Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Tomatenteler past slimme sensoren toe als hulpmiddel voor zijn teeltsturing

Tholen – Tomatenteler Koos van der Burg uit Berkel en Rodenrijs loopt al een tijdje mee. Hij bracht nog bezoekjes aan het Proefstation voor de Tuinbouw in de tijd dat ‘je bij binnenkomst allerlei meetapparatuur aan de planten zag hangen waarvan je dacht: ‘Wat moet ik daarmee?’

De technieken waren voor Koos en met hem voor veel collega-telers toen nog ‘abacadabra’. Nu soms nog steeds, maar langzamerhand hebben steeds meer technieken hun weg naar de kas gevonden. Ook, of juíst, bij Koos. Hij volgt nieuwe technieken op de voet en durft ze veelvuldig in zijn eigen teeltpraktijk te testen. Diverse sensoren ondersteunen hem bij die testen hierbij, waaronder sinds dit jaar fotosynthesesensoren. “Ik wil plantstress vroegtijdig kunnen herkennen om neusrot te voorkomen.”


Teler Koos werkt met diverse sensoren, die hem veel data opleveren en hem helpen bij zijn teeltsturing.

Nieuwigheden meten
Koos kwam zuurstofsensoren van Sendot op het spoor na de investering vorig jaar in een nanobubblegenerator om zijn gietwater met zuurstof te verrijken. Zodra die installatie ging draaien, wilde Koos graag blijven volgen wat het met zijn water deed. “De belletjes kun je zien, maar dan houdt het wel op. Met een sensor lukt dit wel.”

Al in de vorige eeuw maakte Koos voor het eerst kennis met een dergelijke techniek voor zuurstofverrijking. Bij die techniek bleek uiteindelijk de werking niet optimaal. “Wanneer het water eenmaal bij de druppelaar was, was er van met zuurstof verrijkt water geen sprake meer. Met de nanobubbletechnologie van nu lukt dat wel en dat zie ik ook terug uit metingen met de zuurstofsensoren.”

Ook bij andere technieken waarin Koos in de loop der jaren investeerde kijkt hij via specifieke sensoren mee. Op die manier weet hij zeker dat de technieken doen wat ze moeten doen. Als ander voorbeeld geeft hij de UV-desinfectie van zijn drainwater. “Daarin investeerde ik toen de techniek nog in de kinderschoenen stond en er geen controle was. Nu gebruiken we hier sensoren voor die de vervuiling meten. Op deze manier blijft de UV-waterdesinfectie optimaal.”

Hoewel Koos door de jaren heen zich bereid toonde vrij vroeg in nieuwe technieken te investeren, is het niet zo dat hij zomaar overal voor kiest. Al zou je dat wel denken wanneer Koos met een opsomming begint. Lachend: “Ik heb door de jaren heen echt van alles getest, van zeewiersubstraten tot het strooien van veredelde druivenpitten en ook naar telen op autoschuimrubber heb ik bijvoorbeeld gekeken toen telers daar onderzoek naar deden als substraatalternatief.”


Fotosynthesesensor in de kas bij Koos, eerder dit jaar

Neusrot
Geen van die innovaties haalde het, ook niet in de kas van Koos. De tomatenteler investeert alleen in innovatieve technieken waarin hij gelooft en, dat is het belangrijkst, waarin hij echt meerwaarde ziet. In het geval van de fotosynthesesensor die hij dit jaar bij Sendot kocht, is dat het geval. “De sensor levert mij veel data op. Het is dit jaar in eerste instantie belangrijk om te kijken wat er gebeurt met de fotosynthese in de kas. De sensor is voor mij een hulpmiddel om dat in beeld te krijgen. Sturen alleen op basis van de sensor doe ik nu nog niet. Ik wil vooral plantstress vroegtijdig kunnen herkennen.”

Dat Koos daar veel belang aan hecht, komt omdat de soort tomaten die hij teelt, pruimtomaten, traditioneel wat gevoeliger zijn voor neusrot, zo legt de teler uit. “Dat probleem ontstaat als de plant stress heeft. Als teler is dat echter niet altijd eenvoudig te zien en vaak zie je het pas als het te laat is.” Lichtinstraling speelt hierbij een belangrijk rol, naast luchtvochtigheid waarop Koos ook al meet, zij het hier inmiddels niet langer elektronisch, maar analoog met ‘een droge natte bol’. “De elektronische sensoren heb ik verwijderd, omdat ik de metingen niet betrouwbaar vond.

Om neusrot te voorkomen vertrouwt Koos niet alleen op de sensoren. Ook investeerde hij in diffuse coating op zijn kasdek en paste hij het voedingsschema van zijn planten aan. Hij teelt tegenwoordig met minder stikstof en kali en maakt gebruik van natriumarme meststoffen.

Praktisch
Die hierboven genoemde betrouwbaarheid is voor Koos cruciaal en spreekt voor zich, maar ook gebruiksvriendelijkheid speelt natuurlijk mee, net als dat een product betaalbaar moet zijn. Koos legt het allebei uit aan de hand van eerdere ervaringen. “Ik heb eerder al weleens vruchttemperatuurmetingen gedaan. De sensoren daarvoor zaten echter aan een flinke arm en dat bleek praktisch niet te werken. Voor de mensen die gewaswerk deden zat de sensor vaak in de weg en als er per ongeluk een keer tegenaan gestoten was, klopten de metingen niet meer. Met de huidige mobiele fotosynthesesensoren van Sendot is dat veel makkelijker. Die zitten aan het blad vast met een clip. Ik zoek ze één keer per week op en loop dan alles na. Dat gaat prima.”

Ten opzichte van de ‘abacadabra-apparatuur’ van vroeger zijn er inmiddels op het gebied van betaalbaarheid al flinke stappen gezet. Koos herinnert zich nog apparatuur die hij gebruikte om EC te meten bij de overgang van telen in de grond naar telen op steenwol. “Die apparatuur gebruikte Rijkswaterstaat ook en die was heel duur, vooral door de kalibratievloeistof die ervoor nodig was. Voor een teler was echter het niet nodig de EC te meten tot twee cijfers achter de komma.”

Koos sorteert met proeven in zijn kas voor op het gebruik van duurzame substraatalternatieven. Daarbij komen sensoren van pas om met data inzichtelijk te maken wat de substraten met de plant doen. 

Slimme hulpmiddelen
Inmiddels kunnen telers veel eenvoudiger en goedkoper metingen doen, bijvoorbeeld met de sensoren van Sendot. Erwin Gräfe, Commercieel Manager bij de sensorontwikkelaar, zit bij Koos aan tafel en luistert aandachtig naar zijn ervaringen. “Toen wij begonnen, hebben we direct ingezet op betaalbare, praktisch inzetbare sensoren. Geen dure laboratoriumapparatuur, maar sensoren die geschikt zijn voor de hands-on-mentaliteit die de tuinbouw kenmerkt. Alleen op die manier kunnen telers stappen zetten naar meer datagedreven telen. Ik verwacht zelf dat over een aantal jaar onze fotosynthesesensoren tot ‘simpele’ chips zijn verworden. Met meer sensoren kan er dan een vollediger beeld van de plant in de kas verkregen worden.”

Erwin is daarom ook benieuwd naar hoe Koos naar de toekomst kijkt. Is autonoom telen de toekomst? Koos verwacht niet dat zover komt dat telers niet meer nodig zijn. Hij beaamt dat de technieken steeds beter en vooral ook slimmer worden, maar wijst ook op ‘de kunst van het teler-zijn’. “Uiteindelijk is het de teler die moet blijven kijken of het gaat zoals hij wil, zelfs als allerlei technieken zich aandienen. Voor mij blijven dat uiteindelijk altijd hulpmiddelen.”

Voor meer informatie:
Sendot
[email protected]  
www.sendot.nl