Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Philippe Appeltans, BelOrta:

"De perceptie dat heel België vol serres wordt gebouwd is onterecht"

Tholen - Hoe Philippe Appeltrans van BelOrta de ontwikkeling van de kasgroententeelt in België ziet? Als uitdagend en dynamisch. Er zijn echter een aantal issues die de ontwikkeling van de kasgroententeelt kunnen belemmeren, zo vertelt hij in een uitgebreid visieverhaal waarin ook de ontwikkelingen in o.a. zachtfruit en bioteelt voorbijkomen. Hieronder het complete verhaal dat eerder verscheen in nummer 5 van vakblad Primeur.

In deze tijd van individualisering vindt coöperatie-man in hart en nieren Philippe Appeltans, algemeen directeur van BelOrta, dat een veiling zeker toegevoegde waarde heeft. “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder” is zijn motto.

Het is zeker van toepassing op BelOrta dat door fusies en samenwerkingsverbanden in de laatste twintig jaar uitgroeide van een lokaal bedrijf tot Europa’s grootse coöperatieve afzetvereniging. Meer dan 1.000 telers zorgen voor een assortiment van ruim 170 soorten verse groenten, fruit en aromatische kruiden die veelal regionaal hun weg vinden binnen een straal van 300 kilometer, maar ook in de uithoeken van de wereld terechtkomen.

Drie jaar geleden nam Philippe het roer over en met geduld, een vaste koers en een onbevangen blik wil hij BelOrta naar een nieuwe fase leiden, waarbij het innoverend vermogen, internationaal ondernemerschap, duurzaamheid en continue durf en ambitie zullen blijven vooropstaan.

Uitdagingen en issues ziet hij daarbij genoeg, mogelijkheden gelukkig ook. "Uitdagingen zijn er legio, maar verandering is er altijd geweest, ook in het verleden. Alleen de snelheid van verandering neemt toe en daar moet je op kunnen inspelen." 

We zijn nu al meer dan een jaar in de ban van het coronavirus. Wat zijn de gevolgen voor BelOrta?
“We kunnen niet stellen dat we in een normale situatie zitten. Door het sluiten van de horeca en out-of home zien we in Vlaanderen dat er heel wat meer beroep wordt gedaan op afhaalmaaltijden. De retail doet het goed met wat verschuivingen in marktaandelen. We zien dat de supermarktformules dichtbij de woonkernen het goed doen. En er wordt veel thuis gekookt. De consument zoekt daarvoor naar recepten en inspiratie. De typische horecaproducten hebben het moeilijk gehad.

Verre export van typisch Belgische specialiteiten, zoals bijvoorbeeld witlof, hebben het moeilijk gehad. Als er weinig vluchten op Japan zijn dan is er weinig ruimte om niche-producten mee te sturen. We hebben het ook in het hardfruit gezien; de problematiek rondom de containers in de internationale handel weegt op de export. We staan hopelijk voor een heropening en normalisering.

Het positieve als ik naar de markt kijk is de aandacht voor de kwaliteitsvoeding. Mensen zijn groenten en fruit beter gaan waarderen. Kwalitatieve groenten en fruit doen het goed. De mensen hechten daar waarde aan en we hopen dat dat een blijver is. Ook is het respect voor onze tuinders toegenomen.”

Een ander groot thema is Brexit; wat zijn jullie ervaringen tot nu toe en wat zijn de verwachtingen?
“Als je kijkt naar bepaalde vruchtgroenten, aardbeien en peren is het Verenigd Koninkrijk een belangrijke markt. Iedereen heeft zich goed voorbereid, maar uiteraard brengt dit extra kosten met zich mee. Waar we zeker voor dagverse producten mee zitten is de snelheid van transport. Voor echte dagverse handel en zachtfruit is het niet meer zoals voorheen evident om dezelfde dag te kunnen leveren. Bij bemiddeling kun je daar iets beter op anticiperen.

Voor een aantal zaken is er nu uitstel tot het einde van het jaar. We mogen niet op onze lauweren blijven rusten, we moeten blijven inzetten op het zo snel mogelijk en met zo min mogelijk kosten laten verlopen van de supply chain.

Op korte termijn zie ik geen bedreiging voor de afzet van groenten en fruit naar het VK, omdat het land in grote mate afhankelijk is van import. Al vraag ik mij af of dit een stimulans zal zijn voor verdere ontwikkeling van eigen productie. Op iets langere termijn maak ik mij wel zorgen.

Het VK gaat individueel handelsakkoorden met andere landen afsluiten. Gaan die akkoorden gunstiger zijn dan de handel met Europa? Ik hoor nu al dat er meer Marokkaanse in plaats van Spaanse tomaten in het VK belanden. Dat kan op lange termijn verschuivingen met zich mee brengen.

Hetzelfde geldt voor hardfruit. Het VK had al heel veel Europese en overzeese import. Gaan zij nu gunstiger handelsakkoorden afsluiten met die derde overzeese leverancier versus Europa? Gaan wij in een concurrentienadeel belanden ten opzichte van echte derde landen zoals bijvoorbeeld Marokko, Chili of Nieuw-Zeeland?

Dat de kosten in sommige van die derde landen lager liggen, kan een rol spelen, maar dat geldt zeker ook voor non-trade barriers; hoe gaat men kijken naar bijvoorbeeld Maximum Residu Limieten (MRL's) voor gewasbeschermingsmiddelen? Dan kan je misschien ongewenste neveneffecten krijgen en als men daar met andere derde landen anders mee omgaat dan met het aanbod vanuit Europa, is dat een zorg. Anderzijds, het zal aan ons zijn om ook promotioneel het VK te blijven overtuigen van kwaliteit en nabijheid. Dan hoop ik dat ze bij ons blijven afnemen.”

Naast deze uitdaging, zie je andere uitdagingen in groenten en fruit?
“De uitdaging van dit moment is het geopolitieke aspect. We hebben nu het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk en hardfruit en tomaten blijven nog altijd met het Rusland debacle zitten; die boycot lijkt nu voor eeuwig te zijn. Daaraan gekoppeld zie je de ontwikkeling in de vroegere Sovjet satellietstaten waar de tuinbouw toeneemt.

Maar ook binnen het eengemaakt Europa worden eigen markten afgeschermd onder de noemer regionaliteit. Ik denk dat wij in België en Nederland, die samen sterk exportgericht zijn, daar met enige zorg naar moeten kijken. Lokaliteit is een mooi verhaal, maar ook enigszins absurd. Als je naar een straal van 300 kilometer rond BelOrta kijkt, zijn daar 200 miljoen Europese consumenten.

Het bekken van Parijs en het Duitse Ruhrgebied liggen dichterbij onze telers dan bij de telers uit bijvoorbeeld Perpignan, Bordeaux of het Pfalz gebied. En toch wordt onder het mom van regionaliteit het Duitse en Franse product als nabijer beschouwd. Handel en consumenten kennen geen grenzen. We kunnen daar op inspelen met ons kwaliteitsimago en ook door samen te werken met partners in Duitsland en Frankrijk om die perceptie te doorbreken.”

“Prijs is een andere zorg. Door corona wordt meer waarde gehecht aan kwaliteitsvolle groenten en fruit, maar dat heeft een prijs, ook vanuit duurzaamheidsstandpunt. Een race to the bottom werkt uiteindelijk contraproductief. Dan ga je de noodzakelijke marges voor de telers wegvagen om in te zetten op innovatie, wat leidt tot een verschraling van het aanbod.

Uiteraard kunnen we in onze rol als afzetorganisatie veel halen uit het optimaliseren van logistiek, inzetten op efficiëntie en arbeidsorganisatie. Toch moet men beseffen dat kwaliteitsvolle groenten en fruit zijn prijs heeft. Daar moet men zich bewust van worden en dat is een uitdaging.

Als BelOrta spelen wij sterk in op diversificatie. Wij hebben meer dan 170 verschillende soorten groenten, fruit en aromatische kruiden in ons aanbod. Wij zetten binnen heel wat productgroepen sterk in op smaakbeleving. Rassen met een betere smaak zijn vaak wat minder productief. Als dat zich kan vertalen in een gelijkblijvend of beter inkomen voor onze telers, dan positioneer je je beter in de markt.

Wij hebben een product development team met commerciële mensen, specialisten, zaadhuizen en onderzoeksinstellingen. Het team kijkt of innovaties kunnen aanslaan bij de consument en of het teelttechnisch haalbaar is. Nieuwe tomatenrassen worden bijvoorbeeld pas tot het assortiment toegelaten als ze beter zijn op diverse criteria. Dat gaat verder dan louter productief zijn. Dat gaat ook over een andere beleving en smaak. Die innovaties zorgen dat je kunt beantwoorden aan de verwachtingen van de consument en dat je producten in de markt kunt plaatsen waar de consument en de handel net dat tikkeltje meer voor willen betalen zodat de teler ook een hoger rendement kan maken. Een uitdaging daarbij is om de consument voldoende te laten weten hoe ze de producten kunnen gebruiken en dat het van bij ons is.”

Hoe ziet BelOrta de ontwikkeling van de kasgroententeelt in België?
“Als uitdagend en dynamisch. Er zijn echter een aantal issues die de ontwikkeling van de kasgroententeelt kunnen belemmeren. Er is weinig ruimte om te ondernemen in Vlaanderen. Het areaal glastuinbouw in vergelijking tot het totale landbouwareaal is peanuts. En toch is het de perceptie, ook bij politici, dat heel België vol serres wordt gebouwd. Terwijl we eigenlijk op een zeer beperkte oppervlakte producten produceren met een hoge toegevoegde waarde.

Groenten en fruit winnen aan belang in het eetpatroon van de consument, dus ik snap niet dat er zo wordt aangekeken tegen een beperkte vernieuwing van het glasareaal in België en ook in Nederland. Wij zullen als Vlaamse glastuinbouw altijd in Europese en globale context bescheiden spelers blijven, maar dat kan ook een Unique Selling Point (USP) zijn.

We moeten dan inzetten op andere punten: diversificatie van het aanbod, innovatie, vakmanschap, familiaal ondernemerschap, nabijheid en kwaliteit. Dit zijn de USP's waarom de internationale handel ook naar ons kijkt. De laagste prijs of heel grote volumes kunnen wij niet bieden, maar op dat gebied moet je niet willen concurreren met andere aanbieders, want dat gevecht gaan wij als Belgische tuinbouw nooit winnen. Dus moeten wij vertrekken vanuit onze eigen sterktes. We vangen de beperkte schaalgrootte op door op coöperatief niveau een aantal zaken samen te gaan doen.”

Hoe staat het ervoor met de kasaardbeienteelt?
“Er is een heel divers gamma aan teeltsystemen voor aardbeien: klassieke grondteelt, stellingenteelt, beschutte teelt en de teelt van kasaardbeien. Dat groeit door uitbreiding van bestaande telers die proberen zo veel mogelijk jaarrond aanwezig te zijn met de diverse teeltsystemen.

Maar er is ook groei door intrede van nieuwe telers. Telers die de shift maken van groenteteelten naar kasaardbeienteelt. Binnen de kasaardbeien zien we meer en meer innovatie. Zo wordt ledbelichting gebruikt om het seizoen te vervroegen en te verlengen. Maar ook worden UV-robots gebruikt om ziektedruk te verminderen. Deze hele zware investeringen worden gedaan in het kader van verduurzaming.

We zetten in op nieuwe rassen. Een nieuw ras zal zich moeten bewijzen en aantonen dat het én naar houdbaarheid én naar smaak én naar productiviteit én naar teeltomstandigheden beter is. De productie van aardbeien onder beschutte teelt groeit. De consumptie van aardbeien, ook in onze buurlanden, groeit gelukkig mee.

Dat er minder import is en dat retailers vlugger omschakelen naar Belgische aardbeien is een positief gegeven. De aardbeien zijn de voorlopers in de totale berry-categorie die in zijn geheel groeit. In het bessen-gamma is er nog veel import. We zien dat we deze import geleidelijk aan voor een langere periode door Belgisch product kunnen vervangen.”

Op het gebied van aardbeien liggen er dus kansen. Zie je nog meer kansen in groenten en fruit?
“Ik zie kansen voor de beleving en waarde van de producten eventueel ondersteund door een merknaam. Dat kan zijn een private label, maar ook de variëteit-naam of een merknaam. Het is een gamma van mogelijkheden in functie van de markt waarbij differentiatie in het aanbod en smaakbeleving een rol spelen. Zo is de beleving bij een schijfje tomaat tussen een broodje niet belangrijk, maar als ingrediënt van een betere foodbox is de beleving van de tomaat wel belangrijk en dan kan een merknaam zoals de BelOrta ertoe doen.

Daarnaast wil de consument verrast worden. De klassiekers als asperges en witloof blijven, maar dan moet je verrassend uit de hoek komen. Daarvoor hebben we onze gloednieuwe consumentenwebsite, met verbazend plezante seizoensgebonden recepten voor ieder moment van de dag.

Ook in het gebruik van big data zie ik kansen om te weten wat er leeft en wat tendensen zijn. Afzetorganisaties en hun klanten hebben heel veel kennis waar je positief gebruik van moet kunnen maken. BelOrta heeft mede Care4Growing, een digitaal platform, gelanceerd onder andere om op termijn die data te assimileren. De data van de telers en afnemers kunnen samen gericht worden ingezet op marketing en om nieuwigheden gericht in de markt te introduceren. Er zijn heel wat kansen, maar je moet ze willen zien en grijpen.” 

Hoe ziet BelOrta daarbij de groei van het biologische segment?
“Ook voor biologische producten zijn er kansen. Het is een groeiende niche. Een groeiend deel van de consumenten heeft daar een meerprijs voor over. Wij hebben een honderdtal biologische producten afkomstig van zo’n 40 telers in ons assortiment. Het is geen discussie tussen biologische telers en gangbare, geïntegreerde telers over wat gezonder is. Het gaat over de beleving en de teeltwijze. Als er een marktsegment is dat daar voor wil betalen, moet je daarop inspelen.

Uiteraard is de ambitie van de Europese Commissie, die het bio-segment sterk wil laten groeien, stimulerend. Er is ruimte voor alle ontwikkeling. Dat zie je ook in de handel. Wij merken dat de vraag sneller groeit dan ons aanbod. Daar willen we op inspelen, maar de bottleneck daarbij is de omschakelingsperiode, los van het feit dat je een topteler moet zijn om biologisch te kunnen telen.

De tijd van de geitenwollensokken-biotelers is lang voorbij. Het is al moeilijk genoeg om gangbaar, geïntegreerd te telen. Als een teler wil omschakelen valt hij tijdens de omschakelperiode in een grijze zone, waar moet hij met zijn producten naar toe? De consument noch de handel is daarmee vertrouwd.

BelOrta heeft hiervoor het EARTH-concept ontwikkeld. Want die omschakeling is nodig. Willen we blijven groeien in bio dan moeten we in eerste instantie groeien in het omschakelsegment in een concept dat helder, toegankelijk en informerend is. Zowel door de retail, de handel en onze producenten is dit concept positief onthaald. Het omschakelproduct zal een meerprijs hebben want de kosten daaraan verbonden liggen ook hoger en de productiviteit wat lager.”

In de huidige tijd van individualisering; wat is het belang van een coöperatieve veiling voor nu en op de langere termijn?
“Coöperatief ondernemen biedt de mogelijkheid om het beste van twee werelden te bundelen; interne focus op het eigen bedrijf maar oog voor kwaliteit en optimalisatie gekoppeld aan de slagkracht van gebundeld aanbod en de schaalvoordelen op het vlak van logistiek, fust, onderzoek en innovatie.

De beperktere schaalgrootte in België gecombineerd met de slagkracht is fantastisch. Wat zeer eigen is aan BelOrta is het grote aanbod en dat betekent dat we via ons model toegang hebben tot een zeer ruim klantenbestand in binnen- en buitenland. Dat is ook een stukje risicospreiding voor producenten, maar ook voor afnemers. Eén op één kan goed werken tot er een kink in de kabel komt. Stel je voor dat je als afnemer een één op één sourcing hebt van een product dat getroffen wordt door leveringsproblemen, dan heb je binnen de coöperatie nog steeds aanbod. Dat is een win-win voor beide partijen.

Een ruim klantenbestand – BelOrta bedient nationaal en internationaal 500 afnemers - houdt ook in dat als er iets mis loopt met één van de kopers dit geen drama hoeft te zijn, omdat er alternatieve afzet is. Grote en kleine producten, specialiteiten en mainstream groenten en fruit genieten van elkaar. Bepaalde kopers komen voor specialiteiten naar BelOrta, maar nemen dan ook klassieke producten mee of omgekeerd. Dat versterkt elkaar.”

“Arbeid wordt een knelpunt. BelOrta heeft besloten om in het een state of the art sorteer- en verpakkingsfaciliteit voor hardfruit te investeren op een schaalgrootte en met een niveau van automatisering die als individuele teler, ook al heb je 300 hectare, nooit kan. We zetten in op ver doorgedreven automatisering, wat betekent dat we de teler kunnen ontzorgen en de service kunnen aanbieden tegen een heel lage kostprijs. Daarmee kan de teler aan de afnemers continuïteit bieden en commercieel snel schakelen met betrekking tot de variëteiten en typen verpakking. Dat kan je niet individueel.

Dat geldt ook voor innovatie en onderzoek. BelOrta besteedt jaarlijks meer dan 2 miljoen euro aan co-financiering van onderzoek. Voor innovatie, vormgegeven door het product development team, heb je op coöperatief niveau meteen de schaalgrootte en de slagkracht om een nieuw product te lanceren in de markt qua volume, maar ook qua marketing. Daarmee is BelOrta een heel slagkrachtig apparaat ter beschikking van de teler voor commercie, dienstverlening, voedselveiligheid aan een zeer lage kostprijs. Het gemiddelde netto commissieloon wat BelOrta telers afdragen om de winkel draaiende te houden bedroeg het afgelopen jaar slechts 1,45 procent. Dan kan alleen door schaalgrootte, optimaal te werken en diversificatie in de dienstverlening.”

“Wij willen de omslag in de digitale transformatie maken en ook hier speelt schaalgrootte een rol, want investeren in digitalisering kost handenvol geld. Maar er is geen weg terug. Samen met onze collega-veilingen van Hoogstraten en REO hebben wij geïnvesteerd in digitalisering, omdat wij dit een must vinden voor de concurrentiepositie van onze sector. We gaan dat samen opnemen, omdat dit gigantische resources vergt, maar dat betekent ook dat je deze omslag kunt maken. Wij hebben binnen Care4Growing 97 domeinen geïdentificeerd om te digitaliseren waarvan we er nu zeven uitrollen richting producent. Dat heeft te maken met teeltregistratie, gewasbescherming en bemesting.”

“Verticaal samenwerken met afnemers kun je alleen maar goed doen, zowel voor de afnemers als voor de producent, vanuit een goede horizontale bundeling. Dat gaat over schaalgrootte, een basis, het opvangen van risico's voor de afnemer en voor de teler, de marketing power en kennis rond verpakkingen. In samenspraak met de afnemers en de telers kun je dan een product in de wereld zetten. Als je dat individueel vanuit één product of vanuit één teelt moet doen, vergt dat te veel middelen. Als je dat vanuit een coöperatief gegeven doet met alle kennis op het gebied van teelt, commercialisatie, marketing en verpakking is dat een win-win voor alle partijen. Ik voorspel nog een mooie toekomst voor onze coöperatie BelOrta.”

Deze nauwe samenwerking met Coöperatie Hoogstraten en REO veiling, zou dat eventueel kunnen doorgroeien naar een fusie?
“Wij werken goed samen op het vlak van Care4Growing en van de klokverkoop van dagverse producten. We doen aan simultaanverkoop; wij verkopen dezelfde producten op het zelfde moment. Groei is geen doelstelling op zich, maar als het bijdraagt tot een betere positie van de teler in de keten, dan moet je dat durven bekijken. En dan gaat het niet om de klassieke horizontale bundeling en machtsverhoudingen in de keten, maar om de toegevoegde waarde uit de keten te kunnen halen. En daar heb je schaalgrootte en bepaalde volumes voor nodig. Wij willen de meest toonaangevende afzetorganisatie zijn, maar dat moet organisch groeien. Dat kun je niet top-down opleggen vanuit een managementvisie.

Verdere consolidatie in de sector sluit ik niet uit en we hebben met BelOrta het afgelopen decennium bewezen dat het kan. We hebben op acht jaar tijd twee grote fusies achter de rug. Waar sommige partijen daar nogal sceptisch naar keken, kan ik stellen dat het gelukt is. Dat komt door hard werken en medewerking van telers, Raad van Bestuur en medewerkers.

Ook onze klanten hebben ervaren dat die manier van werken een win-win kan zijn, omdat wij de marktkracht hebben om mee te kunnen denken naar nieuwe tendensen en ontwikkelingen. Zeggen wij neen tegen verdere consolidatie? Uiteraard niet als het belang van de producent voorop kan blijven staan.

Wij focussen op de regionale afzet op 300 kilometer rondom ons - op hardfruit na dat we wereldwijd in de markt willen plaatsen - en nicheproducten. Als er daar in de toekomst partijen zijn met hetzelfde DNA en dezelfde teeltomstandigheden waar er samen iets moois kan groeien; waarom niet?

Als de tijd er rijp voor is, zullen we die stap zetten, maar als dat niet zo is, zie je dat je met Care4Growing ook op andere manieren kan samenwerken. Zo werken we ook samen met Fruitmasters om Kanzi Europees de beste appelvariëteit te maken. Ook voor de bicolore peer Fred werken we samen met andere internationale afzetorganisaties om daar een internationaal succes van te maken. Je kan ook thematisch goed gaan samenwerken voor bepaalde domeinen. Het hoeft niet meteen een fusie te zijn. Groei kan op velerlei manieren.”

Wat is nog het belang van de veilingklok?
“Eén van onze kernopdrachten is in de gegeven omstandigheden de best mogelijke prijs uit de markt halen voor onze telers. Hiervoor hanteren we een optimale mix van verkoopsystemen in functie van het product, tijdstip van het jaar en de klant en dit met zo laag mogelijke transactiekosten. In dit opzicht is de klok voor heel wat producten een fantastisch instrument.

Op het hoogtepunt van de aanvoer in de zomer verkopen we anderhalf miljoen kilo tomaten op minder dan 15 minuten tijd aan een klantenpotentieel van 400 kopers in heel Europa. Die transactiesnelheid moet je eens via bemiddeling proberen te bereiken! Als het logistieke proces daarop is afgestemd, dan is de klok als verkoopinstrument eigenlijk een voorloper van logistieke en operationele efficiëntie.

De veilingklok is niet meer de klok van vroeger. We hebben allerhande hybride vormen van klokverkoop ontwikkeld. Bijvoorbeeld voorverkoop op korte en lange termijn. Alle grote kopers en retailers in het buitenland kunnen al 25 jaar vanuit hun kantoor meedoen met het spel van vraag en aanbod via de klok, E-commerce avant la lettre.”

“Van bepaalde producten wordt 40 procent via sales on distance gesourced. Daarbij zijn heel wat groenten en fruit bederfelijke producten, anders dan kolen, uien of hardfruit, waarvoor de klok een perfecte barometer is voor de marktsituatie. Ik denk dat wij met onze klok het snelst tendensen en vragen oppikken, ook in de prijsvorming. Daardoor gebruiken heel wat grotere handelspartijen in Europa ons als referentie om hun prijsvorming voor bemiddeling op af te stemmen.

Het frustrerende aan het verhaal is als wij een bepaalde klokprijs voor een bepaalde kwaliteit behalen, conculega-aanbieders hun waren een aantal centen lager aanbieden aan de markt. Dat is frustrerend maar betekent wel dat we voor onze telers de hoogste prijs uit de markt hebben gehaald. Als de afzet wat moeilijker verloopt door bijvoorbeeld klimatologische omstandigheden, hogere producties of minder vraag dan vindt iedereen de klok een slecht instrument, maar zodra het beter gaat zie je dat dit zich onmiddellijk vertaalt in een snel marktherstel.

Voor dagverse producten is er bij alleen bemiddeling en zonder klok het risico dat de druk van afnemers voor steeds scherpere prijzen toeneemt, waarbij de teler de rekening betaalt. Als we niet tevreden zijn met een bemiddelingsprijs kunnen we met dat ongeplaatste volume in de daghandel, de voorverkoop of bij één van de 400 afnemers terecht.

Het is ook risicospreiding voor ons. Dat vergt goede inzichten: je moet slim omgaan met de klok en deze niet overladen. Je moet de optimale mix zoeken van voorverkoop, bemiddeling en veilingklok. Als je dat spel beheerst, kun je mooie prijzen voor de producenten behalen. We zien dat onze afnemers ook kiezen voor risicospreiding. Ze dekken zich bij ons voor een deel in via langetermijncontracten, maar sourcen ook deels via de daghandel. Op die manier dekken zij ook een risico in en valt de puzzel mooi in elkaar en zal de klok, zeker voor dagvers, een belangrijke rol blijven spelen. Door op die manier te werken weten onze klanten dat er iedere dag bij BelOrta dagvers product is. Het is iedere dag: all in, all out.”

Dit artikel verscheen eerder in editie 5, 35e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl. 

Voor meer informatie:
Philippe Appeltrans
BelOrta
Mechelsesteenweg 120
2860 Sint-Katelijne-Waver 
[email protected] 
www.belorta.be