Op dinsdag 30 mei vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats in Brussel. Daar zal onder andere gesproken worden over het voorstel voor een Verordening inzake Verpakkingen en Verpakkingsafval die de Europese Commissie eind 2022 heeft gepubliceerd. Het Nederlandse kabinet zet in op een hoger ambitieniveau, zo meldt minister Adema van LNV in een brief aan de Tweede Kamer.
Het voorstel van de Europese Commissie is samen te vatten in 3 categorieën, stelt Adema. Dit betreft de reductie van de hoeveelheid verpakkingen, de recyclebaarheid van verpakkingen en het harmoniseren van de inzameling van verpakkingsmateriaal.
Concreet wil de Europese Commissie dit bereiken door het beperken van onnodige of overmatige verpakkingen, het stimuleren en verplichten van herbruikbare en hervulbare verpakkingen, het verminderen van de afhankelijkheid van primaire grondstoffen door hoogwaardige recycling, een verplicht statiegeldsysteem en een geharmoniseerd systeem voor labelling over de samenstelling en de correcte afvalstroom van verpakkingen.
Het Nederlandse kabinet zet in op een hoger ambitieniveau voor wat betreft de hergebruik- en recyclingdoelstellingen, een grotere nadruk op duurzaam biogebaseerd plastic in verpakkingen en op meer ruimte voor lidstaten om een ambitieuzer nationaal beleid toe te passen dan de verordening vereist. De toepassing van recyclaat mag niet ten koste gaan van de voedselveiligheid.
Mogelijk kan de toepassing van recyclaat worden vereenvoudigd door de voedselveiligheidseisen anders te formuleren. De bereidheid hiertoe moet bestaan, zolang het niveau van consumenten-bescherming behouden blijft. Dit zou kunnen betekenen dat er nieuwe eisen omtrent voedselveiligheid vastgelegd moeten worden, om het meer in lijn te brengen met de recyclingsregels.
Voor wat betreft het verminderen van voedselverspilling ondersteunt Nederland voorstellen die daaraan een positieve bijdrage kunnen leveren. Het is daarbij goed de afweging te blijven maken tussen de impact van de verpakking in relatie tot voedselverspilling om te borgen dat er netto geen hogere negatieve impact ontstaat.
Bron: Ministerie van LNV