De Universiteit van Palermo heeft een belangrijke stap gezet in de strijd tegen ToBRFV. De universiteit heeft zich aangesloten bij het Net Lab project, dat wordt gefinancierd in het kader van maatregel 16.2 van het regionale ministerie van Landbouw.
“We staan op een belangrijk keerpunt, omdat wij eindelijk een manier hebben gevonden om een constante controle over de teelt uit te oefenen. De kosten hiervan kunnen we laag houden. Dit doen we door gebruik te maken van interne vakmensen, die rechtstreeks door de hoogleraren van de universiteit worden opgeleid. Enerzijds wordt er dus bespaard op laboratoriumkosten en anderzijds kunnen we het ons veroorloven om een groot aantal testen uit te voeren en er zeker van te zijn dat wij virusvrij zijn”, zegt professor Walter Davino.
Laboratoria-netwerk
“Het project bestaat uit de oprichting van een netwerk van microlaboratoria, die zullen opereren binnen kwekerijen, zodat deze in staat zullen zijn om zelf de planten te controleren op de aanwezigheid van het ToBRFV en andere ziekteverwekkers”, zegt Davino.
Adviesbureau Prosea uit Ragusa levert de organisatorische expertise en coördineert vijf kwekerijen in het kader van dit project. Dat zijn Centro Seia, Ecofaber, Technoplant, Italplant en Technovivai. Daarnaast staan ook een telersorganisatie, AbioMed en het Agrobiotech laboratorium onder leiding van dit bureau.
“De instrumentatie is op afstand aangesloten en daarom kunnen wij van de universiteit de resultaten aflezen en zien of het werk goed wordt uitgevoerd. Het is een procedure die grote besparingen in tijd en geld mogelijk maakt, omdat de kwekerijen nu in staat zijn de analyse in eigen beheer uit te voeren. Er hoeven geen monsters te worden opgestuurd, waardoor de analyses snel en efficiënt, vaak binnen een dag, kunnen worden uitgevoerd. Dit is een grote stap voorwaarts in de strijd tegen ToBRFV”, zegt Davino.
V.l.n.r.: Stefano Panno, Walter Davino (beiden werkzaam aan de Universiteit van Palermo), Andrea Caruso van Vivaio Centro SEIA, en Andrea Giovanni Caruso (zittend).
Het probleem rond dit virus is bijna onbeheersbaar geworden en het is gebleken dat het fundamenteel is om toezicht te houden op de gehele productieketen. “Met dit soort instrumentatie kunnen wij zaden testen, waarna de kwekerij in totale onafhankelijkheid van leveranciers het binnenkomende materiaal kan controleren. Dit is sterk aan te bevelen, want als de zaden zijn besmet dan is dit een gevaar voor de hele keten”, zegt Davino.
Een instrument dat wordt gebruikt bij het datatransmissieprotocol
“Voordat de planten aan de klanten worden geleverd, kan er nog een analyse worden uitgevoerd, wederom door de kwekerij zelf, om er 100% zeker van te zijn dat de uitgaande planten virusvrij zijn. Het staat iedere kwekerij vrij om dit te doen. Natuurlijk is het zo dat het zaad virusvrij zou moeten aankomen, maar het is beter om het zekere voor het onzekere te nemen.”
Apparatuur dat wordt gebruikt voor de analyses
Problemen vroeg opsporen
De telersorganisatie is bij het project betrokken om te zien hoe het project zich ontwikkelt in de kas, aangezien het noodzakelijk is om te begrijpen wat er gebeurt nadat de planten zijn geplant. Als de plant gezond uit de kwekerij komt en de plant zou na een paar maanden ziek worden, dan moet er worden nagegaan wat daar de oorzaak van is.
“Met behulp van telers zullen wij de kassen gaan controleren op de aanwezigheid van het virus. Wij zijn van mening dat de teler de zwakke schakel is. Veel werknemers zijn werkzaam op verschillende locaties, waardoor de ziekteverwekker gemakkelijk kan worden overgedragen. Het virus kan weken zo niet maanden overleven op kleding”, zegt Alessandro Guarino van Prosea.
“Het ontwikkelde systeem stelt ons in staat om kritieke problemen al vroeg op te sporen. Door de protocollen voor vroegtijdige diagnose aan te passen, kan er snel worden vastgesteld of er sprake is van een uitbraak. Er worden namelijk ook planten getest die geen symptomen vertonen. Symptomen zijn een teken van een vergevorderd stadium van de ziekte en dat betekent dat het virus zich al heeft verspreid. Tijdige opsporing van een uitbraak kan de productie redden, omdat de besmetting kan worden beperkt”, zegt Guarino ten slotte.