Tholen - “Ze lopen 4 uur op ons voor, dus als ik ’s ochtends wakker word, is de dag daar al een eind op weg en staan er al een aantal vragen klaar om te bespreken. Ik kan de klimaatcomputer overnemen en bedienen, grafieken bekijken, watergeefstrategieën bekijken en met verschillende programma’s data delen.” Aan het woord is Jan Zegwaard. De kwekerij die hij begeleidt, ligt niet alleen 5.500 kilometer ver weg, maar ook nog eens in een van de meest afgesloten landen ter wereld: in Turkmenistan. “Als je het klimaat ziet, geef je er geen cent voor. Maar als je ziet wat er uit de kassen komt: dat is topproduct.”
Het is alweer drie jaar geleden dat Jan via GrowersAdvice4You bij de kwekerij E.S.YIGIT betrokken raakte. De club teeltadviseurs had al vaker met dit internationale bijltje gehakt en begeleidde toentertijd al kwekerijen in Oezbekistan en Afghanistan. Met een maandelijks bezoek en digitaal advies, kunnen ze een kwekerij goed ondersteunen. Maar ook hier gooide corona roet in het eten. Vandaar ook dat de digitale samenwerking de belangrijkste werd. “Je zorgt dat je dezelfde onderwerpen behandelt als anders, alleen kun je niet live in de kas kijken”, vertelt hij. “Je loopt niet tussen de planten, maar je komt een eind op weg.”
En dat is goed gegaan. Inmiddels werkt hij dus alweer drie jaar samen met het bedrijf. In eerste instantie ging het om 10 hectare kas, daarna mocht Jan, samen met Michel van Ruijven en Martien Duijndam, alle 30 hectare adviseren en inmiddels teelt het bedrijf op 50 hectare tomaten.
Het klimaat is extreem in de Karakum woestijn waar de kassen te vinden zijn, met temperaturen die in de gortdroge zomers kunnen oplopen tot 45 graden Celsius en in de winter onder het vriespunt zakken. De foliekassen zijn daarom uitgerust met zowel flinke verwarming als koeling, deels pad-and-fan. Er is op basis van de licht- en temperatuurdata een anticyclisch teeltschema opgesteld, waarbij ze in de zomer zaaien en de gekoelde kassen eerst gebruiken. Er wordt geteeld op kokos en, uiteraard tot Jans vreugde, wordt er gewerkt met een buisrailsysteem. “We onderzoeken nu hoe we de automatisering kunnen verbeteren, met een nieuwe klimaatcomputer bijvoorbeeld. Dan kunnen we technieken zoals de warmtebuffers volop gebruiken en de ketel scherper aansturen”, vertelt hij. En die strategie is anders dan thuis: Turkmenistan heeft een van de grootste gasvoorraden ter wereld. “Aan gas is geen te kort en het is ook niet al te duur.”
Ook hangt er inmiddels een kleine proef LED-belichting. “We moeten gaan rekenen. In de winter is de lichtinstraling net op de grens van het toelaatbare om een volwassen teelt er doorheen te halen. We hebben al aanpassingen gedaan in de teelt om voldoende energie in de plant te houden, dus misschien biedt dit ruimte.”
Het teeltbedrijf is onderdeel van en groot conglomeraat en dat is bijzonder om te zien: in de groep zit ook een bandenbedrijf, een porseleinfabriek en een akkerbouwbedrijf van een paar 1000 hectare. “Alles wordt centraal geregeld en gemanaged”, vertelt Jan, en zijn voorbeeld verduidelijkt hoe anders dat is dan in Nederland. “Op het hoofdkantoor van de groep, gevestigd in de hoofdstad kunnen ze op een groot scherm meekijken in de kas 200 kilometer verderop. In alleen Blok A hangen al minstens 50 verschillende camera’s die non-stop uitzenden wat er in de kas gebeurt.” Het is een voorbeeld van de top-down cultuur in het bedrijf, en in het land.
Ook op de kwekerij zelf is de organisatie strak. Er zijn facilitaire afdelingen voor inkoop, verkoop, financiën en personeel. Het is een uitgebreide organisatie: de mensen in het land wonen op afstand van de kwekerij en worden er dagelijks naartoe gebracht met bussen. Het management en de telers slapen op het bedrijf. Een eer die ook Jan ten deel viel, want in januari van dit jaar kon hij er eindelijk naartoe. Toevalligerwijs ook in de koudste weken die Turkmenistan in jaren gekend heeft. “De overcapaciteit van de verwarming kwam goed van pas”, vat hij samen. En niet alleen daarom was het een bijzondere reis. Turkmenistan kom je niet zomaar in – je moet uitgenodigd, gescreend en toegelaten worden - en er zijn plekken bezocht waar weinig Europeanen voet zetten. Dan zijn er nog de digitale beperkingen: door de beperking van het internet werkt Whatsapp bijvoorbeeld niet. “Het is een enorm gesloten land. Dat heeft ook invloed op de aanwezigheid van monteurs bijvoorbeeld, maar ook op de import van biologische bestrijding: dat mag simpelweg nog niet.”
Sinds zijn bezoek is Jan zo mogelijk nog meer onder de indruk van de kwekerij. “De managers en de agronomisten zijn veel intelligente, jonge mensen. Ze zijn verplicht Engels te leren want ze zien grote mogelijkheden om verder te groeien.” In Turkmenistan staat zo’n 600 hectare kas, schat hij. “Dit bedrijf heeft de potentie en het plan om door te groeien naar meer dan 200 hectare. Het product gaat nu al onder hun eigen Mahmal Agroproduct merk naar Kazachstan, Oezbekistan, Rusland en het Midden-Oosten. Ze zijn inmiddels als eerste bedrijf van het land GlobalGAP gecertificeerd en ze breiden de export verder uit. We proberen ze te behoeden niet te grote stappen te nemen, want ook hier is stabiliteit belangrijk. Maar ze zijn enorm gretig om te ontwikkelen, te leren en te groeien.”
Voor meer informatie:
Jan Zegwaard (e-mail)
GrowersAdvice4You