Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
voorgestelde WOZ-wijziging teruggefloten

Twee locaties glasteler blijven voor belasting twee locaties

Tholen - Het samenvoegen van glastuinbouwlocaties tot één WOZ-object mag niet. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Den Haag een eerdere uitspraak in de belastingzaak uit 2020 door de Rechtbank Den Haag bevestigd. Of de uitspraak voor elke afzonderlijke situatie geldt, dat moet de praktijk nog uitwijzen.

In 2020 stelde de gemeente Westland voor om telers met een WOZ-samenvoeging van locaties te helpen zodat zij minder ODE en Energiebelasting zouden hoeven te betalen. Daarbij werd de gemeente teruggefloten, waarna besloten werd een proefproces te voeren. In dat proefproces is de zaak van een Westlandse plantenkweker juridisch bekeken. 

Proefproces
De teler heeft twee locaties op iets meer dan twee kilometer van elkaar. Daarmee is er volgens de teler sprake van 'een samenstel', een belastingtechnische term. De heffingsambtenaar van de gemeente Westland is het daar niet mee eens. Beide locaties zijn los voor onder meer onroerendezaakbelasting en rioolheffing aangeslagen. 

Onder meer de Waarderingskamer en de Rijksbelastingdienst floten de gemeente terug na het besluit van het college van B&W in 2020. Beide instanties lieten weten dat zij ernstige bezwaren hebben tegen het voornemen van de gemeente Westland om (niet naast elkaar gelegen) vestigingen van tuinbouwbedrijven samen te voegen tot één WOZ-object.

Na overleg tussen betrokken partijen werd besloten een proefproces te voeren over de rechtmatigheid van het samenvoegen van niet direct naast elkaar gelegen glastuinbouwlocaties. 

Op dat moment waren door telers zelf, of met hulp van diverse adviesbureaus, tal van bezwaarschriften ingediend. Ook in andere tuinbouwgemeenten werden bezwaarschriften op de ODE-aanslagen ingediend. Tot uitspraak in het proefproces mocht samenvoegen niet. Samenvoegingsverzoeken werden opgeschort. Ook andere glastuinbouwgemeente sloten zich hierbij aan. 

Geen geografische samenhang
Op 30 november 2021 werd het proefproces gehouden en op 8 februari 2022 volgde uitspraak door de Rechtbank Den Haag. De rechtbank heeft het beroep in het proefproces ongegrond verklaard: de twee vestigingen van het betreffende tuinbouwbedrijf kunnen niet worden samengevoegd tot één WOZ-object.

Het proefproces voor samenvoeging van twee glastuinbouwbedrijven is verloren door de gemeente Westland om reden van ‘ontbreken van geografische samenhang’ tussen de locaties die hemelsbreed circa 2 kilometer uit elkaar zijn gelegen.

Uitspraak als richtlijn
De samenvoegingsverzoeken die de gemeente Westland heeft ontvangen (en in de toekomst zal ontvangen) zullen worden beoordeeld aan de hand van deze uitspraak van de rechtbank. Met andere woorden, elk verzoek dat is ingediend (of in de toekomst zal worden ingediend) zal door de gemeente/afd. belastingen beoordeeld gaan worden op de genoemde geografische samenhang.

Op 18 januari volgde een uitspraak door het Gerechtshof Den haag is het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank in 2022. Bij de nieuwe behandeling van de zaak zijn foto's bekeken. In de gerechtelijke uitspraak valt te lezen: "Uit de overgelegde foto’s blijkt dat de onroerende zaken alleen over openbare wegen kunnen worden bereikt. De afstand tussen de onroerende zaken bedraagt meer dan twee kilometer. De onroerende zaken zijn onderling niet via zijwegen of op andere wijze met elkaar verbonden. Tussen de onroerende zaken bevinden zich wegen en percelen met kasopstanden, woonhuizen, al dan niet in een rij en andere gebouwde en ongebouwde eigendommen die in eigendom en gebruik zijn bij derden. De onroerende zaken zijn voorts elk afzonderlijk voor het productieproces van een tuinbouwbedrijf uitgerust en operationeel. Zij beschikken over eigen kassen, warmte opslagtanks, watersilo’s, koelruimtes en kleedruimtes. De onroerende zaken kunnen voorts afzonderlijk van elkaar worden verkocht en afzonderlijk van elkaar worden gebruikt."

Opnieuw worden een flink aantal criteria en redenen aangevoerd waarom het beroep ongegrond is. Organisatorisch is er duidelijk samenhang tussen de locaties, maar omdat de locaties 'geografisch zozeer van elkaar gescheiden' zijn kan er geen sprake zijn van 'een samenstel'.

Reactie op bezwaarschriften
Het Gerechtshof geeft geen maxima of minima gemeld voor wat betreft afstanden, afhankelijkheid, wel of geen eigen voorzieningen e.d., zo merkt een van de betrokken adviesbureaus op na vragen van de redactie en bestudering van de uitspraak. "Wellicht dat bij duidelijk aanwijsbare afwijkingen op die criteria een onderneming met meer dan één locatie alsnog een verzoek zou kunnen doen voor WOZ-objectaanpassing. Dat is voer voor juristen." 

Vanwege ODE-heffing werd in 2020 door de gemeente Westland aan telers de optie gegeven verschillende locaties van hun bedrijf — ongeacht de ligging binnen Westland — samen te voegen tot één WOZ-locatie. De gemeente Westland heeft, zo laat het adviesbureau weten, nog niet op de indertijd ingezonden bezwaarschriften gereageerd. Mogelijk volgt een reactie alsnog na uitspraak van het Gerechtshof.