Tholen - 22.000 kilometer stond er aan het eind van het jaar 1982 op de teller van de Peugeot van Simon Voogt. De oprichter van adviesbureau Vortus bezocht in het eerste jaar veel telers. Dat is hij altijd blijven doen, tot op de dag van vandaag.
De ‘semi-retired’ teeltadviseur volgt de ontwikkelingen in de tuinbouw nog altijd op de voet. Tegenwoordig vanuit het Amerikaanse Tucson, in de staat Arizona waar hij woont. Een verhaal over zijn carrière, het ontstaan van Vortus, reizen en groeiland Mexico in het kader van het veertigjarig jubileum van Vortus in 2022 waarover een jubileummagazine werd uitgegeven. Dit verhaal stond ook in dat magazine.
Simon Jan Voogt werd op 8 juli 1948 geboren in Rozenburg. Hij groeide er op in een tuindersgezin. Vader Pieter had samen met zijn vrouw ‘een van de grotere kassen in het dorp’, onder de rook van Rotterdam. Daar teelden zij allerlei soorten gewassen, waaronder tomaten. Het was hard werken. Zijn twee oudere broers werden later tuinder. Simon niet. “Mijn vader zei: ‘Ga jij maar studeren. In de tuinbouw valt niets te verdienen.’”
De kas van de vader van Simon in Rozenburg
Leermeesters
Simon kwam op de middelbare tuinbouwschool in Naaldwijk terecht. Ook studeerde hij aan de Universiteit van Wageningen, waar hij zich specialiseerde in bodemwetenschappen. Zijn studie leverde hem titels in botanica en als chemisch analist op. Op dat moment was Simon al werkzaam bij het Proefstation Naaldwijk. Hij begon er in 1968 als onderzoeker. “Ik heb er veel gezien en gehoord en vooral ook veel geleerd van goede leermeesters zoals Cees Sonneveld en Joost van der Ende. Ook had ik destijds veel contact met Dick Klapwijk van de afdeling fysiologie. Van hem heb ik veel over plantfysiologie geleerd. In de ruim tien jaar dat ik er werkte, tot 1979, heb achteraf de basis gelegd voor mijn latere werk als teeltadviseur.”
Pioniers
In 1979 ging Simon aan de slag bij toeleverancier Brinkman, als teeltadviseur. Het was de tijd van de omschakeling van teelt in de grond naar telen op substraat. “Ik had vanuit het Proefstation al de eer gehad telers te mogen helpen bij de omschakeling. Pioniers waren destijds tomatentelers Kees Damen en Jan van Zijl uit Wateringen en Kwintsheul en Jacob Bijl uit Maasdijk. De eerste komkommerteler die op grote schaal op steenwol ging telen was Wil Haket in de regio Delfgauw-Pijnacker.”
Bij Brinkman was Simon ook veel in Drenthe en Groningen te vinden. “In Erica, Klazienaveen en later Hoogeveen en Sappemeer schakelden veel telers ook om. Ik reisde er veel heen voor presentaties over dit onderwerp bij studieclubs.”
Samenwerken met Henk
Simon kwam bij Brinkman Henk Koot tegen. “Henk werkte eerst bij toeleverancier Codri. Dat bedrijf fuseerde met Brinkman. Automatisch kwam Henk daardoor onder mijn hoede. Cor Brinkman vroeg mij toen of ik goed met Henk kon werken. Dat kon ik zeker. Henk en ik kenden elkaar al goed vanuit de vergaderingen op Proefstation Naaldwijk. Daar kwamen de onderzoekers, van wie ik er een was, elke week samen met de voorlichters, waaronder Henk. Hij viel mij daar al op als een man met veel kennis, die ook veel goede vragen stelde.”
Henk Voogt en Simon bij het 35-jarig jubileum van Vortus
Behoefte aan advies
Net als Henk, die er eerder in zijn Vortusverhaal al bij stilstond, merkte Simon na verloop van tijd dat hij naar de teler wilde kunnen gaan in een verkooprol. Eerder was ook het ambtelijke leven bij het proefstation, met ‘al haar regeltjes’, hem tegen gaan staan. In 1982 werd Vortus opgericht. “Ik had bij het Proefstation al een flink netwerk opgebouwd door het houden van lezingen en het bijwonen van studieavonden. Toen al kreeg je veel vragen, waardoor je merkte dat er veel behoefte was aan advies.”
Eigen bedrijf
Vortus was voor Simon zijn eerste eigen bedrijf. “Henk werd mijn eerste adviseur. Daarna zijn we vrij snel uitgebreid naar zeven adviseurs. Rien Rodenburg was de tweede die in dienst kwam. Rien kende ik nog uit mijn periode in Naaldwijk. Hij was actief in Noord-Nederland, waar destijds met name de overschakeling naar de teelt op substraat plaatsvond. Ze hadden er moeilijke grond, veengrond. Dat Rien erbij kwam, lag voor de hand.” Als paprikaspecialist in Westland kwam Daan Boonman erbij. “Ik wilde graag een specialist in die teelt.” Tineke Goebertus was als vrouw voorlichtster in Bleiswijk. “Ik kende haar al en zij bleek zeer geïnteresseerd om zich bij ons aan te sluiten.”
Simon Voogt en Hein Lansbergen in Onder Glas
Gebrekverschijnselen
Met Bram Noordam, een bekende uit de tijd bij Brinkman, en Wout Hogendam, eveneens bekend uit de Brinkmantijd, erbij telde Vortus al snel zeven adviseurs. Een zevental gespecialiseerd in de vruchtgroenteteelt, zoals Vortus dat tegenwoordig nog steeds is. Simon zelf had echter altijd ook veel onderzoek gedaan naar gerbera. “Dit vond ik een mooi gewas vanwege de interessante gebrekverschijnselen die het gewas snel liet zien. Ik heb later ook veel bedrijven in gerbera begeleid en heb dat voortgezet zodra ik met Vortus ben gestart. Hein Lansbergen uit Delfgauw was een van de telers die ik adviseerde. Hij ging als eerste over naar de teelt op roltafels op substraat. Dat ging, achteraf bezien, net iets te snel, dus slaagde het niet. Hein was echter wel een goede teler. Hij is ook een goede vriend. En sportman. We hebben veel samen gefietst.”
Voedingsschema’s
De gerberateelt vroeg een heel andere voedingsaanpak dan de teelt van tomaat, paprika of komkommer, leerde Simon al snel. “Gerbera is gevoelig voor een gebrek aan mangaan en ijzer. Daarom moest je er heel specifieke voeding op loslaten om het gewas groen te houden. Ik heb er veel schema’s voor gemaakt.” De schema’s die Simon maakte voor allerlei gewassen komt hij vandaag de dag nog steeds wereldwijd tegen. “Wel zijn ze natuurlijk in de loop der jaren steeds verder bijgeschaafd.”
Harde les
Gaandeweg ontdekte hij wel dat er internationaal andere schema’s nodig waren dat in Nederland. “In klimaten met hoge lichtintensiteiten kom je in januari en februari bijvoorbeeld een veel hogere verdamping tegen dan in Nederland. Hier in Arizona haal je begin maart al 3000 watt. Dan is het gevaar dat je, omdat de watergift toeneemt, ook de aanvoer van meststoffen meestijgt. Op een gegeven moment is genoeg echter genoeg. Te veel is niet goed. Dat heb ik in het begin ook moeten leren. De schema’s in tomaat en komkommer voor Nederland waren bijvoorbeeld te kalirijk voor teelten internationaal. Dat kreeg je problemen met de calciumopname. In Arizona en Mexico liep ik daartegenaan. Dan kreeg je neusrot. Een harde les, maar sindsdien weet je wel hoe het moet.”
Kijkje over de grote plas
In zijn eerste jaar werkte Simon vanuit huis in Rozenburg. “Henk kwam elke week bij mij thuis vergaderen.” Een jaar later werd een kantoor in Maassluis betrokken. “Dat was een mooi pand, aan de Veerstraat. Vanaf 1983 kwam de hele groep hier elke week bijeen.” Nog weer later ging Vortus naar Schiedam, naar een ander pand. “Schiedam lag iets centraler voor iedereen en was makkelijker te bereiken.”
Simon zelf ging na verloop van tijd ook telers in Noord-Amerika adviseren. “In het begin vloog ik iedere drie weken vanuit Amsterdam naar New York. Ik wilde eerst eens kijken hoe het daar was. Vanuit New York vloog ik dan naar Ontario, waar ik veel projecten begeleidde. Ik bouwde er veel contacten op. Je had er al grote bedrijven zoals Windset en Houwelings bij wie ik langsging.”
Emigratie
In 1993 emigreerde Simon naar British Columbia. Hij zette er Vortus Greenhouse Consultants op. “Omdat ik snel veel contacten met ook grote bedrijven had weten te leggen, besloot ik er mij te vestigen, definitief.”
Over het vele reizen neemt hij een pragmatisch standpunt in. “Ik heb een geweldig interessant beroep, maar de planten zitten wel vast uiteindelijk. Jíj moet naar hén toe. Je moest dus reizen om iets te zien. Binnen onze groep wilde ik dat wel doen. Ik heb er geen spijt van en vind het nog steeds boeiend, al zie ik het reizen zelf vooral als noodzakelijk kwaad.”
Foto rechts: In dit pand huisde Vortus in de beginjaren
9/11
11 september 2001, 9/11, is Simon altijd bijgebleven. Ten tijde van de aanslag op de Twin Towers in New York begeleidde hij een project voor Houwelings in Californië. “Ik heb hen geholpen bij het opzetten van dat project en heb ze zeventien jaar lang begeleid. Destijds vloog ik iedere twee weken vanuit Vancouver die kant op, naar Los Angeles. Rond 9/11 had ik een vlucht waarbij ik als gold member eerste klas vloog. Mijn vele vluchten hadden mij zoveel vliegpunten opgeleverd dat dat kon. Op die vlucht ontmoette ik mijn tweede vrouw. Zij was Amerikaanse en stewardess. Mijn eerste vrouw had het in Canada na onze emigratie niet meer zo naar haar zin. Achteraf was die vlucht mijn beste vlucht.”
Arizona
Met zijn tweede vrouw verhuisde Simon in 2004 van British Columbia naar Californië. Natuurrampen noopten Simon en zijn vrouw drie keer te moeten evacueren. “Twee keer kwamen de bosbranden heel dichtbij en de derde keer was er een gigantische modderstroom. Die laatste keer raakten 23 mensen onder de modder bedolven. Zij zijn nooit meer teruggevonden.”
Het was voor Simon en zijn vrouw het moment om over een verhuizing na te denken. De keuze viel in 2019 op Arizona. “Ik kende het klimaat daar al vanuit mijn werk. Ik heb veel samengewerkt met Johan van de Berg van Eurofresh. Hij startte het bedrijf op met Wil van Heiningen, toentertijd eigenaar van de grootste glastuinbouwonderneming in het Verenigd Koninkrijk. Over die tijd zou ik een boek kunnen schrijven. Helaas is het bedrijf, dat snel groeide in Willcox in Arizona, ten onder gegaan. Ze hadden een areaal van 110 hectare. Een tekort aan mensen die in de kassen wilden werken, brak hen op.”
Simon weet nog dat Johan een deal sloot met de lokale gevangenis. “Mensen uit de gevangenis kwamen werken in de kassen. De gevangenen bleken echter enorm ongemotiveerd en hadden geen enkel respect voor hygiëne. De gewassen werden besmet met virussen. Met tussenplanten werd geprobeerd de producties gaande te houden, maar dit liep niet goed af.”
Onder meer in deze kas in Owatonna is Simon als adviseur nog actief
Zaagsel
Vanaf het moment dat Simon voor het eerst voet aan wal zette, was hij onder de indruk van een aantal telers in Ontario. “Bedrijven zoals Houwelings en Windset waren destijds al behoorlijk uitgebreid. Ze teelden er in zaagsel. Het was hun substraat, afkomstig uit de houtindustrie die er groot was. Met dat zaagsel hadden ze echter al snel ook problemen. Eenmaal nat en warm liep de kwaliteit van het substraat met zaagsel snel terug. Dan begon het te verteren en werd de waterhuishouding slecht.”
Unieke combinatie
Telers besloten er over te stappen op kokos en steenwol. Vanuit Nederland kon Simon er een stukje kennis inbrengen. Hij had hiervoor in 1993 al Vortus Greenhouse Consultants in Canada opgezet en datzelfde jaar ook Voogt Greenhouse Consultants. “Met de juiste voedingsschema’s slaagden telers erin de producties met dertig tot veertig procent op te schroeven.”
Simon is ervan overtuigd dat van mei tot september telers in Canada qua product niet te verslaan zijn. “Vanaf 1 mei zijn de dagen er veel langer dan in Nederland. 18 uur licht bij een hoge lichtintensiteit is ongeëvenaard. Bovendien hebben ze fantastisch water, regenwater uit de bergen. Heel laag in bicarbonaat, laag in chloor en natrium, echt uniek water. Buiten is het er koud, maar met de ramen dicht kun je er goed telen. Bovendien blijven de CO2-gehaltes in de kas op die manier hoog. Die combinatie van licht, water en CO2, dat kan echt niet op. Je haalt er makkelijk drie kilo tomaten per vierkante meter per week. Dat is zeer uniek en wekenlang mogelijk, tot eind augustus. Daarna gaat het licht ‘uit’ en is het te donker. Van november tot januari kun je er eigenlijk niet telen. Dan moet je naar kunstlicht toe en dat is duur.”
Blijven leren
Momenteel heeft Simon wel een paar projecten die hij begeleidt waar ze belichten. Projecten die Simon ‘semi-retired’ begeleidt. In 2020 stopte Simon met Voogt Greenhouse Consultants, terwijl hij in Nederland eerder in 2006 en 2007 al zijn aandelen in Vortus aan Barend Löbker verkocht en in 2012 voor Vortus in Canada aan Tineke Goebertus en Willem Vesseur. De projecten die Simon nu nog bezoek liggen nabij Minneapolis. “Tussen september en maart is het er erg donker. Ze belichten er met HPS en LED. Dat is nieuw en daarmee boeiend voor mij. Ik bezoek ze elke maand. Het is er erg koud, tot wel min dertig graden Celsius. Je vriest er uit je broek,” lacht Simon. “Het contrast met Arizona is groot. Maar het project is erg interessant, dus ik kom er graag.”
Tomatenproject in Mason City waar Simon adviseur is
Afbouwen
Het typeert de teeltadviseur die van geen ophouden weet. “Planten telen is het interessantste wat er is. Planten liegen ook niet, mensen wel. Planten laten precies zien wat er is, als je ze kunt lezen. In de afgelopen veertig jaar heb ik dat wel een beetje geleerd. Je leert wat je wel en niet kunt doen met een plant.”
Ondanks zijn boeiende beroep heeft Simon inmiddels wel een einddatum voor zijn werkzaamheden als teeltadviseur in gedachten. “Als ik gezond blijf, stop ik over vijf jaar als ik 79 jaar word. Ik probeer de laatste jaren al wel meer thuis te zijn. Ik moet mijn vrouw gelukkig houden. Zij steunt mij in alles wat ik doe, maar afbouwen wil ik nu ook zelf.”
Groeiland Mexico
De komende vijf jaar verwacht Simon dat met name de tuinbouw in Mexico zich enorm uit gaat breiden. “Je hebt daar de zon en de arbeid is er goedkoper dan in de Verenigde Staten. Zoals Nederland concurreert met Spanje en Marokko, zo zie je hetzelfde gebeuren in de Verenigde Staten met Mexico. Grote Amerikaanse telers lopen tegen de hoge energieprijzen aan en ook arbeid is schaars en duur.”
Simon heeft de laatste jaren via een goede Mexicaanse vriend uit Tucson, die een groot distributiecentrum voor tomaten en komkommers runt, in Mexico veel contacten op weten te bouwen. “Met de groei die de tuinbouw er doormaakt woon ik nu gunstig en relatief dichtbij. Ik zal er nog veel komen, zelfs met ontwikkelingen zoals autonoom telen blijft dat zo, denk ik. Ik geloof er zeker in, maar denk ook dat je in de kas moet blijven komen om te zien wat de planten doen. Daar kan geen techniek tegenop.” De vriend van Simon weet de weg in Mexico en spreekt de taal. “Ik heb goede ondersteuning aan hem. Zonder Spaans te spreken kom je anders nergens.”
Woestijn
In Arizona woont Simon met zijn vrouw en hond middenin de woestijn. Waar Henk druiven teelt thuis in Rotterdam, zit dat er in het droge, hete klimaat er niet in voor Simon in zijn vrije tijd. “Cactussen heb ik hier veel. Die vergen niet veel onderhoud. Tomaten telen in een moestuin heb ik geprobeerd, maar bij hoge temperaturen verbrandden die direct. In plaats van tuinieren als hobby loop ik graag ’s ochtends buiten met de hond.”
Fietsen doet Simon ook nog steeds graag. “Op bezoek bij een van mijn dochters, die in de Franse Alpen woont en werkt, heb ik eens het peloton van de Tour de France voorbij zien trekken. Dat was mooi, vanachter een glaasje bier. Hier in Arizona probeer ik tegenwoordig wel de vlaktes op te zoeken als ik fiets. Ik ben geen twintig meer. Gelukkig voel ik mij nog gezond. En doe ik alles wat ik doe nog steeds met veel plezier.”
Het magazine digitaal lezen kan hier.
Voor meer informatie:
Vortus
[email protected]
www.vortus.eu