Tholen - Het gaat GroenLinks allemaal niet snel genoeg. De partij wil dat het verlaagd tarief in de energiebelasting voor de glastuinbouw er per 1 januari 2024 al af gaat. CDA, ChristenUnie en VVD willen de glastuinbouw juist 5 jaar extra de tijd geven om te wennen aan de hogere gastaks.
En het demissionair kabinet? Dat komt voorafgaand aan het debat van woensdag over de in de sector gevreesde 'Wet fiscale maatregelen glastuinbouw' met een brief met nog meer antwoorden, na een nieuwe ronde met kritische vragen. De rode lijn? Nederland is gebonden aan Europese regels én zoekt nu al het randje op.
De glastuinbouwlobby probeert met hulp van diverse partijen de wet ondertussen zo aan te passen dat de sector alle maatregelen zo goed mogelijk kan overleven, terwijl er ook partijen zijn die juist pleiten voor aanpassingen die het de glastuinbouw nog moeilijker zullen maken.
GroenLinks: snelle stop 'fossiele subsidies'
GroenLinks is in het dinsdag ingediende amendement van mening 'dat fossiele subsidies de energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering frustreren, omdat ze zorgen voor een financiële prikkel om fossiele brandstoffen dan wel grondstoffen te blijven gebruiken.' Daarom wil de partij nu al beginnen met het afbouwen van 'fossiele subsidies'. De partij wil al per 1 januari 2024 stoppen met het verlaagd tarief in de energiebelasting voor de glastuinbouw.
Anders dan bij voorstellen van partijen die de glastuinbouw juist langer, tot 2035 (in plaats van 2030) de tijd willen geven qua afbouw, hoeft er voor dit GroenLinks-voorstel niet naar dekking gezocht te worden. De regering zal geen geld gaan mislopen, maar juist eerder binnenkrijgen.
Langer afbouwpad voorgesteld
In een amendement van CDA, ChristenUnie (van indiener Pieter Grinwis) en VVD, dat al aangekondigd was afgelopen week, is het voorstel het afbouwpad voor het verlaagd tarief op te rekken van 5 naar 10 jaar. Over financiële dekking is nagedacht. De indieners wijzen op de CO2-heffing voor de sector, die in 2025 geïntroduceerd wordt. De indieners schrappen de nu in het wetsvoorstel voorgestelde tarieven van de CO2-heffing en willen de tarieven via een al aankondigde tariefstudie in 2024 vaststellen. Implementatie van die tarieven volgt dan alsnog in 2025.
Gebonden aan Europa
Staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst gaat mede namens collega Jetten van Klimaat en Energie onder meer op het voorstel van de drie partijen hierboven in. Dat doet hij in een tijdens de tweede ronde van het wetgevingsoverleg toegezegde brief.
Hij schrijft dat, als de wet aangepast wordt zoals de drie partijen willen, de regering tot 2035 381 miljoen euro misloopt waarop wel gerekend is. Verhoging van het CO2-tarief moet dit opvangen, zoals ook de partijen voorstellen. Per jaar met 42 miljoen euro verlies zou er ruim 10 euro (gemiddeld 10,24 euro/ton CO2) vanaf 2026 bovenop nodig zijn. Het totale tarief loopt hierdoor op naar 22,60 euro/ton CO2.
De staatssecretaris wijst erop dat een 'uitgebreide tariefstudie' in 2024 nog is om te bekijken of het nieuwe CO2-tarief voldoende of misschien zelfs wel teveel is om het restemissiedoel van 4,3 Megaton te halen. Daar moet de sector in 2030 naartoe.
Een verslechtering van de businesscase van geothermie als aardgasalternatief ziet het kabinet niet gebeuren bij verlenging van het afbouwpad. Iets waarvoor GroenLinks wel vreesde, zo bleek maandag. In de brief staat: "De toepassing van geothermie wordt op sectorniveau niet geraakt door het wetsvoorstel. Wel is de verwachting dat voor een individueel bedrijf een dergelijke wijziging tot gevolgen voor de winstgevendheid van de onderneming leidt."
Het belangrijkste struikelblok bij het voorstel is Europa. Dat de Europese Unie ook wetten heeft en regels maakt waaraan lidstaten moeten voldoen wordt nogal eens vergeten. In de brief schrijft Van Rij dat afschaffing van het verlaagd energiebelastingtarief per 2025 opgenomen is in het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan, dat juridisch bindend is vastgelegd. "Zonder deze afschaffing zal Nederland gekort worden op de betalingen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)."
"De hoogte wordt achteraf bepaald door de Europese Commissie en valt niet met zekerheid te bepalen, maar bedraagt mogelijk € 200 mln. euro. In principe houdt Nederland zich met een afbouwpad tot 2030 niet aan de afspraken uit het HVP. Het kabinet is hierover met de Europese Commissie in gesprek." De kans op goedkeuring op een afbouwpad tot ná 2030 acht het kabinet klein.
Cijfers bij voorstel CDA, ChristenUnie en VVD. Klik hier voor vergroting van de tabellen uit de brief van Van Rij van dinsdag.
Verschil tussen afspraken en plannen
Dat de sector al tot 2030 de tijd krijgt, is in die zin al bijzonder, lijkt de staatssecretaris ermee aan te willen geven. Dat doet hij ook na vragen (van Kamerlid Pieter Omtzigt) over wat nu het verschil is tussen wat er was afgesproken en wat er nu als wet op tafel ligt. Het kabinet haalt meer miljoenen op dan in het coalitieakkoord was opgenomen (383 miljoen om 133 miljoen euro). Mede hierdoor zegt Van Rij dat het kabinet in het wetsvoorstel voor een gefaseerde invoering (2025-2030) van de energiebelasting is gegaan in plaats van in één keer in 2025.
Waar Van Rij de hogere opbrengsten gaat uitleggen, wordt het belastingtechnisch. In het kort komt het erop neer dat er destijds nog niet met alle beschikbare data gerekend kon worden, omdat ook de wet nog niet af was. Verder zijn de energiebelastingtarieven aangepast en is de Opslag Duurzame Energie (ODE) geïntegreerd in de energiebelasting.
De opbrengsten van de maatregelen waarop het kabinet rekent. Klik hier voor vergroting van de tabel uit de brief van Van Rij.
Gasinkoopcoöperaties kleine tuinders
Ook bij een voorstel van Omtzigt om kleine tuinders de mogelijkheid te bieden samen gas in te kopen en zo samen energiebelasting te gaan betalen (waarmee ze meer gelijk worden aan grotere tuinders, terwijl de belastingopbrengsten gelijk blijven voor het kabinet) komt de Europese Unie om de hoek kijken. Los van dat het kabinet het niet ziet zitten een ingrijpende wijziging te maken in het belastingstelsel, wijst de staatssecretaris ook op het risico van staatssteun.
Level playing field
Maar hoe zit dat dan in andere landen en met het 'level playing field' voor de sector, was ook een vraag tijdens de twee rondes wetgevingsoverleg. Van Rij: "Over het algemeen kan worden gesteld dat België en Duitsland vergelijkbare of zelfs ruimere vrijstellingen in de energiebelasting kennen voor de glastuinbouw."
Maar, zo draait hij het de kant van het kabinet op: "Wat dat betreft worden Nederlandse bedrijven met de fiscale wijzigingen meer gestimuleerd om te verduurzamen dan bedrijven in Duitsland en België." Van Rij wijst erop dat het 'niet waarschijnlijk' is dat niet ook andere landen maatregelen zoals in Nederland gaan nemen. Zo weet hij dat Denemarken specifieke vrijstellingen voor de glastuinbouw heroverweegt.
Hoe de Tweede Kamer de brief heeft ontvangen, zal vandaag blijken in het plenaire debat. Het kabinet lijkt vooral te willen starten met invoering. Dat hogere opbrengsten een gefaseerde invoering mogelijk maken, zou de sector al als een 'gelukje' moeten zien, zo zou de cynicus de brief kunnen lezen. Met tussenstappen in 2024 (bepaling CO2-heffing) en 2027 (evaluatiemoment, toegezegd in de brief) lijkt het kabinet de voorliggende plannen door te willen zetten.