Slatelers maken zich zorgen over hun slateelt in de buitenlucht nu zij steeds minder gewasbeschermingsmiddelen mogen gebruiken. Het wegvallen van een zaadcoating vanwege de aanwezigheid van neonicotinoïden voor buitentelers (in de kas mag het middel nog wel gebruikt worden) maakt bestrijding van bladluizen extra lastig. Roelof Bisschop, Tweede Kamerlid namens de SGP, vroeg landbouwminister Adema ernaar.
Die laat op 5 december 2022 weten in reactie op de Kamervragen dat het wegvallen van de zaadcoating al langer bekend is. In Europees verband werd in 2018 besloten het neonicotinoïden-houdende middel alleen nog in kassen toe te staan. De minister erkent dat er door het wegvallen in de slateelt buiten 'mogelijk vaker alternatieve middelen' toegepast moeten worden.
Nu gebruikte alternatieve middelen bevatten de werkzame stof
spirotetramat, waarvan de toelatinghouder heeft besloten geen
hernieuwingsdossier in te dienen en de stof niet meer Europees te verdedigen, stipt Adema aan. Daardoor zal de goedkeuring van de stof vervallen in 2024.
De minister wijst erop dat het aan de sector zelf is aanvragen te doen voor alternatieve middelen en om het middelenpakket op orde te houden. Op de vraag of de minister bereid is, bij gebrek aan alternatieven, tijdelijke toelatingen toe te kennen voor zaadcoating, laat hij weten dit in ieder geval niet te doen voor het neonicotinoïden-houdende middel. Een tijdelijke vrijstelling vindt de minister 'niet in lijn' met de Europese restricties.
Voor de bietenteelt, ook bladluizen ook een probleem zijn, zijn er wel tijdelijke toelatingen verleend voor neonicotinoïden-houdende middelen.