Tholen - Het hoge culinaire segment is een dankbare markt voor kruiden, maar de volumes zijn klein. Op couverts waaraan minstens 25 handelingen aan voorafgaan is het gebruik van kruiden pincettenwerk, weet Marcel Janssen van De Gerdeneer. Hij specialiseerde zich in afzet in de korte keten naar het hoge segment horeca, maar bouwt dat langzamerhand af. Voor de derde keer gooit hij het businessmodel ingrijpend om.
Marcel met een fles cider
Vanaf 1998 tot aan 2013 teelde Marcel veldsla en produceerde groentezaad op de ruim 3 hectare van het bedrijf. Toen de markt voor groentezaadproductie ontaarde in een prijzenslag schakelde hij over naar kruidenteelt en richtte zich daarbij op het hogere horecasegment. Zij willen de beste kwaliteit en smaak. “Bijna alle kruiden teel ik vanuit zaad in de vollegrond. Langzame teelt, dat geeft de beste smaak.” Welke soorten te telen was in het begin zoeken, heel veel proberen en weggooien. Door koks uit te nodigen in de kas, kreeg Marcel steeds betere feeling met de markt. “Op het hoogtepunt had ik 80 soorten kruiden en eetbare bloemen. Deze werden ook bijna allemaal afgenomen.”
Ook belangrijk is om dagvers product te kunnen leveren. De Gerdeneer snijdt de kruiden op bestelling en levert via korte lijnen direct aan restaurants. Het bedrijf ligt nabij de hubs op Greenport Venlo en heeft dus een gunstige uitvalsbasis. “Wat ik oogst is binnen 24 uur geconsumeerd.” Voor Marcel en het team betekent dat dagelijks op de knieën door de kas om de bestellingen te snijden en voortdurend bij schakelen. Wat om 8 uur ’s ochtends nog een controleerbaar proces lijkt, kan om 9 uur heel anders zijn. “Soms is het per minuut bijschakelen, vraag niet hoe, maar uiteindelijk redden we het altijd weer,” lacht Marcel.
De kruiden en eetbare bloemen vinden hun weg direct naar de meest chique restaurants in Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland, Luxemburg en de Randstad. Zij stellen zeer hoge eisen aan het product. Aan de smaak op de eerste plaats, maar daarnaast mag er ook geen enkel beestje of plekje op zitten. Maar niet alleen de producteisen maakt het tot een uitdagende markt. “De chef-koks op het hoge niveau zijn makkelijke klanten, maar ze nemen niet veel af. Hoe hoger in aanzien, des te meer ze je producten weten te waarderen, maar des te minder kruiden ze gebruiken per couvert. Dat is echt pincettenwerk, een blaadje hier en een bloemetje daar….”.
Toch voelt ook Marcel in deze markt, net als destijds bij veldsla, de concurrentiedruk toenemen. De Gerdeneer kwam bijvoorbeeld als één van de eerste op de markt met eetbare bloemen, maar inmiddels zijn er veel partijen die dat aan bieden en kom je eetbare bloemen soms zelfs in de supermarkt tegen. “Je ziet dat kruiden een massaproduct aan het worden is met ook buitenlandse partijen die de markt agressief benaderen.”
Lijflijn
Door corona kwam de kruidenmarkt plotseling bijna helemaal op zijn gat te liggen. Gelukkig had De Gerdeneer een lijflijn: cider. “Met het maken van cider zijn we al in 2015 begonnen uit liefhebberij. In coronatijd richtten we daar onze aandacht op en is dat echt substantieel uitgegroeid. Cider is van oudsher geen bekend product in Nederland, maar dat begint te veranderen. Via de webshop leveren we rechtstreeks aan particulieren, maar ook aan slijterijen en horeca. Het begint echt iets te worden.”
Ook in de cidermarkt wil De Gerdeneer zich onderscheiden in kwaliteit en smaak. “In de afgelopen 7 jaar hebben we veel getest, geleerd, geproefd, nog meer getest met verschillende appelsoorten, verschillende manieren van bottelen, verschillende gisten, etc. en hebben we kennis en informatie vergaard van over heel de wereld. We zijn inmiddels in staat om een aantal heerlijke ciders te maken. In eerste instantie maakten we cider van klasse II appels, maar het was echt een ontdekking dat met name de oude en kleinere appelrassen uit historische hoogstamboomgaarden als het Gronsvelder Klumpe en de Ananas Reinette totaal verschillende smaken ciders opleveren. Kroontje op ons werk was dat we erachter kwamen dat er zelfs de bodemsoort voor smaakverschillen zorgt. Net als druiven proef je bij ciders de terroir. Dezelfde appelsoorten van even oude bomen geteeld op verschillende gronden, geven afhankelijk van de bodemsoort een unieke smaak af.”
In coronatijd besloten ze dat de toekomst van De Gerdeneer lokaal is. Daarmee willen ze inspelen op de duurzaamheidtrends en de grotere interesse van consumenten in de herkomst van hun voedsel. De Gerderneer ligt op een fiets- en wandelroute in een toeristisch gebied waardoor ze ook veel consumenten kunnen bereiken. “In Covid-tijd hebben we veel nieuwe ideeën opgedaan en plannen gemaakt. We gaan het kassencomplex ombouwen tot een polycultuur, een soort voedselbos onder glas. Daarnaast zijn we bezig met het planten van een appelboomgaard met verschillende oude appelrassen voor onze cider en bouwen we een streekwinkel om onze producten te verkopen. In een jaar of vijf willen we zijn overgeschakeld,” besluit Marcel.
Dit artikel verscheen eerder in editie 4, 36e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Marcel Janssen
De Gerdeneer
[email protected]
www.degerdeneer.nl