Meloidogyne enterolobii, een tropische wortelknobbelnematode, krijgt mogelijk in 2021 een quarantaine-status. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vraagt telers en importeurs zich op deze Q-status voor te bereiden.
De nematode is o.a. zeer schadelijk voor tomaat, paprika en komkommer en kent zeer veel waardplanten, zowel houtige als kruidige gewassen. Verspreid over de wereld komt de nematode voor. Bestrijding van de nematode is vrijwel onmogelijk.
Vernietiging van besmette planten en het groeimedium is de enige betrouwbare methode om deze nematode uit te roeien. Het is vrijwel zeker dat Meloidogyne enterolobii in de loop van 2021 een EU-quarantainestatus krijgt.
Bij Q-organismen is het doel de Europese Unie vrij te houden van deze organismen of, indien deze al aanwezig zijn, verdere verspreiding te voorkomen.
Foto-credits en copyright: Dr. Sebastian Kiewnick, Agroscope Changins-Wädenswil Research Station (CH)
Gevolgen
De NVWA treft M. enterolobii met enige regelmaat aan in de teelt en handel van tropische potplanten (waaronder Arecaceae, Chlorophytum, Ficus, Philodendron en Zelkova). Het gaat om toevallige vondsten bij import- of exportbemonsteringen voor andere soorten nematoden. Een bedrijf kan onder meer besmet raken, zodra waardplanten geïmporteerd worden uit een gebied waar deze nematode voorkomt.
Op het moment dat de Europese Unie (EU) M. enterolobii als Q-organisme aanmerkt, zal de NVWA een met M. enterolobii besmet bevonden partij weigeren voor import in Nederland. Bij een vondst op een bedrijf zal de NVWA dan maatregelen opleggen om de besmetting uit te roeien. De NVWA adviseert bedrijven daarom nu al insleep van M. enterolobii te voorkomen.
Advies aan bedrijven
Ga na of u bewortelde planten importeert uit een gebied waar M. enterolobii voorkomt, adviseert de NVWA. De soort komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië, en is in Nederland aangetroffen op planten die afkomstig zijn uit deze werelddelen. Een overzicht van de wereldwijde verspreiding is raadpleegbaar bij EPPO.
Importeurs van bewortelde planten uit een gebied waar M. enterolobii voorkomt, worden geadviseerd hun leverancier te vragen ervoor te zorgen dat het materiaal vrij is van deze nematode. De beste garantie vormt teelt zonder contact met de volle grond. In groeimedium dat alleen uit (schoon) anorganisch materiaal, turf en/of kokosvezel bestaat, is de kans op voorkomen van M. enterolobii vrijwel nihil, aldus de NVWA.
Is er op enig moment in de productiecyclus contact met de vollegrond of mogelijk besmet irrigatiewater, dan loopt men risico. Vraag de leverancier kort voor export van de partij de wortels te controleren. Zijn er knobbels, wijs de hele partij dan af is het advies: de besmetting kan al zonder zichtbare knobbels aanwezig zijn in de andere planten.
Engelstalige informatie om het probleem bij leveranciers kenbaar te maken is hier beschikbaar: EPPO en CABI.
Na import
Mocht al een partij binnen gekomen zijn uit een gebied waar M. enterolobii voorkomt, controleer dan zelf ook de wortels van de planten op aanwezigheid van knobbels, adviseert de NVWA. Een besmetting kan zich via grond(contact) en ook via het watergeefsysteem makkelijk verspreiden naar andere planten op een bedrijf. Houd de partij minimaal 10 weken gescheiden van andere partijen en controleer de wortels dan nogmaals.
Meer informatie over herkenning van de nematode is hier bij de NVWA te lezen.
Vermoeden van een besmetting
Vernietigen van de planten en aanhangend groeimedium is de enige betrouwbare oplossing om van een besmetting met wortelknobbelnematoden af te komen. Als men symptomen ziet, die lijken op die van M. enterolobii, laat deze dan onderzoeken of vernietig de planten en aanhangend groeimedium. Controleer ook eerder ontvangen partijen van dezelfde herkomst. Geef geen plantenpaspoort af voor een partij waarop symptomen te zien zijn.
Zekerheid krijgen over een mogelijke besmetting kan door een monster van wortels met knobbels naar de NVWA te sturen. Binnen 5-10 werkdagen volgt dan de uitslag. De kosten hiervoor bedragen ca. 200 euro (tarieven diagnostiek, enkelvoudige toetsing/identificatie).
Bron: NVWA