Ruim tien jaar terug leverde de illegale teelt van wiet in Roelofarendsveen en Bleiswijk een bruto opbrengst van ruim 9 ton op. Daarvan bleef bijna 700.000 euro over. Dat geld wil de staat terug van twee veroordeelden.
Pas negen jaar na data werd die vordering definitief. Een dusdanige overschrijding van de 'redelijke termijn' dat de Rechtbank Den Haag op 7 maart besloot tot het geven van een forse korting van 50%. Dat betekent dat de veroordeelde uiteindelijk 85.000 euro 'wederrechtelijk verkregen voordeel' moet terugbetalen in plaats van 170.000 euro. De officier van justitie wilde slechts een korting van 10% geven.
Dat de persoon betrokken was bij de wietteelt, onder meer in een kas in Bleiswijk, staat voor de rechtbank buiten kijf. Het hof acht onder meer bewezen dat veroordeelde hennepstekken en hennepplanten in bezit had, teelde in beide kwekerijen en deelnam in een criminele organisatie rond de wietteelt. Veroordeelde gaf onder meer leiding op de kwekerijen, vervoerde mensen van en naar het werk, gaf instructies en betaalde hen.