In de tuinbouw wordt in de toekomst nauwelijks nog kunstmest gebruikt: dat is de wens van ondernemers, samenleving en politiek, weet de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research. Men wijst bijvoorbeeld op een verwacht verbod van de plastic coating van langzaam werkende kunstmest in 2028. Reden voor de onderzoekers om te kijken naar circulaire alternatieven voor kunstmest voor de tuinbouw en voor de consument.
Meststoffen komen grofweg in twee vormen voor in de glastuinbouw: vaste meststof, met langzame afgifte van voedingsstoffen, en oplosbare meststof, met snel beschikbare voedingsstoffen. Bij vaste meststoffen zorgt een coating ervoor dat de voedingsstoffen langzaam vrijkomen. Deze coating wordt meestal gemaakt op basis van fossiele grondstoffen. Deze grondstof zal geleidelijk moeten worden ingewisseld voor circulaire materialen, zoals biobased en biologisch afbreekbare polymeren.
In het project 'Circulaire mest glastuinbouw' onderzoekt WUR wat de samenstelling van zo'n circulaire coating zou moeten zijn, en welke technologie hiervoor het beste kan worden ingezet. Het eerste prototype van zo'n nieuwe coating wordt volgend jaar in de praktijk getest.
Voor vloeibare meststoffen is de zoektocht naar een circulair alternatief een uitdaging. Vaak zijn ze rijk aan voedingsstoffen in organische vorm, die daardoor niet snel beschikbaar zijn voor planten. Een zogenaamde bioreactor kan worden gebruikt om organische stoffen af te breken en snel beschikbare voedingsstoffen te vormen. Tijdens het onderzoek wordt gekeken hoe met deze bioreactor de beste oplosbare mest kan worden geproduceerd. Naast onderzoek naar beide kunstmestsoorten, onderzoekt WUR ook hoe verschillende bedrijven (zoals telers en retailers) aankijken tegen de introductie van circulaire meststoffen.
Het project 'Circulaire Bemesting Glastuinbouw' is een publiek-private samenwerking met partners Evergreen Garden Care, Van der Knaap Groep, Covestro en Bioenergy Netherlands en wordt medegefinancierd door de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.
Bron: WUR