Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

CO2-opslag én levering aan glastuinbouw samen is vooral technisch onzeker

De afgelopen maanden is gecombineerde permanente CO2-opslag én levering aan o.a. de glastuinbouw onderzocht door de ministeries van EZK en LNV samen met marktpartijen. Uit het onderzoek is gebleken dat er administratief door middel van zogenaamde CO2-toedeling mogelijkheden zijn, maar dat er vooral juridische en technisch ook de nodige uitdagingen zijn te overwinnen.

Of die technische belemmeringen opgelost kunnen worden, is onzeker. Mogelijk helpt geologisch onderzoek hierbij. Dat zou begin 2022 meer duidelijkheid moeten verschaffen. Dit schrijft staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius van Economische Zaken en Klimaat (EZK), mede namens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), aan de Tweede Kamer. 

Prikkels
Het onderzoek naar de combinatie van opslag en levering werd vorig jaar al in Den Haag aangekondigd. Men is er zich bewust van dat telers om CO2 staan te springen, terwijl o.a. de industrie ermee in haar maag zit. Met de druk die er is op CO2-uitstoot dreigt het voor de industrie economisch aantrekkelijker te zijn om CO2 op te slaan i.p.v. aan telers te leveren. Via CCS, CO2-afvang en opslag, ontloopt de industrie CO2-heffing en bovendien kunnen bedrijven er SDE-subsidie voor krijgen. Daarbij leidt CO2-verkoop tot afname van opties voor eigen emissiereductie.

Dit alles samen baart telers zorgen. Ondertussen is het voor telers door overheidsprikkels momenteel vaak bedrijfseconomisch aantrekkelijker om zelf CO2 op te wekken met bijvoorbeeld een warmtekrachtkoppeling. Dat vindt men in Den Haag echter onwenselijk, uit klimaatoogpunt, omdat hiervoor veelal fossiele brandstof (gas) wordt gebruikt. Daarbij kan de glastuinbouw in zijn geheel bij overschrijding van het CO2-platond (straf)heffingen krijgen, maar individuele telers worden momenteel niet op hun prestaties afgerekend. 

De verwachting in Den Haag is dat er de komende jaren voldoende extra CO2-aanbod gaat zijn. Om ervoor te zorgen dat die CO2 telers bereikt, werkt Den Haag aan systeemaanpassingen. Hiervoor is ook een pilot gestart, de pilot CO2-toedeling. Daarin is de huidige wet- en regelgeving als uitgangspunt genomen. Er is onderzocht hoe de CO2-infrastructuur zo kan worden benut dat levering aan zowel de glastuinbouw als CCS optimaal wordt ingericht, zodat de transitie binnen beide domeinen niet vertraagt, en waar mogelijk versneld wordt.

Nooit meer opslag dan afvang 
Dat laatste blijkt, zo schrijft de staatssecretaris nu de resultaten van de pilot bekend zijn, niet zo eenvoudig. Gekeken is naar een administratieve verrekening, de zogenaamde CO2-toedeling. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen biogene CO2 en fossiele CO2. Die eerste telt volgens de Europese ETS-uitstootregels níet als uitstoot en die tweede wél.

Voor biogene CO2-uitstoot niet hoeft te worden betaald in het emissiehandelssysteem ETS en de nationale CO2-heffing. Door CO2-toedeling kan meer biogene CO2 nuttig gebruikt worden en kan er beter ingespeeld kan worden op de seizoensgebonden vraag van de glastuinbouw. 

De staatssecretaris wijst er in haar brief op dat met de administratieve verrekening de CO2 die geleverd wordt aan de glastuinbouw het label 'biogeen' krijgt en de CO2 die wordt opgeslagen middels CO2 het label 'fossiel'. Op die manier wordt de CO2-uitstoot voor Nederland als geheel lager én is op jaarbasis de hoeveelheid opgeslagen fossiele CO2 nooit hoger dan de hoeveelheid fossiele CO2 die is opgeslagen. (nalezen van deze uitleg kan in de Kamerbrief).

Technisch onzeker, juridisch 'grijs gebied'
Tot zover positief nieuws, in ieder geval voor de CO2-rekenaars, maar kan het ook technisch en juridisch? (Nog) niet, zo blijkt. De staatssecretaris wijst erop dat het bedachte administratieve systeem zich juridisch in een 'grijs gebied' bevindt. De Nederlandse Emissieautoriteit heeft zich weliswaar al positief getoond, maar wijst ook ook de risico's, waardoor het voor marktpartijen onzeker blijft om de CO2-toedeling toe te gaan passen. Bovendien lijkt het administratieve systeem niet voor iedereen toepasbaar en daarmee zou het oneerlijke concurrentie in de hand werken bij CO2-levering. Daarbij merkt de staatssecretaris wel op dat Den Haag dit als 'beperkt en proportioneel' ziet in het licht van 'het maatschappelijke voordeel', lees de klimaattransitie. 

Technisch is de inpassing van CO2-toedeling niet eenvoudig. Door combinatie van CO2-transportsystemen ontstaat er dag-en-nachtfluctuatie omdat telers niet constant CO2 doseren. Dit leidt tot wisselende fysieke CO2-druk bij de injectie in het opslagveld. Ook zal de benodigde piekdruk gedurende de winter hoger liggen.

Dergelijke drukvariatie kan vooralsnog niet worden geaccommodeerd gedurende de opstartfase van het eerste Nederlandse CCS-project in Nederland (Porthos), zo stipt de staatssecretaris aan, en accommodatie na de opstartfase daarna is onzeker. De staatssecretaris schrijft dat hier nader onderzoek nodig is. Verder moeten de marktpartijen betrokken bij Porthos volgens de staatssecretaris 'waarschijnlijk hun onderlinge contracten' openbreken, omdat CO2-transport voor levering aan bijvoorbeeld telers i.p.v. opslag in de (zee)bodem nu wordt uitgesloten. 

Verantwoordelijkheid van de markt
Met het delen van informatie uit het onderzoek stellen EZK en LNV zich in het vervolg (weer), zoals dat heet, 'faciliterend' op. Yeşilgöz-Zegerius schrijft: "De nadere verkenning van de technische inpassingsbarrières en het realiseren van mogelijke oplossingen liggen in het private domein. De betrokken bedrijven hebben de benodigde toegang tot bedrijfsvertrouwelijke gegevens, specialistische technische expertise en bevoegdheid om eventuele aanpassingen te doen aan de CO2-infrastructuur. Dit geldt ook voor de contractuele inpassing. Uiteindelijk zijn marktpartijen ook verantwoordelijk voor hun gehele bedrijfsvoering en de wijze waarop zij invulling geven aan reductie van CO2-emissies. Wij roepen de betrokken marktpartijen op om hier gezamenlijk vervolgonderzoek naar te doen."

Naast faciliteren zullen EZK en LNV er bij de Europese Commissie wel op aandringen juridisch duidelijkheid te geven. Technisch zou eventueel aanvullend geologisch onderzoek volgens de staatssecretaris begin 2022 meer duidelijkheid moeten brengen. 

Foto index: Shell, een van de bij het CO2-opslagproject Porthos betrokken bedrijven dat momenteel ook al CO2-levert aan telers

Glastuinbouw Nederland reageert op het onderzoek met een ledenbericht (achter een slotje). Zij stellen dat behoud van de CO2-levering van Shell voor OCAP, het CO2-net waarop telers aangesloten zijn, mogelijk lijkt.