Tholen - Het Europees Hof van Justitie heeft gisteren bepaald dat de Europese Unie gemaakte handelsafspraken met Marokko opnieuw moet bekijken en daarbij nu wel de Westelijke Sahara moet betrekken. Nu is onduidelijk of bijvoorbeeld tomaten uit Marokko zijn geteeld in het betwiste gebied en dat ligt politiek gevoelig.
De uitspraak volgt op een beroep van de onafhankelijkheids-organisatie Polisario en is van belang voor de etikettering van onder meer groenten en fruit. Marokko rekent West-Sahara tot haar grondgebied en labelt producten, waaronder tomaten, als Marokkaans. Hierdoor is het onduidelijk of tomaten uit Marokko in het betwiste gebied zijn geteeld, en dat ligt zeer gevoelig, en bovendien kunnen de producten op deze manier voordeliger op de Europese markt worden afgezet.
Dit tot onvrede van onder andere Spanje, dat fel ageert tegen importconcurrentie, instanties die zich inspannen voor de rechten van Westelijke Sahara, waaronder Polisario, en ook in Nederland leidde de etiketteringskwestie rondom het betwiste gebied tot Kamervragen.
Door de uitspraak moeten de Europese Commissie en Marokko opnieuw naar hun handelsafspraken kijken. De uitspraak betekent niet dat er per direct dingen veranderen voor onder meer de tomatenimport. Het hof wil dat hier tijd voor is en wil onrust en onduidelijkheid voorkomen en bovendien ook niet dat de uitspraak in zijn algemeenheid afdoet aan de kracht van dergelijke overeenkomsten.
Politiek conflict
Marokko rekent de Westelijke Sahara sinds 1975 tot haar grondgebied, maar dat wordt internationaal niet erkend. Daarmee is het sinds jaar en dag een zeer politiek gevoelig conflict. De overeenkomsten waarover opnieuw moet worden onderhandeld betreffen gunstige tarieven voor landbouwproducten die Marokko in de EU mag invoeren en ook een visserij-overeenkomst. Het Europees Hof heeft eerder al geoordeeld dat vrijhandelsafspraken tussen de EU en Marokko niet voor de Westelijke Sahara van toepassing zijn.
Etikettering
Eerder deze maand sprak de Europese landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski zich al uit. Hij weerlegde beschuldigingen over 'frauduleuze etikettering van tomaten' die in de Westelijke Sahara zijn geteeld en die als 'Marokkaans product' worden verkocht. Hij benadrukte dat zogenaamde 'derde landen', waaronder Marokko, zelf controles op groenten en fruit mogen doen alvorens zij naar de EU exporteren.
Deze zomer werd er verder door diverse Europese partijen, waaronder ook de Dutch Produce Association, bij de Europese Commissie op aangedrongen om strenger te controleren op de import van Marokkaanse tomaten. Zij stuurden daarover een brief.
De Europese partijen vinden dat momenteel regels worden overtreden en dat er een andere manier nodig is om de invoerwaarde van Marokkaanse tomaten te bepalen. Hierbij zouden niet de prijzen van 'gewone tomaten' als leidraad mogen gelden. Daarnaast moet het quotum na het vertrek van het VK uit de EU volgens de briefschrijvers omlaag met zo'n 50.000 ton én moet duidelijk zijn welke tomaten uit de Westelijke Sahara komen. Over dat laatste is nu een uitspraak gedaan.
Marokkaanse reactie
Marokko reageerde destijds direct op de brief. Voorzitter Mohammed Alamouri van de Marokkaanse Confederatie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling (Comader) benadrukte de duurzaamheid van Marokkaanse tomaten, onder meer als niet-belicht product in de Europese winter, en liet verder weten dat wat betreft het quotum er niet moet worden overdreven. Over de Westelijke Sahara sprak Alamouri in zijn reactie niet.
Ook nu heeft Marokko, in dit geval specifiek de Algemene Confederatie van Ondernemingen van Marokko (CGEM), snel gereageerd. De CGEM wil het volgende duidelijk stellen: “De beslissing van het Europese Hof handhaaft de gevolgen van de landbouwovereenkomst tussen Marokko en de EU totdat het Europese Hof een definitieve uitspraak heeft gedaan."
Marokko heeft inmiddels laten weten tegen de uitspraak van het Hof in hoger beroep te gaan. Samen hebben de Europese Unie en Marokko verder laten weten gedurende deze lopende zaak 'te blijven werken aan de stabiliteit en het wettelijk regelen van hun handelsbetrekkingen.'
De uitspraken in detail op na lezen kan hier:
https://curia.europa.eu/juris/documents.jsf?num=T-279/19
https://curia.europa.eu/juris/documents.jsf?num=T-344/19