elektrische boiler. Voor industrieel gebruik kunt u subsidie krijgen voor een elektrische boiler met opslag van warmte. Deze kan vrijgekomen warmte opslaan in bijvoorbeeld zout, zand, steen of staalslakken.
Monomestvergisting voor veehouders
Er is een nieuwe categorie bijgekomen voor monomestvergisters met een vermogen kleiner dan of gelijk aan 110 kW met een hoger basisbedrag aan subsidie. Hierdoor is het voor kleinere bedrijven aantrekkelijker om met SDE-subsidie mest te gaan vergisten.
Bekijk onderstaand filmpje voor meer uitleg over de wijzigingen voor warmtepompen, elektrische boilers en monomestvergisting.
'Kleine' biomassa-energiecentrales mogen CO₂ leveren aan glastuinbouw
Bij CO2-opvang en -hergebruik (CCU) kunnen biomassa-energiecentrales van 50 MW of meer en een elektrisch vermogen kleiner dan 100 MWe subsidie aanvragen om CO₂ te leveren aan de glastuinbouw.
'Kleine' biomassa-energiecentrales mogen CO₂ opslaan in lege gasvelden
Bij CO2-opvang en -opslag (CCS) mogen biomassa-installaties met een elektrisch vermogen kleiner dan 100 MWe de afgevangen CO₂ laten opslaan in lege gasvelden in de Noordzee.
Bron: RVO