De CO2-uitstoot in de glastuinbouw wordt de komende jaren aanzienlijk verminderd. Daartoe hebben de ministeries van Landbouw, Economische zaken en Klimaat en Financiën woensdag met de glastuinbouwsector het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 onderstekend. De ondertekening vond plaats op bezoek bij Beekenkamp Plants. Rondom de ondertekening werd ook Aardwarmte Maasdijk bezocht, leidde An Beekenkamp de overheidsdelegatie rond op haar bedrijf én sprak minister Adema van LNV met telers in een zaal in het World Horti Center.
De partijen hebben afgesproken te gaan werken aan maatregelen voor energiebesparing en verduurzaming die volgens hen noodzakelijk zijn voor een gezonde en renderende glastuinbouw. De glastuinbouw heeft de ambitie om in 2040 een klimaatneutrale en economisch rendabele sector te zijn. Daartoe zijn al stappen gezet, zoals het programma Kas als Energiebron. Met de ondertekening van het convenant wordt de energietransitie geïntensiveerd. De aanzet hiervoor is gegeven in het Klimaatakkoord van 2019.
Minister Adema in een zaal met een veertigtal telers in het World Horti Center. Foto: Thierry Schut
Convenant
Het convenant gaat uit van het restemissiedoel voor 2030 voor de glastuinbouw, dat aangeeft hoeveel emissies deze sector dan nog maximaal mag uitstoten. Dit is voorlopig vastgesteld op 4,3 tot 4,8 Mton CO2-equivalenten. Het doel is een grotere reductie van 1,0 tot 0,5 Mton en daarmee ambitieuzer dan voorgaande afspraken, zoals in het coalitieakkoord. Het definitieve restemissiedoel wordt in het voorjaar van 2023 bepaald, wanneer een aantal nog ontbrekende maatregelen is uitgewerkt.
Het convenant bevat maatregelen en de inzet van de partijen om het beoogde doel te halen. Dat gebeurt door stimulerende maatregelen, zoals subsidies, infrastructuur, gebiedsgerichte aanpak via de Greenports, het programma Kas als Energiebron voor R&D en kennisuitwisseling. En door maatregelen zoals verdere beprijzing van CO2-emissie door aanpassing van de energiebelasting, het verbeteren van het CO2-sectorsysteem na 2024 met een individuele prikkel en het verplichten van energiebesparende maatregelen, die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend.
Het convenant is een vervolg op eerdere Meerjarenafspraken waarin het programma Kas als Energiebron de kern vormde.
De Haagse delegatie bij Aardwarmte Maasdijk
Forse klimaatopgave
Piet Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit spreekt in het persbericht van de overheid zijn bewondering voor de sector uit: "Ik ben enorm trots op de gastuinbouw in Nederland. De sector is wereldwijd toonaangevend in duurzame productie. Maar ik ben me ook bewust van de grote zorgen die bij ondernemers leven over de hoge gasprijzen. Tegelijk staan we gezamenlijk voor een forse klimaatopgave in de glastuinbouw. Daarom is dit convenant zo belangrijk. We gaan energiebesparing en verduurzaming de komende jaren sterk versnellen, zodat de sector in 2040 klimaatneutraal kan worden én wereldwijd toonaangevend blijft.”
Minister Rob Jetten van Economische Zaken en Klimaat zette ook zijn krabbel: “Om Nederland klimaatneutraal te maken zijn grote veranderingen nodig in alle economische sectoren. Met dit convenant spreken we concreet af wat de sector gaat doen om klimaatneutraal te worden en hun energiemix te verduurzamen. De huidige energiecrisis toont aan dat we nóg sneller moeten verduurzamen. De Nederlandse glastuinbouwsector staat wereldwijd bekend om zijn innovatieve karakter. Door deze stappen te zetten richting klimaatneutraliteit, blijft de sector internationaal toonaangevend.”
Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscale zaken): “Met dit convenant zetten we een stap in het vergroenen van het belastingstelsel. We helpen zo de glastuinbouw aan een duurzamere toekomst. Het gaat om het duurzamer maken van de voor Nederland belangrijke sector.”
Stabiel overheidsbeleid
Over het waarom van een convenant, zegt Adri Bom-Lemstra, voorzitter Glastuinbouw Nederland in reactie op de ondertekening: “Overheid en sector geven met het convenant aan dat samenwerking een voorwaarde is voor de ingewikkelde opgave die de energietransitie is. Door samen te werken kunnen kennis, inzet en het innovatief vermogen van de sector worden benut en ondersteund en kan de juiste balans worden bereikt tussen het stimuleren en prikkelen van ondernemers om de CO2-emissie van de sector omlaag te brengen. Daarbij rekenen we op een stabiel beleid van de overheden, alleen dan kan de sector goede plannen maken en in beweging komen.”
Namens Greenports Nederland reageert Stefanie Miltenburg: “Een stabiel beleid en goede stimulerende maatregelen zijn nodig om ondernemers en regio’s in de transitie te helpen. Hier heeft de overheid wat te bewijzen.”