Net zoals vorig jaar heeft het Proefstation voor de Groenteteelt binnen het VLAIO-project 'Integrale aanpak van het komkommerbontvirus' ("InPaKt") een rassenproef komkommer opgeplant waarbij de planten geïnoculeerd werden met het komkommerbontvirus (CGMMV). Deze proef is onderdeel van een reeks onderzoeken gericht op het ontwikkelen van een gestandaardiseerde evaluatie voor rasresistentie. Door objectieve gegevens te verzamelen, wil het Proefstation telers helpen om weloverwogen keuzes te maken voor resistente rassen, wat zeer belangrijk is in strijd tegen CGMMV.
Het belang van een rassenproef
CGMMV is één van de meest schadelijke virussen voor komkommers, met typische symptomen zoals bobbelblad en mozaïekverkleuring. Het virus in de teelt kan leiden tot aanzienlijke opbrengstverliezen en kwaliteitsvermindering. Enkele jaren geleden zorgde een shift in virusisolaat voor zwaardere uitbraken en grotere productieverliezen. Door klimaatverandering en steeds vaker voorkomende hittegolven worden uitbraken van CGMMV steeds heviger, waardoor de vraag naar resistente rassen groter is dan ooit.
Niet elk ras dat als resistent wordt aangeduid, biedt dezelfde mate van bescherming. Er kunnen grote verschillen zijn in effectiviteit van de resistentie tussen rassen, iets wat telers vaak niet op voorhand kunnen inschatten. De resistentielabels op rassen zijn beperkt tot 'gevoelig', 'intermediair resistent' of 'hoog resistent' en geven meestal slechts een algemene indicatie, maar kunnen variëren tussen zaadbedrijven. Dit maakt het moeilijk om de resistentie van een ras van het ene bedrijf te vergelijken met een ras van een ander bedrijf. Daarom is een grondige, onafhankelijke evaluatie nodig om te bepalen welke rassen daadwerkelijk de beste bescherming bieden in de praktijk.
In deze rassenproef heeft het Proefstation voor de Groenteteelt veertien verschillende komkommerrassen doelbewust blootgesteld aan CGMMV. De proef loopt onder praktijkomstandigheden, waarbij elke ras is aangeplant in vier herhalingen met tien planten per herhaling. Proloog werd gekozen als gevoelige referentie, terwijl Bonaire de link legt met eerder onderzoek van NAKtuinbouw. De volgende rassen zijn opgenomen in de proef:
| Rasnaam | Zaadhuis |
| Proloog RZ | Rijk Zwaan |
| Bonaire RZ | Rijk Zwaan |
| Bonsagan RZ | Rijk Zwaan |
| 24-HT034 RZ | Rijk Zwaan |
| 24-HT042 RZ | Rijk Zwaan |
| DRCE1355 | De Ruiter |
| Garpo | De Ruiter |
| Gideon | De Ruiter |
| Dee Flexion | Enza |
| Dee Pend | Enza |
| Dee Viate | Enza |
| Hi Light | Nunhems |
| Hi Pace | Nunhems |
| Hi Score | Nunhems |
Het Proefstation beoordeelt wekelijks de symptoomexpressie op blad en vrucht en bepaalt aan de hand van moleculaire analyses de virusconcentraties in de planten. Daarnaast worden de productie en planteigenschappen van deze rassen opgevold tot het einde van de teelt in oktober.
Objectieve rassenlijst CGMMV als doel
In deze onafhankelijke evaluatie worden alle rassen onder identieke omstandigheden getest en beoordeeld volgens dezelfde criteria en door dezelfde onderzoekers. Deze uniforme aanpak garandeert betrouwbare resultaten en minimaliseert variatie die kan ontstaan wanneer rassen afzonderlijk door verschillende zaadhuizen worden geëvalueerd. Dit is van groot belang voor telers die afhankelijk zijn van accurate informatie. Deze rassenproeven zijn een belangrijk onderdeel van het InPaKt-project, dat onder andere als doel heeft om een gestandaardiseerde en onafhankelijke evaluatie van rasresistentie te ontwikkelen.
Het Proefstation volgt de proef intensief op en zullen de resultaten delen via de gebruikelijke kanalen. Hier zijn de resultaten van vorig jaar te bekijken.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd samen met projectpartners Scientia Terrae, Inagro en Viaverda in het kader van het LA-traject 'InPaKt, Integrale aanpak van het komkommerbontvirus' met steun van het Agentschap Innoveren & Ondernemen.
Voor meer informatie:
Proefstation voor de Groenteteelt
Duffelsesteenweg 101
2860 Sint-Katelijne-Waver, België
Tel: +32 (0)15 / 30 00 60
www.proefstation.be