Alsof de energiecrisis, de stijging van de kosten voor gewasverbeteringsmiddelen en de arbeidstekorten nog niet genoeg waren, hebben telers ook nog te maken met een dreigend verbod op veen. Het Verenigd Koninkrijk heeft veen al verboden voor hobbytelers en hoewel het waarschijnlijk langer zal duren om dat op te leggen aan commerciële telers is de hele tuinbouwwereld al op zoek naar alternatieven. "Het punt is echter dat het ondoenlijk is om een uniek materiaal te bedenken dat veen 1:1 gaat vervangen," zegt Pirita Luolamaa-Vollebregt van Novarbo Oy.
Alternatieven voor veen?
In de loop der tijd zijn alternatieven bestudeerd. "Men zag bijvoorbeeld dat acrotelm vergelijkbare eigenschappen heeft als veen. Dit is de bovenste laag van hoogveen, waar veel verschillende flora voorkomt. In tegenstelling tot veen, dat duizenden jaren nodig heeft om oogstrijp te zijn, is acrotelm veel duurzamer omdat het na 20-40 jaar op hetzelfde land opnieuw kan groeien. In gebieden waar het merendeel van het acrotelm uit Sphagnum mos bestaat is acrotelm zeer geschikt om als substraat te worden gebruikt."
Acrotelm is niets nieuws, maar er zijn wel enkele problemen mee geweest. "Acrotelm houdt veel beter water vast dan veen en eigenlijk te goed. Het moet worden gemengd met andere materialen om een optimaal substraat te maken," vervolgt Pirita. Niet alleen dat, maar het oogsten van acrotelm is duur en de hoeveelheid die men krijgt rechtvaardigt de commercialisering ervan niet. "Omdat er in het verleden geen druk was om een einde te maken aan het gebruik van veen, is de innovatie op het gebied van acrotelm eerder kleinschalig geweest. Maar nu komen we op het punt dat we grote hoeveelheden acrotelm vers kunnen oogsten voor gebruik in verschillende substraten. De huidige prijsstijging van alle andere grondstoffen maakt het ook financieel haalbaar."
Geen uniek materiaal
Hoewel acrotelm erg lijkt op veen wat betreft lage pH is het luchtig en houdt het water te goed vast, waardoor het nog steeds geen perfecte vervanger is. "Een paar jaar geleden werd het me duidelijk dat acrotelm niet de enige oplossing kan zijn om veenvrije Mosswool (organische plak van Novarbo's) te leveren, dus ben ik begonnen met testen met de houtvezel."
Dit is dus de combinatie van de natte acrotelm met droge houtvezels die een substraat zou opleveren dat sterk lijkt op veen. "Dat komt omdat als we iets volledig veenvrij zouden moeten hebben, we verschillende materiaalcombinaties moeten bedenken die telers uiteindelijk dezelfde voordelen zouden bieden als veen. Zo vormt 25% acrotelm en 75% houtvezel een absoluut geschikt alternatief voor veen." Daarom heeft Novarbo besloten een eigen houtvezelfabriek te bouwen, die volgende maand in gebruik wordt genomen.
Terwijl Novarbo binnenkort begint met de productie van dit nieuwe substraat, biedt het bedrijf al langer Mosswool aan, dat in tegenstelling tot steenwol na het oogstseizoen met de rest van het levende materiaal kan worden gecomposteerd. "Het probleem met sommige andere substraten heeft te maken met hoe het moet worden afgevoerd," legt Pirita uit. "Met de stijgende energiekosten is het nog belangrijker om ook het recycleproces mee te nemen wanneer we naar duurzaamheid kijken. Mosswool bevat houtvezels en acrotelm waardoor de plaat meer lucht en water vasthoudt en gemakkelijk kan worden gecomposteerd. Het resultaat is geen afval, maar een waardevol ingrediënt om nieuwe substraten van te maken. Dat noem ik recyclebaar!"
Er zijn dus alternatieven voor veen die dezelfde voordelen kunnen bieden, maar daar hangt wel een prijskaartje aan. "Vergeleken met de energieproductie is de tuinbouw historisch gezien verantwoordelijk voor het kleinste percentage van het wereldwijde veenverbruik. Gezien hoe goedkoop het was, spreekt het vanzelf dat het altijd de voorkeur had. Maar nu het anders moet, moeten we die verloren tijd compenseren. Helaas zal de omschakeling naar een volledig veenvrije teelt vrij duur zijn."
Een gezamenlijke inspanning
Dat betekent overigens niet dat de verandering niet mogelijk is. Het gaat immers allemaal om het veranderen van gewoontes en gedrag, maar het is misschien niet zo'n schoktherapie als een ander deel van de waardeketen zijn steentje bijdraagt. "Supermarkten bijvoorbeeld," zegt Pirita. "Veel consumenten hebben laten zien dat ze bereid zijn een extra cent te betalen als de producten die ze kopen de moeite waard zijn."
En die waarde wordt niet alleen bepaald door het smaakprofiel, maar ook door de manier waarop die producten worden geteeld. "Als supermarkten specifieke productienormen gaan eisen voor het groen dat zij verkopen, zullen de telers langzaam moeten overschakelen op duurzamere teeltmethoden. Tegelijkertijd zal de consument nog veel slimmer worden en steeds meer duurzaam geteelde producten kopen, zelfs tegen hogere prijzen."
Pirita begrijpt dat de hogere kosten van duurzame oplossingen voor sommige telers moeilijk op te brengen zijn. "Maar het is belangrijk om te laten zien dat er andere manieren mogelijk zijn. Het is echt een uitdaging om commerciële alternatieven te vinden, maar als we stoppen met proberen zullen we het nooit halen. De hele keten moet hieraan bijdragen."
Voor meer informatie:
Novarbo Oy
Lauttakyläntie 570, 27510 Eura
(02) 5491 680
(02) 5491 660
www.novarbo.fi