Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

“Automatisch nutriënten meten is klaar voor de praktijk”

Tholen - De eerste vier meetsystemen om automatisch nutriënten te meten worden dit voorjaar geïnstalleerd bij Nederlandse telers. Daarmee staat CE-Line aan de vooravond van de echte praktijkintroductie van haar meetapparatuur. Telers kunnen er veel nauwkeuriger mee gaan bemesten. Precisiebemesting dus.

“Bij onze launching customers gaan we nu ontdekken hoe het systeem en de nutriëntendata in de praktijk zullen worden toegepast”, kijkt Wilco Dijkstra (CTO) namens het in Heerenveen gevestigde bedrijf alvast nog een stukje verder vooruit na een laatste jaar van proefdraaien in de kas bij een tomatenteler. De apparatuur van CE-Line is in staat constant de gevraagde tien macronutriënten voor telers te meten. “De belangrijkste les uit de testjaren is dat we heel nauwkeurig en snel nutriënten kunnen meten.”

Micronutriënten zijn een volgende stap. “Micronutriënten meten op dezelfde manier leek ons lange tijd niet realistisch, maar we hebben bij het testen met telers gezien dat het richting de toekomst voor telers echt een must gaat zijn. In ons lab kunnen we nu al micronutriënten meten. Bij telers meten wordt daarmee komend jaar wel realistisch.”

De eerste installatie, bij Gitzels. 10 millimeter water is nodig per meting. Het water komt vanaf het filtersysteem dat CE-Line bij de meetapparatuur levert. “De teler is soms verrast en vraagt zich af waar die grote kast voor dient als er zo weinig water doorheen gaat. Dat komt omdat de temperatuur in de kast stabiel moet zijn. Er zit een koelunit in. Daarnaast is er ook een vuilwatervoorziening toegevoegd, zodat de meetkast zelf het gebruikte water afvoert.” 

Precisiebemesting
Maar eerst nog even een stapje terug. Sinds de eerste stappen van het Friese bedrijf in de tuinbouw in 2019 met onder meer deelname aan GreenTech in Amsterdam volgden de nodige testen. Eerst bij Wageningen University & Research en vervolgens bij Royal Pride in 2021 en tomatenteler Lijntje in 2022. Wat opvalt is dat de testen allemaal in de glasgroenten werden gedaan.

“Omdat een vruchtgroentegewas constant vruchten blijft produceren was de feedback van de sector voorafgaand aan introductie dat daar de meeste toegevoegde waarde voor ons systeem te bieden was. In de sierteelt is er toch vaker sprake van een gewas dat naar één bloeimoment toewerkt. Toch zien we ook hier steeds meer ontwikkeling richting precisiebemesting. Wij richten ons uiteindelijk ook nadrukkelijk op de hele tuinbouwsector, inclusief vertical en indoor farming. Zodra enigszins geautomatiseerd er water met nutriënten naar planten gaat, dan komt onze apparatuur goed van pas.”


Wilco Dijkstra op GreenTech Amsterdam 2019

Scherm in de waterruimte? Niet per se nodig
Naast de ontdekking dat micronutriënten meten bij de teler op locatie dichterbij is dan gedacht, kwam CE-Line tijdens de praktijktesten ook tot de conclusie dat de systemen standalone, zonder computer erbij, moeten kunnen draaien. “Het rekenwerk kan in de cloud. Daar is de nutriëntendata beschikbaar. De data kunnen wij voor de teler presenteren of komt de teler onder ogen in de vorm van een uitdraai of rapportje, zoals dat nu ook al werkt als telers elders metingen laten doen.”

Ook aflezen van data op de klimaatcomputer, of andere data verzamelende systemen is mogelijk. “Voor grotere telers wordt dat ook steeds realistischer”, merkt Wilco op. Zelf een scherm bij het systeem aanbieden is niet nodig, al kán het wel. “Wij merken dat de teler niet per se op de data zit te wachten in de waterruimte. Data aflezen op een computerscherm of op een telefoon van op afstand kan prima, zo hebben we uit de testen bij telers geleerd.” Collega Simon Meijer (CEO) vult aan, "Belangrijk om te realiseren is dat de teler de eigenaar van de data is en die daarmee bepalend is."

Specifieke reagentia
Het prototype waarmee de afgelopen jaren testen werden gedaan, was nog maatwerk. Nu de tijd rijp is voor de eerste seriematige productie zet CE-Line in op een generiek meetsysteem. “Wat nog altijd wel maatwerk blijft, zijn de reagentia dit in het systeem zitten en het systeem operationeel houden. Voor elke teler is dat weer net anders. Elk water is weer net anders, zelfs bij telers die bijvoorbeeld allebei tomaten telen zitten er verschillen in het water.”

Het Friese bedrijf zet in op plug&play-systemen die in principe door ‘elke huisinstallateur van de teler’ geïnstalleerd kunnen worden. “Belangrijk is dat er een internetverbinding is, stroom en een goede wateraansluiting. Het is voor onze metingen essentieel dat er schoon water in ons systeem komt. Daarom leveren wij bij de unit een filtersysteem.”

Samen met de teler regelt een specialist van CE-Line het systeem vervolgens in. “Daarbij kijken we samen met de teler ook naar waar je precies wilt meten. In de basis is dat bij je vuil drain en bij je gift. Dan weet je wat je binnenkrijgt en wat er weer naar de planten gaat.”


Simon en Wilco bij het eerste geplaatste systeem

Meetfrequentie
Zoals gezegd is micronutriënten meten de volgende stap. Met de telers die de eerste in serie geproduceerde systemen afnemen wordt onderzocht wat hierin de wensen zijn. “Je kunt je afvragen of telers nu al zitten te wachten op elk uur inzicht in micronutriënten. Wij kunnen in een hele hoge frequentie meten, maar de teler overspoelen met data is ook niet de bedoeling.”

Op één van de testlocaties werd afgelopen jaren het dag en nacht elk uur meten van macronutriënten onderzocht. Dat kon technisch prima, maar de teler kon er niet echt iets mee. “De teler vroeg ons uiteindelijk om een daggemiddelde. Het was wel alweer een paar jaar terug. Inmiddels zijn telers ook weer een stapje verder. Komend jaar gaan we zien wat exact de behoefte van telers naar data over micronutriënten is.”

De huidige systemen zijn al wel geschikt gemaakt voor het meten van micronutriënten. “Je hebt voor het meten van micronutriënten andere reagentia nodig, maar los daarvan hebben we er technisch al op voorgesorteerd. Zo is aan de visualisatiekant al ruimte gemaakt voor weergave van de zes micronutriënten.”

Gedragsverandering
Met het systeem van CE-Line komt autonoom bemesten dichtbij, maar doen telers het ook al? “Nee, in onze ogen deels”, geeft Simon en Wilco aan. “Interesse is er wel, ook van leveranciers van systemen voor autonoom telen. Die melden zich bij ons voor informatie over nutriënten.” Samen met telers en andere technische partijen ziet Wilco het er in de toekomst wel van komen. “Telers die met vloeibare meststoffen werken én al automatische bakkenvullers hebben, hebben technisch al het nodige in huis voor deze stap.”

Ook het gedrag van de teler zal dan veranderen, merkt hij op. “Eén van de telers met wie wij hebben getest is voor zijn A-B-bakken in plaats van één keer per week drie keer per week aanpassingen gaan maken in zijn mestrecepten. Daarvoor is het de A-B-bakvolumes gaan aanpassen. Als de bakken sneller leeg zijn, kun je sneller schakelen als teler.”

Wilco wil ermee zeggen dat met de opmars van nieuwe technieken telers ook anders gaan werken. “De trend was vroeger om grote, vrij logge systemen te maken en er vooral voor te zorgen dat er altijd genoeg water was. Nu zie je, ook in buitenteelten, precisiebemesting opkomen. Telers werken met kleinere volumes. Een mestinjectie-unit werkt voor telers het snelst, maar ook bij telers die met A-B-bakken werken is een versnelling en meer flexibiliteit mogelijk, als de teler maar wil en durft.”

Voor meer informatie:
CE-Line
Hermes 8
8448 CK Heerenveen
+31 (0) 513 714 400
[email protected] 
www.celine.frl