Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Beperking SIG&F-subsidie vanwege energiebesparingsplicht

De pot met miljoenen die voorheen bekend was van de afkorting GMO, is tegenwoordig bekend van de afkorting SIG&F. Na ruim een jaar draaien met de Sectorale interventie groenten en fruit, die sinds 1 januari 2023 actief is, zijn er ervaringen opgedaan die maken dat er aanpassingen doorgevoerd worden.

In de Staatscourant heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de voorgenomen wijzigingen bekend gemaakt. Wat onder meer opvalt is dat investeringen die telers geacht worden volgens de energiebesparingsplicht te doen, niet langer (ook) in aanmerkingen kunnen komen voor SIG&F-subsidie. Het gaat dan om investeringen met een korte terugverdientijd van vijf jaar of minder.

De minister schrijft in zijn uitleg: "Beleidsmatig is het onwenselijk om (in Europees verband) subsidie te verlenen voor maatregelen die door middel van (nationale) regelgeving verplicht gesteld zijn. Hiermee wordt namelijk het doel van de energiebesparingsplicht ondermijnd en vervalt het stimulerende effect van de subsidie. Om dat te voorkomen wordt met de onderhavige wijziging van de REES 2021 de Sectorale interventie groenten en fruit op dat punt aangepast."

De regeldruk bij SIG&F is afgenomen t.o.v. de GMO. Daarmee is de regeling ook weer populairder en nemen meer Nederlandse producentenorganisaties mee.

Verreweg de meeste aanpassingen van de Nederlandse Regeling Europese EZK- en LNV- subsidies 2021, hebben betrekking 'op verduidelijking van teksten, het verwijderen of verbeteren van verwijzingen, de onderlinge afstemming tussen artikelen en overige regelgeving of het concreter benoemen van reeds bestaande verplichtingen.' Deze aanpassingen hebben geen invloed op de regeldruk, schrijft de minister.

Minder administratie onderzoek
Een zestal aanpassingen leveren minder regeldruk op door het, in sommige gevallen, vervallen van bepaalde verplichtingen (aanvullen negatief vermogen, aanleveren controleverklaring), het introduceren van een format of het vereenvoudigen van procedures. De grootste vermindering van de lastendruk leveren de aanpassingen bij het onderzoek op. Tussentijdse wijzigingen die inherent zijn aan het doen van onderzoek en kleine wijzigingen die geen invloed hebben op de doelstelling van het onderzoek hoeven niet langer onverwijld gemeld te worden. Deze wijzigingen worden nu jaarlijks gerapporteerd.

De aanpassing van de tussentijdse wijzigingen bij het onderzoek levert de grootste verlaging van de regeldruk op. In 2023 zijn 623 tussentijdse wijzigingen gemeld door acht producentenorganisaties, oftewel gemiddeld 78 per producentenorganisatie per jaar. Verondersteld wordt dat ongeveer acht tussentijdse wijzigingen voor onderzoek per jaar minder gedaan zullen worden. De besparing hier wordt geschat op vier uur per wijziging, hetgeen overeenkomt met 32 uur per jaar per producentenorganisatie oftewel 1.920 euro.

Leveringsplicht
Er zijn twee aanpassingen die de regeldruk licht verhogen. Een producentenorganisatie moet in het geval een accountant bij één of meerdere leden afwijkende bevindingen ten aanzien van de leveringsplicht constateert, passende maatregelen nemen. De impact hiervan op de regeldruk wordt klein ingeschat.

Energiebesparingsplicht
Het opnemen van de energiebesparingsplicht levert de grootste verhoging van de regeldruk op. Producentenorganisaties zullen rapportages beschikbaar moeten hebben, ook van haar leden. Het betreft echter rapportages, die al verplicht worden opgesteld op basis van de bestaande energiebesparingsplicht.

In 2023 zijn 1.073 uitgavenposten ingediend door 8 producentenorganisaties. In een analyse is vastgesteld dat bij 18 van de 159 interventies sprake kan zijn van energiebesparende maatregelen, waarvoor de energiebesparingsplicht kan gelden. Dat komt overeen met 11,3% van het totaal. Geschat wordt dat het om 122 uitgavenposten gaat, oftewel 15 investeringen per producentenorganisatie per jaar. De toename in de lastendruk wordt daarmee geschat op 30 uur, hetgeen overeenkomt met 6 uur per jaar per investering, oftewel 360 euro.

In 2024 zijn 11 producentenorganisaties erkend met een lopend operationeel programma, dat in 2025 voortgezet wordt. Voor de plannen van 11 subsidieaanvragers over 2024 is een subsidiebedrag van 155 miljoen euro verleend, met een gemiddeld subsidiepercentage van 67%. Deze regelingswijziging heeft een relatief kleine invloed op het totaal van de bestaande regeling.

Bron: Staatscourant