In december 2019 is de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research gestart met een demonstratieproef met drie verschillende CO2-doseerniveaus in tomaat. Het uiteindelijke doel is om de telers te ondersteunen bij het verlagen van het CO2-gebruik. Dit is in de toekomst nodig omdat de emissies omlaag moeten en CO2 schaarser en duurder wordt.
In de proef beperken onderzoekers het verlies van CO2. Dat gebeurt door een verlaagde doseersnelheid toe te passen in combinatie met een lager setpoint voor de CO2-concentratie. Door deze combinatie zal de CO2-concentratie bij ramen dicht verschillen in niveau.
Dit terwijl in de zomer bij grote raamstanden wordt verwacht dat in twee afdelingen de concentratie CO₂ iets boven de buitenlucht zit en onderling er weinig verschillen zijn, de behandeling met geringe dosering op buitenluchtconcentratie zal zitten of zelfs lager, schrijven Pieter de Visser en Arie de Gelder van de WUR op Kas als Energiebron.
De concentraties worden ook gemeten. De verwachting is dat het gewas zich aan de lage concentraties aanpast door de CO2 efficiënter te benutten. Het resultaat van de doseerstrategie is een groot verschil in totale doseerhoeveelheden en de vraag is hoe het gewas reageert in ontwikkeling en productie.
De CO2-verdeelslang voor OCAP CO2 hangt op ongeveer 1 meter boven de teeltgoot.
Goed vergelijk
De overige teeltaspecten zijn zoveel mogelijk gelijk gehouden tussen de behandelingen om een goed vergelijk in CO₂-reactie mogelijk te maken. Geteeld wordt het ras Merlice met een stengeldichtheid van 2.5 m-2 m, het kasdek heeft diffuus glas, de ventilatietemperatuur is gelijk en de doseertijd tussen 1 uur na zon op tot 1 uur voor zon onder. Afhankelijk van de plantbelasting wordt er op 5 of 6 vruchten gesnoeid en al dan niet meer blad geplukt, zodat het gewas er altijd goed bij staat.