Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
symposium natuur-inclusieve tuinbouw

Telers niet meer bang voor beestjes, nu alleen nog de beste balans vinden

Tholen - De glastuinbouw is op reis naar weerbaar telen met meer biodiversiteit. Hoe lang die reis is, verschilt voor iedere teler. De uitdaging is om zoveel mogelijk wegen te koppelen om daarmee een breed fundament te leggen.

Zo vatte Helma Verberkt van Artemis donderdagmiddag samen tijdens een symposium van Greenport West-Holland over natuur-inclusief telen. Toepasselijk, met de zomervakantie die eraan komt.

Opvallend was dat de dagvoorzitter helemaal aan het begin van de middag al met de samenvatting kwam, na nauwelijks een paar minuten. Op dat moment moesten drie sprekers, een reeks video's met praktijkverhalen van telers, een paneldiscussie, eveneens met telers én een serie workshops nog beginnen.

Dagvoorzitter Helma Verberkt van Artemis met het panel met daarin Theo van der Knaap, Wilco Hofman, Ellen Klein en Harry Wubben

Komische beelden
Wie na de conclusie van de dagvoorzitter zou zijn vertrokken, had toch een hele hoop gemist. Geen pasklare antwoorden, maar vooral denkrichtingen, zeker ook onderzoeksresultaten én succesverhalen die als fundament kunnen dienen voor de stappen die de tuinbouw nog moet gaan zetten.

"Waarop moeten we de komende vijf jaar letten?", was aan het eind van het plenaire gedeelte een vraag vanuit de zaal aan het panel. "Ik denk vooral dat er op ons gelet wordt", repliceerde teler Wilco Hofman van LS Santini ad rem. Steeds meer telers zijn zich daarvan bewust.

Vandaar ook dat zij, sommigen al tientallen jaren en anderen pas korter geleden, stappen zijn gaan zetten. In een viertal video's kwamen de voorbeelden voorbij. Zeker geen marketingpraatjes, maar echt verhalen vanuit de kas.

Tussen de rondvliegende vliegen in het geval van zaadteler Cor van den Berg van Bergbloemen. Het leverde komische beelden op die de zaal, gevuld met zo'n tachtig aanwezigen, aan het lachen bracht. Onderaan deze tekst de video.

De hinderlijke vliegen, in ieder geval voor het maken van de video, lieten wel goed zien wat telers eraan doen om meer weerbaar, natuurlijker te telen. Cor, die een zaadteelt voor Rijk Zwaan heeft, laat de vliegen rondvliegen om de bestuivers nerveus te maken. Op die manier gaan zij meer vliegen en is er meer bestuiving, juist bij gewassen waar de bestuivers anders minder snel hun werk doen.

Eveline Stilma

Zenuwachtig
De video's met de telers kwamen tussen de presentaties in het plenaire gedeelte voorbij. Eveline Stilma van Greenport West-Holland ging in op hoe wat in theorie lijkt te kunnen ook aan moet sluiten op de praktijk.

Dat deed zij met een beelden voorbeeld van een modeshow voor modemerk Dior. Mooi die creaties, maar kunnen de modellen er ook mee lopen of lekker mee in een stoel zitten? Nee, was haar conclusie. Op diezelfde manier moet wat op het gebied van biodiversiteit in de glastuinbouw onderzocht wordt ook toepasbaar zijn voor de teler in en om zijn kas.

Pieter Stolk van Stolk Brothers ziet dat inmiddels op zijn bedrijf, waar ze anthuriums telen. Het middelen gebruik is dertig jaar geleden drastisch omlaag gegaan na gezondheidsklachten bij zijn vader en daarvoor in de plaats kwamen biologische bestrijders en later ook biostimulanten.

Zijn gewas is tegenwoordig weerbaarder. Vroeger werden de telers al zenuwachtig bij het vinden van vijf tripsen op een vangplaat, erkende Pieter. Tegenwoordig schrikken ze er van twintig ook niet meer terug. Het systeem lost het op.

Roeland Berendsen

Geitenwollensok
Roeland Berendsen van de Universiteit Utrecht nam de zaal mee in onderzoek naar het microbioom waaraan de universiteit werkt. Het microbioom werkt als een extra laag van het afweersysteem van de plant. Met automatisering en phenotypering proberen de onderzoekers steeds beter te snappen hoe de plant op dat vlak werkt, zodat telers in de praktijk er hun voordeel mee kunnen doen.

Harry Wubben van Funny Santini en Ellen Klein van Koppert gingen ook op dat microbioom en het proces in de bodem in. Dat deden zij in een video waarin de teler benadrukte zeker geen "geitenwollensok te zijn", maar wel te geloven in de koers die hij nu vaart. Samen met de mensen om hem heen probeert hij de plant minder aantrekkelijk te maken voor plagen. De plant weet al hoe dat moet, gaf Ellen aan, alleen is het de kunst dat ook goed in stelling te brengen.

Mauro Gallo

Tripsen
Mauro Gallo van Inholland mocht vertellen over biomimicry, waarin stukjes natuur toegepast worden in slimme technologische innovaties (zoals flapperende drones). Gerben Messelink van de WUR kijk juist weer naar buiten de kas, waar proefprojecten lopen met bloemen- en kruidenstroken naast de kas.

In het Oostland leverde dat bij vier telers al inzichten op over onder meer tripsen. Slechts zes procent van de gevonden tripsen is de door telers gevreesde Californische trips. In de proef werd die juist in het begin van de zomer veel gevonden, wat de entomoloog doet vermoeden dat de trips juist vanuit de kas de berm in vliegt, in plaats van andersom.

In de Bommelerwaard, waar de provincie soms van telers eist dat ze hun kassen voor de buitenwereld afschermen door er bomen omheen te planten, is door de onderzoekers dan weer gekeken naar welke bomen je uit oogpunt van biodiversiteit het beste neer kunt zetten. Allicht niet de Gelderse roos, die geliefd is bij kaswittevlieg, maar misschien wel de wilg, want daarop was van de onderzochte bomen veruit de grootste diversiteit aan potentieel ook nuttige beestjes te vinden.

Gerben Messelink

Luizen
Ook handig: vroeg in het voorjaar is er in de bomen al bladluis te vinden. Telers willen liever geen bladluis, maar biologische bestrijders eten graag bladluizen en kunnen zo in het voorjaar aansterken alvorens ze eventueel nuttig werk in de kas kunnen gaan doen. Mits die kas natuurlijk niet hermetisch voor de buitenwereld afgesloten is, zoals soms nu wel de trend lijkt. De biodiversiteitsonderzoekers zoeken juist naar de optimale verbinding tussen binnen en buiten.

Na een korte koffiestop was het tijd voor workshops. Eentje over het opleiden van adviseurs in natuur-inclusief telen en de rol van het onderwijs daarin, eentje over het verdienmodel, het blijft ook glastuinbouw met kleine marges ondanks alle goede natuurbedoelingen, én eentje over weerbaar telen in de praktijk.

Jantineke Hofland met de Schijf van Weerbaarheid

Pre-biotica
In die laatste workshop besloten Jantineke Hofland-Zijlstra van adviesbedrijf Weerbare Plant en Frank Hoeberichts van Eurofins niet alleen te zenden, maar ook in gesprek te gaan met de zaal. Jantineke presenteerde de Schijf van Weerbaarheid en nodigde iedereen ook uit in plaats van probiotica naar pre-biotica te kijken. Iets van buiten inbrengen kan helpen, maar de vraag is of het altijd wel de juiste uitwerking heeft.


Frank Hoeberichts geeft een voorbeeld van het microbioom. Hoe meer gekleurde balkjes, hoe diverser. Onderaan het balkje voor potgrond, boven voor steenwol in tomaat.

Die vraag riep de workshop ook bij telers in de zaal op. Sommigen hebben bijvoorbeeld al ervaring opgedaan met Trichoderma-schimmels, maar vroegen zich in de sessie af of die schimmels eigenlijk wel in de rest van het systeem weten te overleven als hier verder nog (te) weinig aanpassingen zijn gedaan.

Kortom, moeten telers stapje voor stapje op weg gaan naar natuur-inclusief telen, met meer biodiversiteit en een meer weerbaar gewas, zodat ze zicht houden op wat er gebeurt, of juist in één keer?

Hier kwam in de workshop geen eenduidig antwoord op. Wel zijn de specialisten, ook buiten de workshop, en ook de aanwezige telers, zich bewust van het belang van systeemdenken. Kunnen ze daarin direct zich ook het hoofd breken over hoe veenvrij telen, terecht door een teler opgemerkt als een extra complicerende factor, ondervangen kan worden met hulp van de mogelijkheden die de natuur telers aanreikt.

Video met vliegen in de kas bij zaadteler Cor