Tholen - Landbouw en zoet water zijn nauw met elkaar verweven. Een derde van het waterverbruik in Europa komt voor rekening van de landbouwsector, geeft de EU aan. De Wereldbank laat weten dat dit wereldwijd zelfs 70 procent is. Een toenemend probleem, omdat het zoetwater door de klimaatverandering verzilt en irrigatie op zich ook weer bijdraagt aan – de toch al oprukkende – verzilting van de bodem.
“We zijn verslaafd aan zoet water en moeten afkicken van het onbeperkt gebruik ervan,” is de visie van Marc van Rijsselberghe, die zich onder meer als oprichter van Wadzilt al decennia inzet om het verziltingsprobleem op een praktische manier te lijf te gaan.
Hij geeft aan dat er wereldwijd voldoende zoetwater is, maar dat we er anders mee om zullen moeten gaan. Zo ziet Marc dat er in andere delen van de wereld veel meer waarde wordt gehecht aan water, terwijl het hier uiteindelijk vaak gedachteloos in de Noord- of Waddenzee verdwijnt. “Een uitdrukking in Namibië luidt: ‘Een biertje heb je slechts te leen.’” Het geeft aan dat het vocht uiteindelijk wordt hergebruikt om er weer opnieuw bier mee te maken.
Marc van Rijsselberghe
Omslag
Wordt die omslag in Nederland gemaakt, denkt Marc dat de gevolgen voor bijvoorbeeld de teelt van aardappelen, ondanks de ook hier oprukkende verzilting, beperkt zouden kunnen zijn? “Omdat er hier voldoende regen valt en omdat er enorm veel innovatie is, waardoor we op het moment dat we het anders moeten doen, ook anders gaan doen.” Daarbij denkt hij bijvoorbeeld aan het in de winter opslaan van water in de bodem om het daarna in droge tijden in de lente en zomer te kunnen gebruiken. Of stoppen met het gebruik van drinkwater voor het doorspoelen van het toilet.
Maar zo eenvoudig is het niet overal. Verzilting is wereldwijd een groot en toenemend probleem. “Zo’n anderhalf miljard hectare heeft te maken met de verziltingsproblematiek,” zegt Marc. Alleen al op de geïrrigeerde landbouwgrond leidt dat tot een schade die volgens het ministerie van LNV wordt geschat op 27 miljard dollar per jaar. LNV denk dat wereldwijd zo’n 68 miljoen hectare van alle geïrrigeerde landbouwgrond is verzilt, ongeveer 20 procent van het totale oppervlak geïrrigeerd land. En daar komt jaarlijks minstens een half miljoen hectare bij.
Doodgaan of verweren
Toch is het niet zo dat verzilte grond per definitie niet bruikbaar is voor landbouw. In sommige gevallen kunnen innovaties, zoals bijvoorbeeld van doorspoelen van de wortelzone met rivier- of bronwater, en zilte landbouw uitkomst brengen. Marc geeft aan dat een verzilte bodem de plant als het ware vergiftigt met zout. “De plant heeft maar twee mechanismen: of doodgaan óf zich verweren. En dat kan alleen door zijn eigen systeem aan te passen.”
Zo ontwikkelen sommige planten bijvoorbeeld dikkere wortelpuntjes zodat minder zout kan worden opgenomen of een plant zorgt ervoor dat al het ingenomen zout in één van zijn bladeren wordt verzameld dat vervolgens dood gaat en afvalt. Marc heeft ook aardappelplanten gezien met daaronder bijvoorbeeld 10 gezonde knollen en twee zwarte die alle zout hebben geabsorbeerd. “Omdat planten niet weg kunnen lopen, hebben ze trucs bedacht om met het zout om te gaan. Zij ontwikkelden slimme worteltjes die uiteindelijk uit het brakke water het zoete deel kunnen halen.”
Trial and error
De zelfbenoemde ‘plantenterrorist’ – voor de goede zaak heeft hij meer dan 2.500 planten ‘vermoord’ – brengt door trial and error in kaart welke rassen kunnen gedijen op verzilte grond en welke absoluut niet. Veel van zijn onderzoek richt zich naast bijvoorbeeld sla of broccoli op aardappelen. “Aardappelen hebben in de teelt maar 250 liter water per kilo eindproduct nodig – voor bijvoorbeeld rijst is dat 6000 liter – en leveren relatief veel eiwit.”
Marc stelt vast dat van veel planten onbekend is hoe ze gedijen onder zoute omstandigheden. Zo ziet hij dat sommige aardappelrassen helemaal niet te telen zijn, terwijl andere soorten bij een hoog zoutgehalte nog steeds groeien. “We hebben 300 aardappelrassen getest en het grootste gedeelte blijkt niet zouttolerant te zijn.” En, geeft Marc aan, van de aardappelen die wel groeien onder zilte omstandigheden zal een minder grote oogst moeten worden geaccepteerd. “Onder zilte omstandigheden brengen aardappelen altijd minder op dan onder zoete omstandigheden.”
Naar de planten kijken
De zoute teeltomgeving blijkt ook invloed te hebben op andere teeltaspecten van het gewas. Zo komen bijvoorbeeld smaak, houdbaarheid en bakkwaliteit soms in het gedrang, maar anderzijds kunnen zilte teeltomstandigheden ook leiden tot een zoetere, aromatische en smaakvolle oogst.
“Er gebeurt van alles, en wat bijvoorbeeld de invloed van zilte teeltomstandigheden op houdbaarheid of bakkwaliteit is, zijn essentiële vragen waarop wij antwoord proberen te krijgen door naar de planten zelf te kijken.” Overigens is het praktisch in kaart brengen van de zouttolerantie van gewassen, voorlopig ook de hoofdroute. Marc geeft aan dat onder meer onderzoek door de Vrije Universiteit Amsterdam niet heeft geleid tot het identificeren van een gen dat zouttolerantie regelt.
Overigens is zouttolerantie van een ras niet het enige aspect dat een rol speelt bij zilte landbouw. Ook de gangbare manieren van bemesten en het stimuleren van bodemvruchtbaarheid zijn niet van toepassing. “Als je koorts hebt, zou de dokter je dan adviseren om in de sauna te gaan zitten?,” vraagt Marc. Het lijkt niet de beste actie in die situatie. “Zo is het ook met zoutstress. Het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen draagt alleen maar bij aan meer zoutstress.”
Bemesting met zeewier
Dat is een belangrijk punt voor onder meer telers in ontwikkelingslanden als bijvoorbeeld Bangladesh of Pakistan. Marc legt uit dat het weer daar zo groeizaam is, dat achtereenvolgende gewassen jaarrond op hetzelfde perceel worden geteeld. “De grond krijgt geen rust. Ondanks dat het weer ongelooflijk vruchtbaar is als het geregend heeft, komen ze mineralen tekort in hun bodem.”
Een oplossing voor het bemestingsprobleem vond Marc in het gebruik van zeewier. “Het zeewater bevat 84 sporenelementen en zeewier bevat er 64. Het is het rijkste medium qua nutriënten.” Via het project Zeker Zilt zijn inmiddels de eerste testen achter de rug en de eerste resultaten zijn er ook. Zo worden de uit zilte teelt en met zeewier bemeste aardappelen van de rassen Miss Mignonne en Nola vanaf augustus breder in de markt gezet.
Daarnaast wordt in mei onder het merk Van de Wadden het project Zilte Chips geïntroduceerd. Marc vindt dat de consument zelf maar moet ervaren hoe de smaak van de zilte aardappelen is, maar licht toch een tipje van de sluier op: “Als ik ga vertellen hoe ze smaken, gaat de consument op een bepaalde manier de aardappelen proeven. Maar ik kan wel vertellen dat ze niet zout zijn.”
Dit artikel verscheen eerder in editie 5, 38e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Wadzilt
Monnikenweg 4
1791NT Den Burg, Texel
E: info@wadzilt.nl
W: https://www.wadzilt.nl