Op een evenement over gewasbescherming duurt het nooit lang voordat er een streefdoel en een deadline genoemd worden. Ook dinsdagmiddag in het World Horti Center in Naaldwijk was dat het geval. In 2030 wil Europa dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gehalveerd is. Daarbij is het niet zozeer de vraag of 'we' het er mee eens zijn, maar veel meer hoe 'we' ermee omgaan.
Paneldiscussie ten overstaan van twee volle tribunes
Dat stelde Jaap Bond, boegbeeld van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen in zijn openingswoord. De Topsector organiseerde het evenement met als titel 'The Future of Crop Protection'. Twee tribunes vol gewasbeschermingsproducenten, beleidsmakers, belangenbehartigers en ook een enkele teler waren aanwezig bij de presentaties waar de voertaal Engels was.
Jaap Bond
De naam Arjen Lubach viel ook in verhaal van het boegbeeld. De tv-komiek maakte recent op nationale tv de sierteeltsector met de grond gelijk. Hij had in zijn ludiek bedoelde betoog onder meer felle kritiek op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dergelijke uitzendingen steken de sector, die naar eigen zeggen hard op weg is om het beter en duurzamer te doen én ook al doet
Toby Bruce aan het woord namens Keele University
"Niet naïef zijn"
De drie hoofdsprekers op het evenement gaven daar elk op hun eigen manier inzage in. De eerste presentatie was van Toby Bruce van Keele University. De professor Insect Chemical Ecology gaf een key note presentatie waarin hij betoogde dat het agrarisch ecosysteem kwetsbaar is zonder hulp van gewasbeschermingsmiddelen. Hij noemde het naïef om te denken dat het mogelijk is om abrupt in één keer te stoppen met chemische gewasbescherming. Volgens de professor kunnen 'we' het ons niet veroorloven oogsten te laten mislukken, omdat 'we' geen middelen meer willen gebruiken.
Niels Savelkoul van Scope Biosciences. Het bedrijf zet Crispr-Cas-techniek in om snel ziekten en plagen te detecteren.
De professor pleitte voor een herontwerp van het agrarisch systeem. Daarin ziet hij kansen voor onderzoek naar het minder geschikt maken van teeltomgevingen voor plagen. Als voorbeeld liet hij zien hoe in de graanteelt het mogelijk is om van een kwetsbare monocultuur te gaan naar een teelt waarin bijvoorbeeld door integratie van zorgvuldig geselecteerde planten plaaginsecten op afstand kunnen worden gehouden. Verder is er ook werk aan de winkel om gewassen resistenter te maken én de kracht van natuurlijke biologische bestrijders optimaal te benutten.
Karel Bolckmans van Biobest
Laten zien dat omschakelen kan
De Britse professor wees ook op het goed gebruiken van de al volop beschikbare data. Koren op de molen voor Karel Bolckmans, Chief Technology Officer bij Biobest. Hij wees in zijn verhaal op alle technische mogelijkheden die er al zijn voor Integrated Pest Management (IPM). “Je kunt er nu al een heel World Horti Center mee vullen.” Op het scherm liet hij een hele reeks opties zien.
Voordat hij zijn betoog afstak, wilde hij wel nog even reageren op de key note van de professor van Keele University. Juist de aanwezigheid van tal van nieuwe technieken maakt dat het volgens de Biobestman in veel gevallen al heel goed mogelijk is om het zonder chemische gewasbescherming te doen. Karel haalde voorbeelden aan, onder meer uit Spanje. Daar werden al ruim tien jaar terug hele goede resultaten gehaald in de vruchtgroenteteelt met enkel biologische bestrijding. De productie per vierkante meter steeg en ook de kwaliteit van de producten was goed. Toch gingen de telers niet overstag. Pas toen er mediastorm losbarstte in Duitsland na een rapport over overschrijding van residuniveaus op uit Spanje geïmporteerde groenten en fruit, maakten de telers de overstap.
De 'bliksembox' van VitalFluid was ook present
Helaas is er volgens Karel in de wetenschappelijke literatuur nog te weinig over de al met biologische gewasbescherming behaalde succesvolle omschakeling van chemie naar biologie geschreven. Karel noemde Vivent als een partij die met innovatieve sensoren plantstress in beeld kan brengen. Dat zou kunnen helpen bewijs te verzamelen om de overschakeling van chemie naar biologie te maken, zonder dat telers bang zijn voor het scenario dat professor Bruce eerder die middag schetste. Een oogst mag niet mislukken, maar volgens de Biobestman is hiervoor niet per se chemische gewasbescherming nodig.
Pim van Geest en Tom van de Water van AgriData Innovations hoorden het fenomeen data veel voorbijkomen op het evenement. Zij weten daar wel raad mee
Pleidooi voor precisie met data
Niet dat Karel tegen chemische gewasbescherming is. Sterker nog, hij betoogde dat zijn adviseurs en ook die van collega’s in de biologische gewasbescherming bij uitstek over de kennis beschikken om soms toch een ingreep met chemie te adviseren. Niet altijd in alle gevallen is met preventie en biologie een plaag te stoppen of te voorkomen. Karel, die ervoor wilde waken dat stellingnames al te zwart-wit worden uitgelegd, wees erop dat de adviseurs een belangrijke rol hebben als schakel tussen de teler en het onderzoek dat overal gebeurt. Bovendien weten zij hoe het mogelijk is chemie soms toch zo in te zetten dat het past in een systeem met overwegend biologische bestrijders. Goede integratie van alle beschikbare middelen en technieken in Integrated Pest Management (IPM) is de sleutel.
Clemens Stolk (Innova Connect) was samen met Marleen Riemen van de WUR moderator op het evenement. Hier bezoekt Clemens Alex Schmeets van BioMosea, dat nieuwe biologische middelen ontwikkelt op basis van micro-organismen. Enerzijds gaat het om biofungiciden, anderzijds om biostimulanten.
Met de beschikbare data is het tegenwoordig mogelijk om niet meer gewoonweg in het wilde weg middelen rond te spuiten, maar heel selectief alleen daar te spuiten waar dat nodig is. Tien bedrijven kregen de kans zich rond het evenement te presenteren aan het grote publiek. Onder hen enkele startups die inzetten op precisiegewasbescherming. Naast de bedrijven op de foto waren ook Blomitec en PATS Indoor Drone Solutions present.
Karel noemde in zijn presentatie ‘spot spraying’ als iets wat volgens hem velen in hun opleiding al meekregen. Toch gebeurt het volgens hem maar heel weinig. Een van de weinige telers in de zaal wist ook wel waarom. Het kost tijd maar bovenal is het niet realistisch voor telers die tal van taken hebben om zich eerst door bergen data heen te worstelen alvorens ze met een spuitlans en tank op de rug die ene vierkante meter met te veel luis gaan bestrijden. Automatisering kan hier uitkomst bieden.
BBLeap zet in op precisiebespuitingen in open veld. Het bedrijf ontwikkelt zelf de software, maar ook de hardware om de data te vergaren. Op de foto: Johan Kikstra
Wet- en regelgeving
Namens Bayer Crop Science nam Christy van Beek het woord. Zij liet, ondersteund met cijfers, zien hoe moeilijk het is om tegenwoordig de middelenkast voor telers op peil te houden. Vanwege lastige wetgeving en langdurende toelatingsprocedures besluiten gewasbeschermingsproducenten zoals Bayer soms zelf al om een registratie van een formulering van actieve stoffen niet (meer) in te dienen. Van de 168 dossiers in Nederland van de afgelopen drie jaar, haalden er uiteindelijk maar 58 de praktijk.
Christy van Beek van Bayer
Tijd is geld en geld is er, zelfs bij partijen zoals Bayer, niet oneindig. Christy wees net als de Britse professor eerder op het belang van goede gewasbeschermingsmiddelen en dat de sector niet zo één-twee-drie helemaal zonder kan. Tegelijkertijd gaf ze ook aan dat er zeker een discussie gevoerd mag worden of de transitie die ingezet is wel snel genoeg gaat.
Eric Kiers (CropLife NL), Clemens Stolk en Susanne Sütterlin (LNV)
Innovatie versnellen
Volgens sommige mensen in de zaal is dat niet het geval. Na een paneldiscussie met de drie genoemde sprekers en Peter Knippels van LTO Nederland over onder meer de vraag hoe je innovatie versnelt, mochten Richard Harrison van de WUR en Susanne Sütterlin namens het ministerie van LNV reflecteren op de middag. Een belangrijk punt, zo bleek, is duidelijkheid over waar het heen gaat. Wie geld en moeite steekt in innovatie, wil wel zekerheid dat als puntje bij paaltje komt de innovatie ook toegelaten wordt in de praktijk. Dat hierin Nederland het samen met nog 26 andere Europese lidstaten moet doen, levert een uitdaging op.
Aan Susanne Sütterlin namens LNV en Richard Harrison namens de WUR om de middag samen te vatten
Tegelijkertijd is de sector zelf ook in beweging. De zaal kreeg als slotvraag van een interactieve sessie de vraag voorgelegd wat zij zélf kunnen doen om de transitiedoelen met gewasbescherming te halen. Naast antwoorden als 'op andere politici stemmen' kwamen er ook antwoorden in de richting van het doen van onder meer het doen van meer onderzoek (al werd er ook vanuit de zaal door iemand uit de R&D op gewezen dat er misschien juist wel iets minder onderzocht moet worden, maar vooral samengebracht en toegepast).
Aria Samimi van InsectSense met bezoek in zijn stand
Geld is altijd een heikel punt. Volgens Christy van Bayer de reden dat er slechts enkele grote partijen uit de chemie middelen op de markt brengen. Een teler uit de zaal wees er als tegengeluid op dat geld geen reden mag zijn niets te doen. Daarbij wees hij op eigen ervaringen uit de afgelopen drie tot zes maanden. De gestegen kosten vanwege de energiecrisis bleek hij te kunnen doorrekenen dankzij het hebben van een 'een goed verhaal'. Met eenzelfde goed verhaal moet het volgens hem dan ook mogelijk zijn om eventueel duurdere innovatieve gewasbescherming in te zetten en de meerprijs daarvan ook terug te zien in de prijs voor een product.
Spark Radar biedt on-site pathogeendetectiekits aan
Met dat als een van de laatste opmerkingen vanuit de zaal kon er nagepraat worden en konden de tien startups bij hun standjes bezocht worden.
Ook met mobiele zonnepanelen boven gewassen doen telers aan 'gewasbescherming', betoogde Marcel Vroom van H2arvester.
Bloemen voor de sprekers, toch nog een knipoog naar Lubach