Tholen - Paprikatelers koersen met een jong gewas weer aan op de eerste oogst. En op het Orius-moment. Zo rond eind februari of begin maart zetten telers de biologische bestrijder Orius in om onder meer trips aan te pakken. De preventieve inzet van de insecticide Verimark helpt hen hier bij. Anderhalf jaar geleden kreeg Verimark van FMC de langverwachte reguliere toelating. Telers hebben Verimark daarna snel in een robuust geïntegreerd gewasbeschermingssysteem opgenomen.
Voordat telers met Orius en Verimark starten, passen ze in de praktijk vaak eerst een ander middel met een brede werking tegen plaaginsecten toe, weet Nico Harteveld van FMC. “In de eerste periode vanaf het planten lijkt de plaagdruk dan onder controle, maar dat valt dan tegen zodra de bespuitingen stoppen. Door het ontbreken van duurwerking ontwikkelen luis en trips zich dan weer snel. Vaak sneller dan verwacht.”
Zo snel dat biologische bestrijders zoals Orius het niet bij kunnen houden. “Orius wist, voor de introductie van Verimark, niet bij alle telers even snel een goede populatie op te bouwen. Inmiddels gaat dat met de inzet van Verimark weer beter, maar de inzet van grote getalen Orius lost het plaagprobleem niet direct op. De plaagdruk blijft te lang te hoog. Effectieve en integreerbare middelen om trips te corrigeren zijn er vervolgens eigenlijk ook niet meer, zonder niet ook de biologische bestrijders te doden. Verimark is dan de uitkomst.”
Nico Harteveld op bezoek bij een paprikateler medio augustus
Inzet vanaf eerste plaagaantasting
Nico hamert erop om het middel niet als ‘brandblusser’, maar bij de eerste aantasting in te zetten. “Dat doe je in het voorjaar door het middel mee te druppelen zodra de eerste aantasting zichtbaar is.” Bij de eerste praktijkervaringen waar Verimark in 2022, destijds nog met proefontheffing werd gebruikt, was dat in het eerste jaar half februari. “Het was zonnig, de planten waren actief en het gewas nam Verimark goed op. Bij de eerste toepassing had de teler 800 joules, bij de tweede een week later 1100 joules. Al snel waren luis én trips tot lang in de zomer, tot in juli, weer onder controle en ontwikkelde Orius zich zonder problemen. Belangrijk, zeker omdat trips ook het bronsvlekkenvirus kan verspreiden. Bovendien kan trips al vroeg ook vruchtschade geven. Met een tijdige inzet van Verimark, kun je dit beperken.”
Het jaar nadien, toen de reguliere toelating gerealiseerd was, zette dezelfde teler Verimark begin maart in. “Trips bleek met de voorbespuitingen met Azadirachtineproducten lastig onder controle te houden destijds bij de start van de teelt. Na de inzet van een blok Verimark, begin maart, lukte dat wel. Ook Orius deed zijn ding. Je ziet het tegenwoordig wel vaker dat telers met de middelen op basis van Azadirchtine die ze gebruiken moeite hebben om de plaagdruk onder controle te houden. De middelen hebben geen duurwerking en zodra telers stoppen met spuiten, dan leven de luis en trips weer te snel op.”
Ontwikkeling Orius in paprikabloem. Het advies is om Verimark kort voor de inzet van Orius (eind februari/begin maart) toe te passen. Het voordeel is dat door de brede werking voor een lange periode luis en trips bestreden worden en dat Orius zich zonder beperkingen maximaal kan ontwikkelen.
Anticipeer op goed weer
Telers die Verimark inzetten op het Orius-moment, zullen volgens Nico zien dat binnen enkele weken de tripslarven tot een minimum gereduceerd zijn. “Dat heb ik bij meerdere telers ook uit tellingen geleerd. Ik tel bij telers tripslarven, volwassen trips, volwassen Orius en Oriuslarven. Volwassen trips zien telers na inzet van Verimark nog wel, vaak in de bloemen, maar eieren leggen ze niet meer. Ei-afzetting in de koppen heb je niet meer na opname van Verimark door het gewas. En dus ook geen ontwikkeling van tripslarven waardoor de uitbreiding van de tripspopulatie stopt.”
Verimark heeft sinds september 2022 een toelating voor 4 toepassingen in 12 maanden tijd. Het middel, met als werkzame stof Cyazypyr (cyantraniliprole), is een druppelformulering. Op het etiket staat 33 milliliter per 1000 planten. Nico adviseert telers in 2 blokken van 2 toepassingen te werken, met binnen het blok tussen 2 toepassingen een interval van 1 week, en tussen de 2 blokken minimaal 60 dagen.
Het exacte moment van de eerste inzet van Verimark in het voorjaar kan voor elke teler verschillen. Een paprikateler die al goed bekend is met Verimark hoopt het moment van eerste gebruik uit te kunnen stellen. “Momenteel is onze plaagdruk gelukkig laag. We hebben nu nog nagenoeg geen luis en trips en slechts op één plekje spint. Met onze biologie zijn we tevreden.” De teler zet ook een breedwerkende biologische insecticide in om de plaagdruk bij de start van de teelt laag te houden. Tegen spint is bij de teler vlak voor Kerstmis de roofmijt Transeius montdorensis ingezet.
Gewasontwikkeling paprika eind januari 2024
Kraanvakinjectie
De ervaring met Verimark is dat het belangrijk is dat telers het inzetten bij helder weer, als het zonnetje schijnt en het gewas actief is, geeft Nico aan. “Ook in de winter heb je die dagen. Die moet je eruit pikken. Kijk goed naar het weerbericht, anticipeer door eerst wat in te teren en start een dag later met meedruppelen van Verimark in je mat. Doe dat zonder drain. Dat gaat ten koste van de effectiviteit en de duurwerking.”
De adviseur benadrukt ook het belang van een goede verdeling van Verimark in het druppelsysteem. “Zorg dat Verimark ook bij de laatste planten van het kraanvak komt. In de praktrijk blijkt dat de verdeling niet overal goed is. Controleer de verdeling door bijvoorbeeld gebruik te maken van rood-ijzer, of neem bladanalyses van de laatste planten van het kraanvak. Een slechte verdeling zorgt voor te snelle herinfecties en verhoogt de kans op verminderde gevoeligheid. Het gebruik van de toepassing van Verimark via kraanvakinjectie kan hier een verbetering in geven.”
Verimark is een druppelformulering. Telers hoeven het niet te spuiten.
Verantwoord gebruik
Bij de telers die Nico bij de marktintroductie van Verimark nauwgezet volgde, zag hij dat bij telers die vroeg met de eerste bloktoepassing begonnen, de tweede bloktoepassing lang op zich kon laten wachten. “Andersom zag ik dat telers die pas in maart of april begonnen, alweer in juni een tweede bloktoepassing nodig hadden. Op tijd starten loont dus.”
De paprikateler die eind januari tevreden is met de lage plaagdruk, hoopt dat zo lang mogelijk zo te houden. “Met de twee toegelaten bloktoepassingen wil je goed bij het eind van je teeltseizoen uitkomen. Er zijn steeds minder middelen toegestaan, dus met de middelen die we hebben, moeten we bewust omgaan.” Loopt de plaagdruk vroeger op, dan is op tijd starten met Verimark volgens hem wel gevraagd. “Als er grote haarden met bijvoorbeeld luis ontstaan met schade aan het gewas tot gevolg, dan is het te laat.” Het gewas neemt, door de vervuiling, volgens de teler Verimark dan misschien niet altijd meer helemaal goed op. “Dan kan het uit de hand lopen.”
Tripsschade en rechts luisaantasting in 2022 zoals telers het nooit meer willen zien.
Na gebruik van Verimark is sprake van weinig residu. “Samen met de korte wachttijd van 1 dag na toepassing geeft dat telers veel flexibiliteit”, ziet Nico. Belangrijk is ook resistentiemanagement. “Door je aan de voorschriften te houden voorkom je dat plaaginsecten resistentie op kunnen bouwen.”
Ook om een andere reden wijst Nico steevast op die voorschriften. De dag voordat wij hem spreken stond hij nog tegenover een grote groep telers op een paprikabijeenkomst. Nico wil geen emissie naar oppervlaktewater van het middel met als werkzame stof Cyazypyr (cyantraniliprole). “Normoverschrijdingen in het oppervlaktewater kunnen gevolgen hebben voor het gebruik en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Neem hierin uw verantwoordelijkheid en help emissie te voorkomen. Ga verantwoord met Verimark om”, is zijn oproep die de teler die we spreken met hem deelt. Nico: “Alleen op die manier zorgen we er met zijn allen voor dat dit middel lang effectief kan worden ingezet.”
De toelating voor Verimark geldt voor bedekte substraatteelten van Solanaceae (tomaat, paprika, pepers en aubergine), Cucurbitaceae met eetbare schil (komkommer, augurk), Cucurbitaceae met niet-eetbare schil (meloen, pompoen), boon met peul en aardbei, eveneens op substraat. Naast Verimark heeft FMC in de Nederlandse glastuinbouw ook de insecticiden Altacor en Benevia in het pakket.
Voor meer informatie:
Nico Harteveld
FMC
[email protected]
www.ag.fmc.com/nl/nl