Tholen – In de kruiden- en slateelt bij Urban Agrotech en op de onderste laag in de sla-opkweek bij From Boer is het (nagenoeg) donker, maar toch schijnt er vaak de zon. Het kan omdat er binnen een exacte kopie van zonlicht hangt in de vorm van een armatuur van producent Rofianda.
Na installatie zien de telers dat hun teelt sneller gaat met een hoge kwaliteit, houdbaarheid en bovendien ook meer flexibiliteit, want onder de zon ‘groeit alles’. Niet gek dus dat de armaturen inmiddels ook hun intrede in de kas doen als assimilatiebelichting.
Dat zonlicht goed werkt, is geen geheim. Toch spreekt directeur Ronald Gronsveld van de belichtingsproducent van ‘tegen de stroom in roeien’ als hij het over het in de markt zetten van zijn armaturen heeft. Dat komt omdat er volgens hem momenteel heel veel aandacht uitgaat naar het maken van licht met allerlei kleuren. “Dat is echter nog wel iets anders dan zonlicht maken”, meent hij. “Wij propageren echt natuurlijk zonlicht en bieden in één armatuur een volledig spectrum aan van 380 tot 780 nanometer. Dat kun je vervolgens plussen of minnen als je meer of minder licht wilt, maar het licht blijft altijd hetzelfde.”
Ronald Gronsveld op HortiContact 2019
Tussenkleuren
Dat onderschrijven ook telers Vincent van der Gaag van Urban Agrotech en Leonard Boer van From Boer. Allebei gebruiken zij de armaturen van Rofianda. In het geval van Urban Agrotech in een zelf ontwikkelde teeltcontainer met een unieke, opvallende carrousel. “Toen wij met ons project begonnen, zijn we direct heel veel gaan testen met belichting. Alle mogelijk kleurenspectrums zijn de revue gepasseerd.”
Na verloop van tijd is Vincent ook met spectrummeters gaan werken en gaan meten. “Toen viel op dat de verschillen echt in details zitten en dat vooral de tussenkleuren een groot verschil maken. Door voor een exacte kopie van het zonlichtspectrum te kiezen pakken we die allemaal optimaal mee. Dat zie je nu terug in de vorming en het gewicht van onze kruiden- en slasoorten.”
Urban Agrotech teelt met zonlichtled in een teeltcontainer
Ook slateler Leonard Boer heeft heel wat testen met belichting gedaan. De reden was hier een verhuizing naar een nieuwe kas in Dinteloord. Daar kweken de telers onder 7 kappen in een speciale opkweekruimte van 4000 vierkante meter op twee lagen hun diverse soorten sla op. De onderste laag is nagenoeg daglichtloos en dus zochten de telers hier naar zonlicht. “Iedereen kan vandaag de dag alles maken met belichting, maar dat maakt het nog niet direct ook zonlicht, zo bleek toen we in onze testcontainer met een spectrummeter gingen testen. In de verhoudingen tussen de kleuren zit hem de crux.”
Zonlichtled in de slaopkweek bij From Boer
Flexibiliteit
Beide telers roemen de flexibiliteit die de ‘zonlichtarmaturen’ hen biedt. Vincent: “Wij maken één systeem waarin telers meerdere gewassen tegelijk kunnen telen. Dan moet je compromissen maken in de keuze voor belichting. Niet alle soorten houden van hetzelfde soort licht, maar onder de zon groeit alles goed.”
Leonard herkent dat. “Elke teler onderkent dat in het voorjaar het gewas altijd goed begint te groeien zodra de zon begint te schijnen. Dat wil je dus het liefst altijd, zonder per ras of gewas weer naar de beste receptuur op zoek te hoeven. Je wilt juist dat alle rassen en gewassen het goed doen. Bij testen in de container zag je voor sommige soorten bij de gekozen spectra kwaliteitsproblemen ontstaan.”
Generiek lichtbeeld
Ronald wijst er graag op dat telers met keuze voor een zonlichtspectrum zich verzekeren van een ‘veel generieker lichtregime’. “Dit voorjaar zag je met de donkere dagen die we hebben gehad dat telers moesten bijbelichten. Op die momenten zie je dat er bij telers met hun bestaande spectrum verschillen optreden in het gewas, omdat het gemaakte spectrum toch niet identiek is aan de zon. Door onze armaturen te gebruiken in zowel opkweek als voor assimilatie blijft het lichtspectrum boven de teelt altijd hetzelfde.”
Direct ook de reden waarom Rofianda niets ziet in hybride belichting met gebruik van de eigen armaturen. “Onze armaturen in combinatie met bijvoorbeeld een ‘geel spectrum’ van HPS-belichting combineren heeft geen zin. Dat verstoort het lichtbeeld alleen maar.”
Houdbaarheid
Na pakweg een half jaar draaien valt het Leonard al op dat makkelijker een extra blad aan de botersla komt en sowieso gaat de opkweek sneller. “Daar ben ik positief van geschrokken. Dat wat we in de testen al zagen, zien we nu in het groot.” Vincent viel ook nog wat anders op. “Onze sla blijft tot wel drie weken lang goed in het koelvak. Dat vertelt ons dat het met de kwaliteit wel goed zit.”
En met het energieverbruik? Tegenwoordig ook niet onbelangrijk, ziet Ronald. “Er ligt veel nadruk op momenteel. Zeker terecht, al vraag ik mij ook weleens af of er niet te weinig op productkwaliteit wordt gelet. Wat doet zonlicht, natuurlijker kan niet, bijvoorbeeld met inhoudsstoffen? Daar zou best weleens wat meer onderzoek naar gedaan mogen worden. De langere houdbaarheid van de sla van Vincent zie ik daarom als iets positiefs. Net zoals ik ook goede geluiden hoor van een leliebollenkweker die met onze armaturen werkt en die ’s winters dezelfde kleuren krijgt als zomers met ook nog eens dezelfde houdbaarheid.”
Energiegebruik
Ronald geeft aan dat telers met zijn armaturen ‘grofweg 25% pure energie kunnen besparen’. “En negen van de tien keer kunnen ze ook met minder micromollen af, juist vanwege het volledige zonlichtspectrum dat wij bieden.”
Vincent herkent dat. “Ten opzichte van andere armaturen die wij hebben getest is de energieomzetting erg goed. Er komen meer micromollen* uit per ingebracht wattage dan wij bij andere armaturen zelf hebben gemeten. Daarbij is de stralingswarmte laag. Belangrijk voor de warmtebelasting in onze container. Hierdoor hoeven we minder terug te koelen.”
Alles in één chip
In de vertical farming markt, waarin Vincent zich met zijn teeltcontainers begeeft, ziet hij dat ‘zonlicht best wel een ding aan het worden is’. “Ik zie het onderwerp aanzienlijk vaker voorbijkomen dan een paar jaar geleden.”
Het klinkt Ronald als muziek in de oren, al betekent de groeiende bekendheid ook dat er potentieel kapers op de kust kunnen ontstaan. “Maar”, zo benadrukt hij maar al te graag, “niet al het zonlicht is hetzelfde. Wij werken met één chip met daarin alles en zijn daarmee voor zover ik weet uniek.” En dat valt steeds meer telers op. “Zelfs in tomaat of chrysant, waarin veel belicht wordt en er al een duidelijk beeld bestaat over ‘wat werkt’, zie je dat telers zich nu heroriënteren en zonlicht (her)ontdekken.”
*ook micromollen in het gebied 350-800 nanometer, waaronder ook UV-A en verrood licht vallen. Standaard worden micromollen gemeten in 400-700 nanometer. Meten tussen 350-800 nanometer levert een Photon Flux Density op.
Voor meer informatie:
Rofianda
[email protected]
www.rofianda.nl
Ronald Gronsveld
[email protected]
+31 13 8500964